GEDRAG VARKEN
1. Sociaal gedrag – groepsleven – time budget
G EBRUIK
• Landbouwdier voor vleesconsumptie
• Kinderboerderijen
• IAD-programma’s in rusthuizen
• Proefdieren
1.1. Sociaal gedrag
• Beeldopnames van Stolba & Wood-Gush
o Gedrag gedomesticeerde varkens in semi-natuurlijke omgeving
• Wild zwijn (everzwijn) → gedomesticeerde varkens
→ in de natuur verwilderde varkens = “feral pigs”
• Sinds domesticatie ≠ enkel gedragspatroon verdwenen (kwalitatieve wijziging) wel een
kwantitatieve wijziging (minder actief, minder agressief, minder behoedzaam…)
W ILDE OF VERWILDERDE DIEREN
• Groep
o 2-4 zeugen + nakomelingen
o Beer/beren (paartijd)
▪ ‘Bachelor group’ – solitair
o Strikte dominantierelaties
▪ Onderhouden door onderdanigheid & vermijdingsgedrag laagsterangsdieren
• Activiteitengebieden (home range) ≠ groepen overlappen
GEDOMESTICEERDE DIEREN
… in beperkende omgeving
• Minder stabiele dominantierelaties → agressie vnl.
o Voedsel beschikbaar gedurende bep. tijd op bep. plaats
o Mengen van groepen / toevoegen vreemde dieren
Conflictsituaties
→ agonistisch gedrag:
• Offensieve gedragingen
o Head knocking, duwen, ‘levering’, bijten (vnl. rond nek & oren)
• Defensieve gedragingen
o In anti-parallelle omgeving staan, VH wegdraaien van aanvaller, vluchten
, Activiteitengebied
Meerdere functionele zones
• Rustplaats
• Excretieplaats
• Foerageergebied
• Drinkplaats
• Modderbad
1.2. Rust- en slaapgedrag
• Wilde beer: 50% in rust
• Gedom. Varkens: tot 85% in rust, 50% hiervan slapen
Rustplaats
• Optimale T°
o Binnen thermoneutrale zone
o Niet zweten
→ gedragsaanpassingen in warme omgeving
→ op koude substraten liggen
→ wallowing (water, modder, feces/urine)
→ rustgedrag: uitgestrekt op de zij, van elkaar
→ Ademhalingsfreq. gaat toenemen
• Geen tocht
• Rustig (≠ looplijnen, voederactiviteit)
• Comfortabele, droge, propere ondergrond
1. Sociaal gedrag – groepsleven – time budget
G EBRUIK
• Landbouwdier voor vleesconsumptie
• Kinderboerderijen
• IAD-programma’s in rusthuizen
• Proefdieren
1.1. Sociaal gedrag
• Beeldopnames van Stolba & Wood-Gush
o Gedrag gedomesticeerde varkens in semi-natuurlijke omgeving
• Wild zwijn (everzwijn) → gedomesticeerde varkens
→ in de natuur verwilderde varkens = “feral pigs”
• Sinds domesticatie ≠ enkel gedragspatroon verdwenen (kwalitatieve wijziging) wel een
kwantitatieve wijziging (minder actief, minder agressief, minder behoedzaam…)
W ILDE OF VERWILDERDE DIEREN
• Groep
o 2-4 zeugen + nakomelingen
o Beer/beren (paartijd)
▪ ‘Bachelor group’ – solitair
o Strikte dominantierelaties
▪ Onderhouden door onderdanigheid & vermijdingsgedrag laagsterangsdieren
• Activiteitengebieden (home range) ≠ groepen overlappen
GEDOMESTICEERDE DIEREN
… in beperkende omgeving
• Minder stabiele dominantierelaties → agressie vnl.
o Voedsel beschikbaar gedurende bep. tijd op bep. plaats
o Mengen van groepen / toevoegen vreemde dieren
Conflictsituaties
→ agonistisch gedrag:
• Offensieve gedragingen
o Head knocking, duwen, ‘levering’, bijten (vnl. rond nek & oren)
• Defensieve gedragingen
o In anti-parallelle omgeving staan, VH wegdraaien van aanvaller, vluchten
, Activiteitengebied
Meerdere functionele zones
• Rustplaats
• Excretieplaats
• Foerageergebied
• Drinkplaats
• Modderbad
1.2. Rust- en slaapgedrag
• Wilde beer: 50% in rust
• Gedom. Varkens: tot 85% in rust, 50% hiervan slapen
Rustplaats
• Optimale T°
o Binnen thermoneutrale zone
o Niet zweten
→ gedragsaanpassingen in warme omgeving
→ op koude substraten liggen
→ wallowing (water, modder, feces/urine)
→ rustgedrag: uitgestrekt op de zij, van elkaar
→ Ademhalingsfreq. gaat toenemen
• Geen tocht
• Rustig (≠ looplijnen, voederactiviteit)
• Comfortabele, droge, propere ondergrond