Bepaal je doel
SMART
1. Bepaal wat jij nog wil leren over lean en creatief denken.
Goed klantgericht te werk gaan.
2. Je hebt net bedacht wat je wil leren. Maak hier een doel van. Beschrijf het
SMART in een Word-document.
Leren klantgericht te werk gaan doormiddel van de opdrachten te maken en die
binnen 7 weken af te hebben. Aan de hand van de beoordelingen voor de opdrachten
weet ik of ik het gehaald heb.
RUMBA
1. Bepaal wat jij nog wil leren over lean en creatief denken
Goed klantgericht te werk gaan.
2. Je hebt net bedacht wat je wil leren. Maak hier een doel van. Formuleer hem RUMBA.
Ik wil leren goed klantgericht te werk te gaan. Ik ga dit bereiken door mijn opdrachten te
maken van dit keuzedeel. Ik ben van plan dit te bereiken in 7 weken.
Verschillen
1. Is er volgens jou een verschil in de doelen? Waarom wel of waarom niet?
Nee geen verschil, het is alleen een andere manier van formuleren.
2. Welke methode vind jij het prettigst om mee te werken? Waarom?
Smart omdat ik hier al bekend mee was.
SMART
1. Bepaal wat jij nog wil leren over lean en creatief denken.
Goed klantgericht te werk gaan.
2. Je hebt net bedacht wat je wil leren. Maak hier een doel van. Beschrijf het
SMART in een Word-document.
Leren klantgericht te werk gaan doormiddel van de opdrachten te maken en die
binnen 7 weken af te hebben. Aan de hand van de beoordelingen voor de opdrachten
weet ik of ik het gehaald heb.
RUMBA
1. Bepaal wat jij nog wil leren over lean en creatief denken
Goed klantgericht te werk gaan.
2. Je hebt net bedacht wat je wil leren. Maak hier een doel van. Formuleer hem RUMBA.
Ik wil leren goed klantgericht te werk te gaan. Ik ga dit bereiken door mijn opdrachten te
maken van dit keuzedeel. Ik ben van plan dit te bereiken in 7 weken.
Verschillen
1. Is er volgens jou een verschil in de doelen? Waarom wel of waarom niet?
Nee geen verschil, het is alleen een andere manier van formuleren.
2. Welke methode vind jij het prettigst om mee te werken? Waarom?
Smart omdat ik hier al bekend mee was.