Samenvatting Inspirerend coachen: 7 vaardigheden (Jef Clement)

Inspirerend coachen – Jef Clement


Inspirerend coachen: 7 vaardigheden – Jef Clement

1. Exploreren (pg 29 tot 54)
De basisvaardigheid bestaat erin de andere te helpen verkennen. Hiervoor zijn pure aandacht en
werkelijke nieuwsgierigheid van belang met een basisinstelling: ‘Ik ben benieuwd’.

Exploreren kan op verschillende gebieden ingezet worden. Verkennen kan om een doel te
onderzoeken, nieuwe ideeën te ontwikkelen, zoeken naar een oplossing, etc.

Wees benieuwd!
 Stilstaan en je voostellingsvermogen inzetten – Hoe zie jij het juist?
 Oplossingsgedrevenheid staat goede oplossingen vaak in de weg – Even de tijd nemen. Te
snel een oplossing willen geeft tunnelvisie.
 Oplossingen de tijd geven om te groeien – Ruimte laten om vanuit ons aanvoelen op zoek te
gaan naar een idee of een oplossing waar je echt achter staat.
 Zo verkennen dat de ander iets nieuws ziet – De coach is er om te begeleiden en te
stimuleren, niet om een plaatsvervangende oplossing te verzinnen.
 Authentieke belangstelling doet de ander openbloeien – Door echte interesse te tonen
verhoog je de openheid, bereidheid om te verkennen.
 Onderzoekende aandacht vs beoordeelde aandacht - Onbevangen en onbeoordeeld kijken
naar een situatie, zonder referentiepunten.

Hindernissen: wanneer verzwakt onze aandacht?
 Als je zelf met een probleem zit, iets belangrijks houd je bezig.
 Je eigen verzonnen oplossing opdringen.
 Bevooroordeeld zijn en de mening van de ander verdringen.

Valkuil: of-of denken. Enkelvoudig luisteren
Je zit zelf met een probleem en wordt verscheurd tussen de wens om de ander aandacht te geven en
je aandacht te geven aan je eigen situatie. Door te kiezen voor één van beide los je het probleem op.
Zeggen dat je nu even geen tijd hebt en liever een nieuwe afspraak maakt. Of kiezen voor de
coachee, met het gevaar maar gedeelde aandacht te schenken.

De uitweg: én-én denken! Meervoudig luisteren
 De ‘meervoudige’ boodschap – Verwoord de hindernis én druk je belangstelling uit. ‘Mijn
hoofd staat er niet helemaal naar, maar ik ben ook wel benieuwd naar wat je wilt zeggen’.
 Aandacht geven en gelijk geven – Je kan van mening verschillen, benoem dit en luister
verder. Twee gezichtspunten vergelijken kan helpen om te zien wat essentieel is.
 Mensen willen gehoord worden – Door te benoemen, voelt men zich begrepen en gehoord.
‘Ik ben het niet met je eens, maar ik kan goed begrijpen dat je je zo voelt’.
 De magie van echte uitwisseling – Luisteren naar de ander én luisteren naar jezelf geeft
ruimte voor leren en groei.




1

, Inspirerend coachen – Jef Clement


Drie hefbomen voor exploratie

1 Explorerende vragen stellen
Een oplossing groeit vanuit een verkenning van het probleem en doel, zelf ontdekt door de coachee
met de ondersteuning van de coach. Deze is dieper geworteld en heeft meer kans op slagen.

 Stel vragen die uitnodigen om preciezer waar te nemen en te beschrijven – Vragen om
precies te kijken, beschrijvend te kijken (niet beoordelend), precieze informatie verzamelen.
o Wat was je reactie daarop? Waaraan merkte je dat?
 Belangstellende vragen – Vragen stellen die aansluiten bij de ervaring vd ander op een niet-
bedreigende manier, vanuit werkelijke interesse.
o Waar wordt je precies enthousiast door? Wat trekt je daarin juist aan?
o Hoe heb je het de vorige keer aangepakt?
 Effectieve vragen zijn vaak open en gaan over een beperkt gebied – Open vragen lokken een
veelvoud aan mogelijke antwoorden uit.
o Wat? Wanneer? Waar? Wie? Hoe?
o Beschrijf eens? Geef eens details? Verhelder eens? Vertel wat meer? -> vragen
starten met een werkwoord.
 De waaromvraag – Roept vaak een verantwoordings- en verdedigingsreflex op. Vraag liever
een beschrijving dan een verklaring.
o Waarom deed je dat zo? Vs. Vanuit welk idee deed je dit?
o Waarom is dat belangrijk? Vs. Wat daarin is belangrijk?
 Ook gesloten vragen zijn interessant – Brengen precisie en duidelijkheid in een gesprek.
o Ben je het daarmee eens? Zie je jezelf dit doen?
 Feiten en beleving – Vraag naar de beleving van de feiten en gebeurtenissen.
o Hoe was dat voor jou? Hoe voelde je je daarbij?
 Exploratie stopt niet als je ‘weet’ waar het over gaat – Blijf doorvragen en nieuwsgierig zijn,
zo komen alternatieven en oplossingen vanzelf boven.
o Hoe zal het zijn als je het doel behaald? Wat zal anders zijn? Hoe zal je jou daarbij
voelen?
 Andere explorerende interventies – Interventies die iets uitdrukken vd ervaring of beleving
vd toehoorder.
o Ik zie het niet echt, vertel eens wat meer, kan je me helpen het duidelijker te krijgen?
o Dat verbaast me, wat zorgt ervoor dat je daar zo naar kijkt?
 Verder bouwen op uitspraken – Bouw verder op opmerkingen vd coachee, laat het eerste
antwoord niet vallen, maar vraag dieper.
 Algemene stellingen en uitspraken – Vraag naar voorbeelden en concretiseringen. Bouw het
gesprek niet verder op vaag en algemeen materiaal.

2 Herformuleer en samenvatten
 Niet correct samengevat? Niet erg – De ander zal aanvullen met wat ontbreekt om zo
afgestemd te geraken.
 Inhouds-en belevingsniveau – De inhoud samenvatten, benoemen vd essentie vd
uitgesproken ideeën. De beleving benoemen, welke indruk je krijgt vh genoemde.
 Herformuleren – Ideeën, gedachten herformuleren in eigen woorden zonder interpretatie.
o Bedoel je dat …? Vat ik het goed samen met …? Dus waaraan je twijfelt is …?

2