Embryologie
2021-2022 Prof. Heindryckx
, Embryologie Les 1
Hoofdstuk 1: Gametogenese
- Versmelting mannelijke en vrouwelijke gameet zygote
Gameten: gespecialiseerde cellen om vaderlijke en moederlijke chromosomen door te
geven aan volgende generatie
- In een individu
Germen: gameten + voorloper stadia van gameten
Geslachtscellen
Kunnen als enige meiose ondergaan
Soma: somatische cellen
Lichaamscellen
- Gameten zij ontstaan uit oergonocyten die vroeg differentiëren tot oögonia/ spermatogonia
Vanuit hier ontwikkelen rijpe gameten
Rijpe gameten zijn haploïd n chromosomen
Gameten ontstaan door reductiedeling (meiose) van spermatogoniën en
primaire oöcyten
Oergonocyten Oögonium rijpe eicel (= Oögenese)
Primordial Germ Cells Spermatogonium spermatozoïde (= Spermatogenese)
- Meiose: bevat 2 delingen
1ste deling: chromosomen worden gehalveerd haploïde toestand
2de deling: chromatiden verdeeld over 2 dochtercellen
Gelijkaardig met mitose, maar hier met haploïde cel
Wordt pas na bevruchting bij eicel afgewerkt
Dus uit 2n, 2C cel 4n, C cellen
Versmelting haploïde gameten diploïde zygote
Deelt verder via mitose
Chromosoomaantal blijft constant bij elke generatiewisseling
- Bij geboorte meisje:
Bezit definitief aangelegde voorraad primaire oöcyten in ovarium
De oögoniën (stamcellen van geslachtscellen) delen tijdens foetale periode, tot einde 7de
maand
Alle oöcyten beginnen vanaf maand 7 gelijktijdig met profase van 1e meiose
Blijven in deze toestand tot ovulatie (elke maand van ongeveer 10-55jaar)
= primaire oöcyten
Omgeven door laag follikelcellen geheel = primordiale follikel
Kan tientallen jaren in ruststadium blijven (hoe langer, hoe minder
kwaliteit)
1
,- Ontwikkeling primaire follikel:
De ontwikkeling is afhankelijk van het follikelstimulerend hormoon (FSH)
en luteïniserend hormoon (LH) (geproduceerd door hypofyse)
Door hormonen: primaire oöcyten werken eerste meiose af, follikels
worden kubisch en Meerlagige
Folikkelcellen zijn vanaf dan granulosacellen
In massa van granulosacellen komen holtes versmelten met elkaar 1
centrale holt = follikelholte
Daarin ligt: oöcyte, omgeven door krans van granulosacellen = corona
radiata
Xgeheel is cumulus oophorus
= Rijpe follikel/ follikel van de graaf, diameter= 1,5-2 cm
Rond granulosacellen: laag glycoproteïnen = zona pellucida
Aan rand (periferie) van granulosacellen: theca folliculi ontwikkeld
uit stromacellen in ovarium
Theca folliculi: bindweefselachtige cellen
Theca-intern cellen: binnenste laag
o Secreteren steroidhormonen dat wordt
gebruikt door granulosacellen voor
productie van oestrogeen
Theca externa cellen: buitenste laag
o Behouden bindweefselaspect
2
, - Ovulatie
Rijpe follikel barst open aan oppervlakte van ovarium
Secundaire oöcyte wordt vrijgesteld en opgevangen in het verbrede deel van de eileider
(tuba uterina): infundibulum
Op rand van infundibulum: tentakelachtige uitlopers (fimbiae) die tegen ovarium liggen
Zorgen dat ovuleren oöcyte in eileider terecht komt
- Na ovulatie
Granulosacellen en thecacellen vormen corpus luteum (geel lichaampje)
Secreteert oestrogeen en progesteron bereid baarmoeder voor op komt van
bevruchte eicel
Geen zwangerschap: geel lichaampje wordt corpus albican (wit lichaampje) dat
gefagocyteerd wordt door macrofagen
Eicel moet binnen 12u bevrucht worden of sterft af
Uit 1 primaire oöcyte 1 secundaire oöcyte die bevrucht kan worden
Andere dochtercellen die ontstaan tijden meiose zijn poollichaampjes, weinig
cytoplasma en niet functioneel sterft snel af
Daardoor geen 4 dochtercellen maar maar 1
- Totale vooraard primaire oöcyte bij geboorte = 500.000-200.000
Maar slecht rond 450 ontwikkelen tot rijpe follikels
Per cyclus: ±5-15 follikels geactiveerd
Maar 1 groeit tot rijpe follikel
(follikelselectie)
Andere sterven af =
follikelatresie
Als follikel lange rustperiode heeft, soms
40 jaar, kan genoom wijzigen
Daarom: kinderen na 35jaar
grotere kans op ‘defecten’
Vb. door niet-disjunctie
van paar homologe
chromosomen tijdens
meiose trisomie of
monosomie
Monosomie is niet
levensvatbaar
Trisomie 21= downsyndroom
Klinefelter syndroom: (47, XXY) niet-disjunctie van X chromosoom
o Onderontwikkelde testes, lichte borstontwikkeling, lange
ledematen te lage testosteronproductie
o Meestal onvruchtbaar
Turnersyndroom: (45, X) monosomie X-chromosoom
o Klein, hartafwijkingen, pubertijd treedt niet spontaan op, geen
of niet-werkende eierstokken, geen spontane zwangerschap
- Bij man: postnataal vermenigvuldigen de spermatogoniën in zaadbuisjes tot op hoge leeftijd
3
2021-2022 Prof. Heindryckx
, Embryologie Les 1
Hoofdstuk 1: Gametogenese
- Versmelting mannelijke en vrouwelijke gameet zygote
Gameten: gespecialiseerde cellen om vaderlijke en moederlijke chromosomen door te
geven aan volgende generatie
- In een individu
Germen: gameten + voorloper stadia van gameten
Geslachtscellen
Kunnen als enige meiose ondergaan
Soma: somatische cellen
Lichaamscellen
- Gameten zij ontstaan uit oergonocyten die vroeg differentiëren tot oögonia/ spermatogonia
Vanuit hier ontwikkelen rijpe gameten
Rijpe gameten zijn haploïd n chromosomen
Gameten ontstaan door reductiedeling (meiose) van spermatogoniën en
primaire oöcyten
Oergonocyten Oögonium rijpe eicel (= Oögenese)
Primordial Germ Cells Spermatogonium spermatozoïde (= Spermatogenese)
- Meiose: bevat 2 delingen
1ste deling: chromosomen worden gehalveerd haploïde toestand
2de deling: chromatiden verdeeld over 2 dochtercellen
Gelijkaardig met mitose, maar hier met haploïde cel
Wordt pas na bevruchting bij eicel afgewerkt
Dus uit 2n, 2C cel 4n, C cellen
Versmelting haploïde gameten diploïde zygote
Deelt verder via mitose
Chromosoomaantal blijft constant bij elke generatiewisseling
- Bij geboorte meisje:
Bezit definitief aangelegde voorraad primaire oöcyten in ovarium
De oögoniën (stamcellen van geslachtscellen) delen tijdens foetale periode, tot einde 7de
maand
Alle oöcyten beginnen vanaf maand 7 gelijktijdig met profase van 1e meiose
Blijven in deze toestand tot ovulatie (elke maand van ongeveer 10-55jaar)
= primaire oöcyten
Omgeven door laag follikelcellen geheel = primordiale follikel
Kan tientallen jaren in ruststadium blijven (hoe langer, hoe minder
kwaliteit)
1
,- Ontwikkeling primaire follikel:
De ontwikkeling is afhankelijk van het follikelstimulerend hormoon (FSH)
en luteïniserend hormoon (LH) (geproduceerd door hypofyse)
Door hormonen: primaire oöcyten werken eerste meiose af, follikels
worden kubisch en Meerlagige
Folikkelcellen zijn vanaf dan granulosacellen
In massa van granulosacellen komen holtes versmelten met elkaar 1
centrale holt = follikelholte
Daarin ligt: oöcyte, omgeven door krans van granulosacellen = corona
radiata
Xgeheel is cumulus oophorus
= Rijpe follikel/ follikel van de graaf, diameter= 1,5-2 cm
Rond granulosacellen: laag glycoproteïnen = zona pellucida
Aan rand (periferie) van granulosacellen: theca folliculi ontwikkeld
uit stromacellen in ovarium
Theca folliculi: bindweefselachtige cellen
Theca-intern cellen: binnenste laag
o Secreteren steroidhormonen dat wordt
gebruikt door granulosacellen voor
productie van oestrogeen
Theca externa cellen: buitenste laag
o Behouden bindweefselaspect
2
, - Ovulatie
Rijpe follikel barst open aan oppervlakte van ovarium
Secundaire oöcyte wordt vrijgesteld en opgevangen in het verbrede deel van de eileider
(tuba uterina): infundibulum
Op rand van infundibulum: tentakelachtige uitlopers (fimbiae) die tegen ovarium liggen
Zorgen dat ovuleren oöcyte in eileider terecht komt
- Na ovulatie
Granulosacellen en thecacellen vormen corpus luteum (geel lichaampje)
Secreteert oestrogeen en progesteron bereid baarmoeder voor op komt van
bevruchte eicel
Geen zwangerschap: geel lichaampje wordt corpus albican (wit lichaampje) dat
gefagocyteerd wordt door macrofagen
Eicel moet binnen 12u bevrucht worden of sterft af
Uit 1 primaire oöcyte 1 secundaire oöcyte die bevrucht kan worden
Andere dochtercellen die ontstaan tijden meiose zijn poollichaampjes, weinig
cytoplasma en niet functioneel sterft snel af
Daardoor geen 4 dochtercellen maar maar 1
- Totale vooraard primaire oöcyte bij geboorte = 500.000-200.000
Maar slecht rond 450 ontwikkelen tot rijpe follikels
Per cyclus: ±5-15 follikels geactiveerd
Maar 1 groeit tot rijpe follikel
(follikelselectie)
Andere sterven af =
follikelatresie
Als follikel lange rustperiode heeft, soms
40 jaar, kan genoom wijzigen
Daarom: kinderen na 35jaar
grotere kans op ‘defecten’
Vb. door niet-disjunctie
van paar homologe
chromosomen tijdens
meiose trisomie of
monosomie
Monosomie is niet
levensvatbaar
Trisomie 21= downsyndroom
Klinefelter syndroom: (47, XXY) niet-disjunctie van X chromosoom
o Onderontwikkelde testes, lichte borstontwikkeling, lange
ledematen te lage testosteronproductie
o Meestal onvruchtbaar
Turnersyndroom: (45, X) monosomie X-chromosoom
o Klein, hartafwijkingen, pubertijd treedt niet spontaan op, geen
of niet-werkende eierstokken, geen spontane zwangerschap
- Bij man: postnataal vermenigvuldigen de spermatogoniën in zaadbuisjes tot op hoge leeftijd
3