WHAT’S IN A NAME
Rogeriaanse grondhouding
• Onvoorwaardelijke acceptatie
• Empathie
• Echtheid
Wat is probleemgedrag?
• Gedrag waarbij je jou machteloos voelt als begeleider
• Een nood waar niet aan voldaan is
• Moeilijk begrijpbaar gedrag, dus moeilijk te hanteren gedrag
• Aanhoudende vraag om aandacht, ontstaan door verkeerde afstemming van de aanpak
Van ‘het is voor de aandacht’ naar ‘er is een onderliggende emotionele nood’
VERSUS
• Gedrag dat eigenlijk normaal is in functie van ontwikkeling, situatie, voorgeschiedenis?
• = betekenisvol gedrag
o Gezien en gehoord worden
o Boodschap
kijken achter het gedrag &
verbinding!
BASISPRINCIPES IN DE OMGANG
Kijken achter het gedrag
Een moeilijk kind is een kind met moeilijkheden
Het ijsbergmodel
Gedrag: bovenste dat je ziet boven
het wateroppervlakte
Gedachten en gevoelens
Vooral vanuit de behoeften: wat
heeft het kind nodig?
1
,Gedrag = communicatie
• Wat zeggen ze tegen ons met hun gedrag?
• Reageren op de onderliggende boodschap:
o Vanwaar komt die boosheid?
o Wat is er gebeurd?
o ….?
Buitenkant vs binnenkant
Neem de ruimte om stil te staan bij betekenis van gedrag
• Gedrags- en emotionele problemen (buitenkant) kan zicht op
onderliggende emotionele ontwikkelingsnoden en kwetsbaarheden
verduisteren
• Risico: begeleider schat gedrag van kind verkeerd in. Begeleider
staat minder open om de onderliggende en verborgen behoeften
van het kind of de jongere te begrijpen
• Belangrijk! Ruimte nemen om stil te staan bij betekenis van het
gedrag (binnenkant): wat wil dit kind me eigenlijk zeggen of tonen?
• Actie-reactiespiraal kan ontstaan: situatie escaleert of zorgfiguur
trekt zich terug uit de situatie onderliggende angst van het kind
wordt bevestigd: onveilig, in de steek gelaten en onbegrepen
Aanpak afstemmen op holistische benadering
Kijken naar de persoon in zijn geheel
Sociaal-emotionele ontwikkeling
= wat kan iemand aan
• Onze duik onder de oppervlakte
• Inschakeling emotionele ontwikkeling via de SEO-schaal
2
,Ontwikkelingsdynamisch kader (Dôsen)
Veiligheid rust
Hechting, vertrouwensband opbouwen, verbinding
Zelfstandigheid, ik-ontwikkeling in een helder kader
Doordat ze fase niet goed hebben ontwikkeld, blijven ze daar in
hangen. Ze kunnen zich daar wel nog verder in ontwikkelen.
• Kinderen en jongeren met gedragsproblemen maskeren hun onderliggende noden en behoeften
o Behoefte om hun eigen spanningen te reguleren
o Behoefte aan invulling van hun dag/leven
o Behoefte aan veilige relatie
• In kaart brengen van de onderliggende emotionele ontwikkelingsnoden en dynamieken
• Oorspronkelijk: mensen met een verstandelijke beperking. Nu meer en meer toepassing in diverse sectoren
van de jeugdhulpverlening
• Aandacht voor het vloeiende, dynamische en interactieve verloop van de ontwikkelingslijnen die de basis
vormen voor onze emotionele en sociale ontwikkeling
Regressie of stilstand
• Oorzaken: toegenomen stress, moeilijke levensomstandigheden, gebrek aan ondersteuning, zwaarte van de
ontwikkelingsopdracht
• Maken deel uit van de ontwikkeling
• Begeleider: alert zijn voor de noden van het kind voorkomen kinderen overvraagd of overschat worden
• Afstemmen op wat kind emotioneel aankan
Heb zicht op emotionele noden van het kind/jongere
• Eerste drie ontwikkelingslijnen = bepalend voor verdere levensloop
• Eerste drie centraal bij het ondersteunen van kinderen en jongeren met gedragsproblemen
• Meeste: deze thema’s kwetsbaar en onderliggend aan hun problemen
Onderliggende kwetsbaarheden:
• Beperkt vermogen om stress en emoties te reguleren (adaptatiefase)
• Moeilijkheden om andere mensen te vertrouwen (1 ste socialisatiefase)
• Problemen om een eigen verhaal en individualiteit te ontwikkelen (1 ste individuatiefase)
3
, Fase 1: adaptiefase (0-6 maand)
Homeostase vs deregulatie
Kinderen & jongeren die een kwetsbaarheid tonen binnen deze fase gelden volgende kenmerken…
• Super-gevoelig - prikkelgevoelig (aan smaken, geuren, geluiden) zijn
• Heel snel téveel of té weinig geprikkeld zijn (verveling, leegte)
• Snel lichamelijk ontregeld raken: slaapproblemen, eetproblemen,…
• Hun innerlijke spanningsniveau moeilijk zelf kunnen reguleren, hulp nodig van anderen om tot rust te
komen
• Meedeinen op spanning en emoties van omgeving
• Snel vermoeid zijn, moeilijkheden hebben om prikkels te verwerken, zich telkens opnieuw aan te passen
• Zich niet echt hechten aan een begeleider, begeleiders zijn voor hen makkelijk ‘inwisselbaar’
• Moeite hebben met het opbouwen van ritme & regelmaat (dagstructuur, dag-nacht)
• Voorbeelden Halima
o Bij honger ‘moet’ ze meteen eten hebben
o Roept in plaats van gewoon te praten
o Speeltijd vaak te druk voor haar: te veel prikkels, kan die niet zelf verwerken
o Extreme reacties op school
o Duimen
Wat hebben ze nodig?
• Jongeren met GES hebben nood aan hulp om hun spanningsniveau te reguleren
• Door beperkte aanwezigheid van een ‘veilige haven’/sensitieve responsiviteit in prille kinderjaren
• Escalatie herkennen, ik-boodschap geven en jongere ruimte geven om tot rust te komen
o Voorbeeld Halima (vuist op de muur)
Ik zie dat je boos bent
Ontladen (LSCI): tot rust komen buiten
• Nadien: wat zit er onderliggend aan de woedeaanval/uitbarsting?
o Praten komt later
Gesprek met Halima
• Indien rust onvoldoende hersteld: dreigt nieuwe escalatie
• Halima: heel veel stress op school bij H (school en thuis), nood aan rust, zelf door duimzuigen
4