Diervoeding hond en kat
Inleiding
Voedingstoffen of nutrienten
- Organische moleculen of minerale elementen
- Vormen de samenstelling van voedingsmiddelen
- Onmisbaar voor het functioneren van het lichaam
- Samenstelling voeding → puzzel
4doelen
- Opbouwen en onderhouden van het lichaam
- Lichaam voorzien van energie
- Voorkomen van ziekten
- Voeden is genezen
Energie
- Koolhydraten
- Eiwitten
- Vetten
Basisicomponenten
- Water → KG/d
- Koolhydraten g/dag
- Eiwitten → g/dag
- Vetten → g/dag
- Vitaminen → g/dag
- Mineralen →mg/dag
FIDO
- Eiwitten → bouwstof
- Koolhydraten, vetten → brandstof
- Vitaminen, mineralen, sporenelementen, ruwvezel en water → hulpstof
Behoeften
- Individueel en dierafhankelijk
o Dier intact of niet
o Kat of hond
o Jong of oud
- Hoeveelheid, onderlinge verhoudingen
Belangrijk
- Geur, gewoonte
- Niet belangrijk → kleur en vorm
- Goede kwaliteit
- Wat vochtig
- Warm voedsel
1
, Water
Essentiele behoefte
- O2
- H2o
Lichaam
- -10% → ziekte
- - >15% → dood
Geen energetische waarde
- Hoog vochtgehalte
- Afhankelijk ban energiedichtheid
Bronnen
- Vrij drinken
- Gebonden
- Metabolisch
- Weefselafbraak
Belang
- Veel functies
- Dagelijkse waterbehoefte is gelijk aan dagelijkse energiebehoefte
o 50ML/kg /dag
o Kan oplopen tot 100ml/kg/dag
- Afhankelijk van dier
o Leeftijd → hoe jonger hoe meer
o Grootte → hoe kleiner hoe meer
o Fysiologische toestand
o Diersoort → vogels minder
o Gezondheidstoestand → dieren met koorts, diarree → meer
- Afhankelijk van voeder
o DS, mineralen, eiwit, RC → meer water
- Omgeving
o Hoge temperatuur → meer water
Geen energetische waarde
- Voer met hoog vochtgehalte → lage energie
- Water moet altijd voorhanden zijn
o Behalve als dier ernstig braakt
Samenvatting
- Opname door drinken of voedsel
- Hoog vochtgehalte in voeding → minder drinken
- Blikvoer → minder drinken
- Water komt vrij bij verbranding van glucose
- 60-70% van lichaam is water
- Altijd laten staan
2
, Koolhydraten
Opbouw
- C; H, O
- Glucose → centraal zenuwstelsel
Monosachariden
- Enkelvoudige suikers → koolhydraten dat bestaan uit 1 suikermolecule
- Glucose, fructose, galactose
Disachariden
- Combinatie van 2 monosachariden
- Maltose → glucose + glucose
- Sucrose → sacharose → glucose + fructose
- Lactose → glucose + galactose
Oligosacharide
- Korte ketens van monosachariden → 3-9 suikermoleculen
Polysachariden
- Lange ketens van monosachariden
- Alfa glucanen → zetmeel → afgebroken door amylase
- Beta glucanen → vezels → kunnen niet afgebroken worden
Vormen van koolhydraten
- Suiker
o Snel verteerd, smakelijk, meer voederopname
o Niet vezel koolhydraat → geen celwand
- Zetmeel
o Snel verteerd
o Niet vezel koolhydraat → geen celwand
o Graan en maissoorten → hoog % zetmeer
- Vezels
o Koolhydraten met celwand
o 4 onderdelen
▪ Pectine, hemicellulose, cellulose, lignine
Verteerbaar → niet verteerbaar
- Verteerbaar → glycemische
o Kan het lichaam opnemen en gebruiken als energie
- Niet verteerbaar→ niet glycemische
o Voedingsvezels
o Kan lichaam niet opnemen
o Belangrijk voor de darmen
Bronnen
- Plantaardig → goede bron
- Dierlijk → slechte bron
o Behalve bloedglucose, glycogeen en lactose
3
, Belang
Zonder celwand
- Energie
o Rechtstreekse energiebron
▪ Glucose → hersenen, zenuwvezel, RBC, WBC
o Opslag
▪ Onder vorm van glycogeen → lever, spieren
▪ Vet → glucose → glycerol → vet
- Bouwstenen
o Lactose → lactatie
- Warmte
o Als ze worden gemetaboliseerd voor energie
Met celwand
- Bevorderen en reguleren van normale darmfunctie
- Behouden van de gezondheid van dikke darm
- Opmerking
o Teveel vezels → flatulentie en borborygmi en meer stoelgang en flatulentie
Vertering
Zonder celwand
- In het spijsverteringsstelsel
- Mechanische → hond en kat geen amylase
- Enzymatisch
o Maagsappen → zoutzuur en pepsine → klein gedeelde
o Dunne darm → belangrijkste vertering → pancreassappen en cellen van dunne darm
- Microbiële processen
o Dikke darm → bacteriën enzymen → extra energie
Met celwand
- Fermentatie
o KHD afgebroken door anaerobe → levert energie
o Energie komt vrij als vluchtige kortketen vetzuren
o Word gebruikt door bacteriën en mucosacellen van de dikke darm
Prebiotica
- Levende organismen
- Cellen voeden in darm
Fructo – oligo – sachariden →FOS
- Korte ketens van fructose
- Onverteerbaar → fermenteerbare vezels voor bacterien
- Bacterien
o Daling PH darm
o Voedingsstoffen voor de darmcellen
- Functies
o Bacteriele flora doen stijgen
o Schadelijke bacterien verminderen
o Bevorderd vertering en opname
o Is voeding voor de darmcellen
- Indicatie
o Voorkomen van diarree
4
Inleiding
Voedingstoffen of nutrienten
- Organische moleculen of minerale elementen
- Vormen de samenstelling van voedingsmiddelen
- Onmisbaar voor het functioneren van het lichaam
- Samenstelling voeding → puzzel
4doelen
- Opbouwen en onderhouden van het lichaam
- Lichaam voorzien van energie
- Voorkomen van ziekten
- Voeden is genezen
Energie
- Koolhydraten
- Eiwitten
- Vetten
Basisicomponenten
- Water → KG/d
- Koolhydraten g/dag
- Eiwitten → g/dag
- Vetten → g/dag
- Vitaminen → g/dag
- Mineralen →mg/dag
FIDO
- Eiwitten → bouwstof
- Koolhydraten, vetten → brandstof
- Vitaminen, mineralen, sporenelementen, ruwvezel en water → hulpstof
Behoeften
- Individueel en dierafhankelijk
o Dier intact of niet
o Kat of hond
o Jong of oud
- Hoeveelheid, onderlinge verhoudingen
Belangrijk
- Geur, gewoonte
- Niet belangrijk → kleur en vorm
- Goede kwaliteit
- Wat vochtig
- Warm voedsel
1
, Water
Essentiele behoefte
- O2
- H2o
Lichaam
- -10% → ziekte
- - >15% → dood
Geen energetische waarde
- Hoog vochtgehalte
- Afhankelijk ban energiedichtheid
Bronnen
- Vrij drinken
- Gebonden
- Metabolisch
- Weefselafbraak
Belang
- Veel functies
- Dagelijkse waterbehoefte is gelijk aan dagelijkse energiebehoefte
o 50ML/kg /dag
o Kan oplopen tot 100ml/kg/dag
- Afhankelijk van dier
o Leeftijd → hoe jonger hoe meer
o Grootte → hoe kleiner hoe meer
o Fysiologische toestand
o Diersoort → vogels minder
o Gezondheidstoestand → dieren met koorts, diarree → meer
- Afhankelijk van voeder
o DS, mineralen, eiwit, RC → meer water
- Omgeving
o Hoge temperatuur → meer water
Geen energetische waarde
- Voer met hoog vochtgehalte → lage energie
- Water moet altijd voorhanden zijn
o Behalve als dier ernstig braakt
Samenvatting
- Opname door drinken of voedsel
- Hoog vochtgehalte in voeding → minder drinken
- Blikvoer → minder drinken
- Water komt vrij bij verbranding van glucose
- 60-70% van lichaam is water
- Altijd laten staan
2
, Koolhydraten
Opbouw
- C; H, O
- Glucose → centraal zenuwstelsel
Monosachariden
- Enkelvoudige suikers → koolhydraten dat bestaan uit 1 suikermolecule
- Glucose, fructose, galactose
Disachariden
- Combinatie van 2 monosachariden
- Maltose → glucose + glucose
- Sucrose → sacharose → glucose + fructose
- Lactose → glucose + galactose
Oligosacharide
- Korte ketens van monosachariden → 3-9 suikermoleculen
Polysachariden
- Lange ketens van monosachariden
- Alfa glucanen → zetmeel → afgebroken door amylase
- Beta glucanen → vezels → kunnen niet afgebroken worden
Vormen van koolhydraten
- Suiker
o Snel verteerd, smakelijk, meer voederopname
o Niet vezel koolhydraat → geen celwand
- Zetmeel
o Snel verteerd
o Niet vezel koolhydraat → geen celwand
o Graan en maissoorten → hoog % zetmeer
- Vezels
o Koolhydraten met celwand
o 4 onderdelen
▪ Pectine, hemicellulose, cellulose, lignine
Verteerbaar → niet verteerbaar
- Verteerbaar → glycemische
o Kan het lichaam opnemen en gebruiken als energie
- Niet verteerbaar→ niet glycemische
o Voedingsvezels
o Kan lichaam niet opnemen
o Belangrijk voor de darmen
Bronnen
- Plantaardig → goede bron
- Dierlijk → slechte bron
o Behalve bloedglucose, glycogeen en lactose
3
, Belang
Zonder celwand
- Energie
o Rechtstreekse energiebron
▪ Glucose → hersenen, zenuwvezel, RBC, WBC
o Opslag
▪ Onder vorm van glycogeen → lever, spieren
▪ Vet → glucose → glycerol → vet
- Bouwstenen
o Lactose → lactatie
- Warmte
o Als ze worden gemetaboliseerd voor energie
Met celwand
- Bevorderen en reguleren van normale darmfunctie
- Behouden van de gezondheid van dikke darm
- Opmerking
o Teveel vezels → flatulentie en borborygmi en meer stoelgang en flatulentie
Vertering
Zonder celwand
- In het spijsverteringsstelsel
- Mechanische → hond en kat geen amylase
- Enzymatisch
o Maagsappen → zoutzuur en pepsine → klein gedeelde
o Dunne darm → belangrijkste vertering → pancreassappen en cellen van dunne darm
- Microbiële processen
o Dikke darm → bacteriën enzymen → extra energie
Met celwand
- Fermentatie
o KHD afgebroken door anaerobe → levert energie
o Energie komt vrij als vluchtige kortketen vetzuren
o Word gebruikt door bacteriën en mucosacellen van de dikke darm
Prebiotica
- Levende organismen
- Cellen voeden in darm
Fructo – oligo – sachariden →FOS
- Korte ketens van fructose
- Onverteerbaar → fermenteerbare vezels voor bacterien
- Bacterien
o Daling PH darm
o Voedingsstoffen voor de darmcellen
- Functies
o Bacteriele flora doen stijgen
o Schadelijke bacterien verminderen
o Bevorderd vertering en opname
o Is voeding voor de darmcellen
- Indicatie
o Voorkomen van diarree
4