Samenvatting Perfusie En Transfusie: perfusie graduaat vpk vives/rhizo

Perfusie/transfusie

= toedienen van vocht langs parenterale weg
- IV NaCl 0.9% aanschakelen  B1-handeling
- Medicatie IV  B2-handeling

Inleiding
- Waterhuishouding en vochtbalans
o Evenwicht tssn in – en outpunt (elektrolytenbalans)
o Elektrolytenkan weerslag hebben op hart- en nierfunctie
- Elektrolyten balans
o Belangrijkste: Na+, K+, Cl- en Ca
o Elektrolyten spitsen in water in ionen
 Ion = elektrisch geladen deeltje
o Kation: + en anion – (belangrijk evenwicht
- Nieren een belangrijke rol
o Bijnierschors: aldosteron k-uitscheiding stijgen terugresorptie van Na
o Bijschildklieren: parathotmoon regelt het Ca (stijgen) en fosfaatgehalte (verlagen in
het bloed
o Longen grote rol bij co² uitscheiding

o Stoornissen kunnen ernstige gevolgen hebben
o Hypo o Hyper
o Kalium  o Hartritmestoornissen o Hartritmestoornissen
altijd traag inspuiten
nooit in bolus
o Calcium o Tetanie (krampen) o Hartritmestoornissen
o Nierstenen
o Natrium o Verwardheid o Oedemen
o Coma o hypertensie

- zuur-base evenwicht
o normaal = 7.35 – 7.45
o zuur (acidose) = <7.35
o base (alkalose) = >7.45
 PH bloed onder controle door 3 syst.
 1. Het buffersysteem: bindt zuren en basen aan zich. Belangrijkste is
waterstofbicarbonaat (HCO³)
o Vooraf eiwitten, fosfaten, hemoglobine en bicarbonaat
o Niet onuitputtelijk
 2. De longen: uitscheiding van koolzuur (CO²)
o Zo kan bloed niet zuur worden
 3. De nieren: uitscheiding van zure of basische stoffen

Acidose Teveel zuur in het bloed
Respiratoir Te weinig Co² afgegeven
Metabool Teveel zuren: coma diabeticum shock
Teveel verlies basen: sterke diarree

Alcalose Teveel basen in het bloed

, Respiratour Teveel koolzuur afgegeven
Metabool Groot verlies zuren: langdurig braken
Continue maagaspiratie

Conclusie van waterhouding, elektrolytenbalans en het zuur-base-evenwicht

Normaal organisme zelf in staat om verliezen te compenseren met hulp van
Nieren
Longen
Huid
Buffers

Indicatie + doelstellingen
- Hypovolemie (te weinig bloedvolume)
o Doelstelling hypovolemische shock voorkomen of bestrijden bij:
 Groot bloedverlies
 Overmatig braken
 Hevige diarree
 Uitgebreide brandwonden  eiwit verlies !!
 Ernstige koortstoestanden  vocht verlies

- Toestand waarin patiënt niet aan normale voedingsbehoefte kan/wil voldoen
o Doel: handhaven van degelijke voedingstoestand bij
 Coma
 Zware gastro-intestinale ingrepen
 Slecht algemene toestand, ondervoed
 Aandoening aan mond of slokdarm
 Algemeen: wanneer orale voeding niet mogelijk is

- Stoornis in elektrolytenbalans of zuur base balans
o Doel: correctie therapie bij:
 Acidose
 Alkalose
 Hypokaliëmie

- Toediening van geneesmiddelen
o Doel: therapeutisch
 Aandoeningen waarbij med.
 Snel
 Langdurig
 Continue
 In grote dosis dient toegediend te worden. Sommige med enkel
verdunt via infuus
 Vb.
 A.B.
 Analgetica
 Cytostatica  chemotherapie
 Anti-arthmica
- Intoxicatie middelen
o Doel: desintoxicatie
 Normaal desintoxicatie via longen, nieren, huid en lever