Kennisleer/ metafysica
1. Je stelt de mindmap voor van het getrokken deeldomein. Je beschrijft de spanningsvelden en
de bijhorende filosofen.
We hebben hier de 2 spanningsvelden het realisme en idealisme of ook wel gekend als het
constructivisme.
Het realisme vertelt ons dat de wereld een objectief gegeven is. Kennis vergaren over de wereld
betekent dan toegang vinden tot de wereld. Berkeley was 1 van de 1 ste die de vraag ontwierp of de
wereld wel bestaat, indien zij niet waargenomen wordt. Hij deed dit door de vraag te stellen of de
bomen in een park er zijn als niemand in dit park de bomen waarneemt.
De realist stelt onomwonden van wel: het bestaan van de wereld is namelijk onafhankelijk van de
mens/ de waarneming van de mens.
Descartes is een filosoof die in het realisme denkt. Volgens Descartes is de wereld op een bepaalde
manier geordend. De wereld heeft een uitgesproken geometrisch karakter.
Volgens hem is dus alles wat bestaat en wat we wiskundig kunnen aantonen echt! Dit noemen we
logische deductie. We gaan ervan uit dat als wij iets zien anderen dat hetzelfde zien. Er is volgens
Descartes een objectieve werkelijkheid.
In het realisme staat kennis gelijk aan macht (Francis Bacon). Macht om de werkelijkheid te
beheersen, beïnvloeden en te veranderen. Dit is ook wat sociaal werk beoogt: de werkelijkheid te
veranderen, haar in overeenstemming te brengen hoe zij hoort te zijn. Vanuit het realisme dat zich in
het handelen vertaalt als een moreel realisme, stelt de sociaal werker zich dan ook op als dienaar van
een objectieve en onafhankelijke waarheid. Zo bestudeert en begrijpt de sociaal werker de
werkelijkheid zodat hij weet hoe haar en diegene die haar bewonen, te beïnvloeden.
Toch is het niet juist om het realisme te herleiden tot machtsdenken: er werd al verscheidene keren
meegegeven dat het realisme de wereld meent te kunnen ontsluiten en te achterhalen hoe zij is.
, Aan de andere kant van het realisme zien we het idealisme/ constructivisme. Het is een idee. We
maken zelf de werkelijkheid waarin we leven. Er bestaat niet iets zoals een objectieve werkelijkheid.
Deze denkers zijn van mening dat wij de werkelijkheid zoals deze op zich is, nooit kunnen benaderen
of kunnen kennen.
In het idealisme komen er verschillende filosofen aanbod. We hebben Kant die heel verschillend is
tegenover de andere filosofen binnen het idealisme.
Kant (gematigd idealisme) zegt er is een buitenwereld, maar we kennen die enkel op de menselijke
manier: tijd, plaats, causaal. Volgens Kant zien we alles vanuit ons eigen perspectief. Volgens hem
werkt de rede van iedere mens op dezelfde manier en kunnen we ervan uitgaan dat de werkelijkheid
zoals jij deze begrijpt, op dezelfde manier wordt begrepen als ik die begrijp. Iedereen kijkt vanuit een
ander perspectief. Dit is een automatisme, maar toch zien we allemaal hetzelfde. Volgens hem is er
een objectieve werkelijkheid.
Volgens de andere filosofen binnen het idealismen is er geen objectieve werkelijkheid. Iedereen is
zijn eigen individu.
Zo hebben we als eerste Derrida (constructivistisch weten). Derrida zegt dat er geen objectieve
werkelijkheid is maar dat wij zelf een werkelijkheid creëren met onze taal door regels en afspraken te
maken.
We hebben ook nog Foucault (disciplinerend weten). Hij vertelt ons dat we alles vanuit een
normatieve betekeniskader bekijken en alles per categorie bekijken gebaseerd op taal. Zo hebben we
de normale groep en de abnormale groep
De volgende filosoof is Merleau Ponty (fenomenologisch weten). Alles wat voor mezelf waar is, is
waar. Ik zeg dat dat blauw is dus is dat blauw. Ze bekijkt alles vanuit haar eigen betekenis kader,
vanuit haar eigen leefwereld.
Als laatste hebben we Arendt (narratief weten). De werkelijkheid is het verhaal dat wij ervan maken.
We hebben hierin het collectieve verhaal. Hier wordt de werkelijkheid geordend en gestructureerd:
de taal en de sociale fantasie schept en richt de werkelijkheid in. Het is het verhaal van de
samenleving. Het individuele verhaal heeft pas betekenis als het ingebed is in een collectief verhaal.
Wij kennen de wereld al doende. Dit is je eigen verhaal.
1. Je stelt de mindmap voor van het getrokken deeldomein. Je beschrijft de spanningsvelden en
de bijhorende filosofen.
We hebben hier de 2 spanningsvelden het realisme en idealisme of ook wel gekend als het
constructivisme.
Het realisme vertelt ons dat de wereld een objectief gegeven is. Kennis vergaren over de wereld
betekent dan toegang vinden tot de wereld. Berkeley was 1 van de 1 ste die de vraag ontwierp of de
wereld wel bestaat, indien zij niet waargenomen wordt. Hij deed dit door de vraag te stellen of de
bomen in een park er zijn als niemand in dit park de bomen waarneemt.
De realist stelt onomwonden van wel: het bestaan van de wereld is namelijk onafhankelijk van de
mens/ de waarneming van de mens.
Descartes is een filosoof die in het realisme denkt. Volgens Descartes is de wereld op een bepaalde
manier geordend. De wereld heeft een uitgesproken geometrisch karakter.
Volgens hem is dus alles wat bestaat en wat we wiskundig kunnen aantonen echt! Dit noemen we
logische deductie. We gaan ervan uit dat als wij iets zien anderen dat hetzelfde zien. Er is volgens
Descartes een objectieve werkelijkheid.
In het realisme staat kennis gelijk aan macht (Francis Bacon). Macht om de werkelijkheid te
beheersen, beïnvloeden en te veranderen. Dit is ook wat sociaal werk beoogt: de werkelijkheid te
veranderen, haar in overeenstemming te brengen hoe zij hoort te zijn. Vanuit het realisme dat zich in
het handelen vertaalt als een moreel realisme, stelt de sociaal werker zich dan ook op als dienaar van
een objectieve en onafhankelijke waarheid. Zo bestudeert en begrijpt de sociaal werker de
werkelijkheid zodat hij weet hoe haar en diegene die haar bewonen, te beïnvloeden.
Toch is het niet juist om het realisme te herleiden tot machtsdenken: er werd al verscheidene keren
meegegeven dat het realisme de wereld meent te kunnen ontsluiten en te achterhalen hoe zij is.
, Aan de andere kant van het realisme zien we het idealisme/ constructivisme. Het is een idee. We
maken zelf de werkelijkheid waarin we leven. Er bestaat niet iets zoals een objectieve werkelijkheid.
Deze denkers zijn van mening dat wij de werkelijkheid zoals deze op zich is, nooit kunnen benaderen
of kunnen kennen.
In het idealisme komen er verschillende filosofen aanbod. We hebben Kant die heel verschillend is
tegenover de andere filosofen binnen het idealisme.
Kant (gematigd idealisme) zegt er is een buitenwereld, maar we kennen die enkel op de menselijke
manier: tijd, plaats, causaal. Volgens Kant zien we alles vanuit ons eigen perspectief. Volgens hem
werkt de rede van iedere mens op dezelfde manier en kunnen we ervan uitgaan dat de werkelijkheid
zoals jij deze begrijpt, op dezelfde manier wordt begrepen als ik die begrijp. Iedereen kijkt vanuit een
ander perspectief. Dit is een automatisme, maar toch zien we allemaal hetzelfde. Volgens hem is er
een objectieve werkelijkheid.
Volgens de andere filosofen binnen het idealismen is er geen objectieve werkelijkheid. Iedereen is
zijn eigen individu.
Zo hebben we als eerste Derrida (constructivistisch weten). Derrida zegt dat er geen objectieve
werkelijkheid is maar dat wij zelf een werkelijkheid creëren met onze taal door regels en afspraken te
maken.
We hebben ook nog Foucault (disciplinerend weten). Hij vertelt ons dat we alles vanuit een
normatieve betekeniskader bekijken en alles per categorie bekijken gebaseerd op taal. Zo hebben we
de normale groep en de abnormale groep
De volgende filosoof is Merleau Ponty (fenomenologisch weten). Alles wat voor mezelf waar is, is
waar. Ik zeg dat dat blauw is dus is dat blauw. Ze bekijkt alles vanuit haar eigen betekenis kader,
vanuit haar eigen leefwereld.
Als laatste hebben we Arendt (narratief weten). De werkelijkheid is het verhaal dat wij ervan maken.
We hebben hierin het collectieve verhaal. Hier wordt de werkelijkheid geordend en gestructureerd:
de taal en de sociale fantasie schept en richt de werkelijkheid in. Het is het verhaal van de
samenleving. Het individuele verhaal heeft pas betekenis als het ingebed is in een collectief verhaal.
Wij kennen de wereld al doende. Dit is je eigen verhaal.
