Biologie
Klassieke genetica
1. Kruisingen met erwtenplanten
Handige kenmerken erfelijkheidsonderzoek
- makkelijk waarneembaar - experimenteel kruisen
- produceren veel zaad - korte tijd
- zelfbestuiving
Kruisingsexperiment: vertrek raszuivere planten
2. Erfelijke kenmerken liggen in de kern: basisbegrippen genetica
Erfelijke informatie = voortplantingscellen
Kenmerk bepaald door gen
46 chromosomen
- autosomen (44)
- geslachtschromosomen
Homologe chromosomen
- homozygoot
- heterozygoot
Overheersing: dominant, recessief kenmerk
Genotype / fenotype
Eigenschappen nakomelingen: erfelijke factoren, milieu
2 typen:
Genotype
Fenotype
individu erft geen eigenschappen, wel aanleg
3. Erfelijkheidswetten
Ouderpaar verschilt in eigenschappen? Nakomeling = hybride (bastaard)
- Monohybride kruising
Mendel: gele + groene erwten P = parentale generatie
1ste wet van Mendel = UNIFORMITEITSWET
Bij kruising van 2 homozygoten die in 1 eig verschillen ontstaan hybriden met allen hetzelfde
fenotype (ook als geslacht wordt omgedraaid)
2de wet van Mendel = SPLITSINGSWET
Onderlinge kruising hybriden uit eerste generatie nakomelingen verschillend uiterlijk (3/1)
1
, - Intermediaire kruising
Geen sprake van dominant / recessief
- Stamboomonderzoek
- Dihybride kruising
3de wet van Mendel = ONAFHANKELIJKHEIDSWET
Heterozygoten, die in meer dan 1 kenmerk verschillen, kruisen erfelijke kenmerken
onafhankelijk van elkaar overgeërfd
Alle kenmerken op verschillende chromosomen liggen ervan onafhankelijk van elkaar over
- Overerving bij multipele allelen
Vb. bloedgroep
- Polygenie en cryptomerie
Additieve polygenie
Vb. 1 huidskleur: erffactoren beïnvloeden, dominant allel zorgt voor donkere huid
Vb. 2 oogkleur: melanine in iris bepaalt kleur meer dominante allelen meer
melanine = donker
Drempelpolygenie
Vb. spina bifida, gespleten lip, congenitale hartafwijkingen,…
Cryptomerie
Vb. vachtkleur labrador: ene dominante allel zorgt voor omzetting ander, maar kan
ook andere
onderdrukken
- Koppeling genen
Gekoppelde genen: op 1 chromosoom (samen overereven) koppeling verbroken door
crossing-over
Genen ver uit elkaar: grote kans crossing-over: recombinatie
Recombinatiefrequentie, centimorgan cM
0 M = 0 % kans crossing over 1 M = 100 %
2
Klassieke genetica
1. Kruisingen met erwtenplanten
Handige kenmerken erfelijkheidsonderzoek
- makkelijk waarneembaar - experimenteel kruisen
- produceren veel zaad - korte tijd
- zelfbestuiving
Kruisingsexperiment: vertrek raszuivere planten
2. Erfelijke kenmerken liggen in de kern: basisbegrippen genetica
Erfelijke informatie = voortplantingscellen
Kenmerk bepaald door gen
46 chromosomen
- autosomen (44)
- geslachtschromosomen
Homologe chromosomen
- homozygoot
- heterozygoot
Overheersing: dominant, recessief kenmerk
Genotype / fenotype
Eigenschappen nakomelingen: erfelijke factoren, milieu
2 typen:
Genotype
Fenotype
individu erft geen eigenschappen, wel aanleg
3. Erfelijkheidswetten
Ouderpaar verschilt in eigenschappen? Nakomeling = hybride (bastaard)
- Monohybride kruising
Mendel: gele + groene erwten P = parentale generatie
1ste wet van Mendel = UNIFORMITEITSWET
Bij kruising van 2 homozygoten die in 1 eig verschillen ontstaan hybriden met allen hetzelfde
fenotype (ook als geslacht wordt omgedraaid)
2de wet van Mendel = SPLITSINGSWET
Onderlinge kruising hybriden uit eerste generatie nakomelingen verschillend uiterlijk (3/1)
1
, - Intermediaire kruising
Geen sprake van dominant / recessief
- Stamboomonderzoek
- Dihybride kruising
3de wet van Mendel = ONAFHANKELIJKHEIDSWET
Heterozygoten, die in meer dan 1 kenmerk verschillen, kruisen erfelijke kenmerken
onafhankelijk van elkaar overgeërfd
Alle kenmerken op verschillende chromosomen liggen ervan onafhankelijk van elkaar over
- Overerving bij multipele allelen
Vb. bloedgroep
- Polygenie en cryptomerie
Additieve polygenie
Vb. 1 huidskleur: erffactoren beïnvloeden, dominant allel zorgt voor donkere huid
Vb. 2 oogkleur: melanine in iris bepaalt kleur meer dominante allelen meer
melanine = donker
Drempelpolygenie
Vb. spina bifida, gespleten lip, congenitale hartafwijkingen,…
Cryptomerie
Vb. vachtkleur labrador: ene dominante allel zorgt voor omzetting ander, maar kan
ook andere
onderdrukken
- Koppeling genen
Gekoppelde genen: op 1 chromosoom (samen overereven) koppeling verbroken door
crossing-over
Genen ver uit elkaar: grote kans crossing-over: recombinatie
Recombinatiefrequentie, centimorgan cM
0 M = 0 % kans crossing over 1 M = 100 %
2