METHODOLOGIE VAN GEDRAGSONDERZOEK
Dierengedrag observeren en meten:
- Medisch onderzoek (t.v.v. de mens: epilepsie, jeukreducerende medicatie,…)
- Dieren → geschikt model voor bepaalde processen (bv. leerprocessen)
- Procedures ethisch ≠ geschikt voor mensen (bv. deprivatiestudie)
Harry Harlow – jaren ‘50:
Jonge apen weggenomen bij moederdier → welk opgesteld model krijgt welke
voorkeur in welke situatie? Welke gedragingen komen voor tijdens
afzondering?
- Belangrijke fenomenen (bv. zangontw. vogels, communicatie bijen)
- Facinerend!
→ dierenwelzijn wordt steeds belangrijker, duidelijke info hiervoor is een vereiste.
1. Fasen tijdens een gedragsstudie (Fig. 5)
Belangrijke figuur!
Voorbereidende observatie
, A. Stel een vraag
• Heel ruim gezien (bv. uit nieuwsgierigheid)
• Vrij specifiek reeds informatie verworven
(Vaak terug te vinden in de titel van een wet. artikel)
B. Preliminaire observatie & hypothesen
Preliminaire of informele observaties
• Helpen om vragen en hypothesen op te stellen
• Bepalen te observeren gedragingen & op welke manier
Hypothesen
• Voorlopige en testbare verklaringen voor geobserveerde fenomenen
C. Voorspellingen vanuit hypothesen
• 1 of enkele specifieke voorspellingen die proefondervindelijk/empirisch getest kunnen worden
→ hoe specifieker, hoe gemakkelijker
(Vaak terug te vinden op het einde van de introductie van een wet. artikel)
D. Identificatie gedragsvariabelen
• Keuze voor gedragingen die helpen een antwoord te formuleren
→ onmogelijk alles te observeren
E. Keuze registratiemethode
• Hoe gedragsvariabelen verzamelen?
F. Dataverzameling
• Voldoende data verzamelen om antwoord te kunnen formuleren
→ ! vaak moeilijk te beperken !
G. Statische verwerking
• Gebruik juiste statistische methoden
• Presentatie resultaten
2. Beschrijving van het gedrag
2.1. Ethogram
= Beschrijving van de gedragingen van een diersoort waarin de gedragingen beschreven worden en
(vaak ook) onderverdeeld worden in categorieën.
• Voldoende in detail
• Aangevuld met afbeeldingen en tekeningen
Dierengedrag observeren en meten:
- Medisch onderzoek (t.v.v. de mens: epilepsie, jeukreducerende medicatie,…)
- Dieren → geschikt model voor bepaalde processen (bv. leerprocessen)
- Procedures ethisch ≠ geschikt voor mensen (bv. deprivatiestudie)
Harry Harlow – jaren ‘50:
Jonge apen weggenomen bij moederdier → welk opgesteld model krijgt welke
voorkeur in welke situatie? Welke gedragingen komen voor tijdens
afzondering?
- Belangrijke fenomenen (bv. zangontw. vogels, communicatie bijen)
- Facinerend!
→ dierenwelzijn wordt steeds belangrijker, duidelijke info hiervoor is een vereiste.
1. Fasen tijdens een gedragsstudie (Fig. 5)
Belangrijke figuur!
Voorbereidende observatie
, A. Stel een vraag
• Heel ruim gezien (bv. uit nieuwsgierigheid)
• Vrij specifiek reeds informatie verworven
(Vaak terug te vinden in de titel van een wet. artikel)
B. Preliminaire observatie & hypothesen
Preliminaire of informele observaties
• Helpen om vragen en hypothesen op te stellen
• Bepalen te observeren gedragingen & op welke manier
Hypothesen
• Voorlopige en testbare verklaringen voor geobserveerde fenomenen
C. Voorspellingen vanuit hypothesen
• 1 of enkele specifieke voorspellingen die proefondervindelijk/empirisch getest kunnen worden
→ hoe specifieker, hoe gemakkelijker
(Vaak terug te vinden op het einde van de introductie van een wet. artikel)
D. Identificatie gedragsvariabelen
• Keuze voor gedragingen die helpen een antwoord te formuleren
→ onmogelijk alles te observeren
E. Keuze registratiemethode
• Hoe gedragsvariabelen verzamelen?
F. Dataverzameling
• Voldoende data verzamelen om antwoord te kunnen formuleren
→ ! vaak moeilijk te beperken !
G. Statische verwerking
• Gebruik juiste statistische methoden
• Presentatie resultaten
2. Beschrijving van het gedrag
2.1. Ethogram
= Beschrijving van de gedragingen van een diersoort waarin de gedragingen beschreven worden en
(vaak ook) onderverdeeld worden in categorieën.
• Voldoende in detail
• Aangevuld met afbeeldingen en tekeningen