Naam ………………………………………………………………………………..
voorbeeldexamenvragen
Opleiding 2e ba HIR
Academiejaar XXXX-XXXX
1. Halogenen kunnen verschillende verbindingen vormen met zuurstof. Veel van deze
halogeen-zuurstofverbindingen zijn sterke oxidantia, en worden aldus gebruikt in de
industrie. Zo worden dichloormonoxide (Cl2O) en voornamelijk chloordioxide (ClO2) in de
papierindustrie gebruikt om papier te bleken. Bij dit bleekproces reageert chloordioxide met
lignine, een stof die op termijn bruin verkleurt wanneer ze aan licht wordt blootgesteld. Bij
de reactie tussen chloordioxide en lignine lost het lignine op met vorming van zoutzuur, en
kan aldus worden verwijderd.
ClO2 zelf is een onstabiele stof en moet ter plaatse in de fabriek worden bereid. Dit gebeurt
door natriumchloriet (NaClO3) te laten reageren met SO2 in een zwavelzuur-oplossing. Bij
de reactie worden ClO2 en NaHSO4 gevormd.
a) Geef de deelreacties en de gebalanceerde reactievergelijking voor dit proces.
b) Omcirkel oxidans en reductans in de globale reactievergelijking.
c) Hoeveel mol elektronen worden er per mol reactievergelijking uitgewisseld?
a) Globale reactie: 2 ClO3- (aq) + SO2 (g) + H+ (aq) 2 ClO2(aq) + HSO4- (aq)
Of H2SO4 (aq) + 2 NaClO3 (aq) + SO2 (g) 2 ClO2 (aq) + 2 H2SO4(aq)
b) Oxidans = ClO3-, reductans = SO2
c) 2 mol elektronen
, Naam ………………………………………………………………………………..
2. Monofluorofosfaat is een anion met formule PO3F2−, wat overeenkomt met een
fosfaatgroep waarin een zuurstofatoom vervangen is door een fluoratoom. Het heeft een
lading -2. Het ion is wat betreft afmetingen, vorm en lading gelijkaardig aan een sulfaation
en vorm daarom gelijkaardige verbindingen. De meest bekende verbinding van
monofluorofosfaat is natriummonofluorofosfaat, veelgebruikt in tandpasta.
1. Geef de lewisstructuur met de eventuele resonantiestructuren van het ion (P =
centraal atoom)
2. Geef de formele lading van de atomen,
3. Wat is de oxidatiegraad van het centrale atoom
4. Maak van het ion een schets waarin de moleculaire geometrie duidelijk zichtbaar is,
5. Benoem de geometrie,
6. Duid op deze schets de hoeken aan, geef de theoretische waarde van deze hoeken
a) Zie hiernaast,
b) Zie hiernaast
c) +V
d) Geometrie = tetraeder, hoeken 109°
voorbeeldexamenvragen
Opleiding 2e ba HIR
Academiejaar XXXX-XXXX
1. Halogenen kunnen verschillende verbindingen vormen met zuurstof. Veel van deze
halogeen-zuurstofverbindingen zijn sterke oxidantia, en worden aldus gebruikt in de
industrie. Zo worden dichloormonoxide (Cl2O) en voornamelijk chloordioxide (ClO2) in de
papierindustrie gebruikt om papier te bleken. Bij dit bleekproces reageert chloordioxide met
lignine, een stof die op termijn bruin verkleurt wanneer ze aan licht wordt blootgesteld. Bij
de reactie tussen chloordioxide en lignine lost het lignine op met vorming van zoutzuur, en
kan aldus worden verwijderd.
ClO2 zelf is een onstabiele stof en moet ter plaatse in de fabriek worden bereid. Dit gebeurt
door natriumchloriet (NaClO3) te laten reageren met SO2 in een zwavelzuur-oplossing. Bij
de reactie worden ClO2 en NaHSO4 gevormd.
a) Geef de deelreacties en de gebalanceerde reactievergelijking voor dit proces.
b) Omcirkel oxidans en reductans in de globale reactievergelijking.
c) Hoeveel mol elektronen worden er per mol reactievergelijking uitgewisseld?
a) Globale reactie: 2 ClO3- (aq) + SO2 (g) + H+ (aq) 2 ClO2(aq) + HSO4- (aq)
Of H2SO4 (aq) + 2 NaClO3 (aq) + SO2 (g) 2 ClO2 (aq) + 2 H2SO4(aq)
b) Oxidans = ClO3-, reductans = SO2
c) 2 mol elektronen
, Naam ………………………………………………………………………………..
2. Monofluorofosfaat is een anion met formule PO3F2−, wat overeenkomt met een
fosfaatgroep waarin een zuurstofatoom vervangen is door een fluoratoom. Het heeft een
lading -2. Het ion is wat betreft afmetingen, vorm en lading gelijkaardig aan een sulfaation
en vorm daarom gelijkaardige verbindingen. De meest bekende verbinding van
monofluorofosfaat is natriummonofluorofosfaat, veelgebruikt in tandpasta.
1. Geef de lewisstructuur met de eventuele resonantiestructuren van het ion (P =
centraal atoom)
2. Geef de formele lading van de atomen,
3. Wat is de oxidatiegraad van het centrale atoom
4. Maak van het ion een schets waarin de moleculaire geometrie duidelijk zichtbaar is,
5. Benoem de geometrie,
6. Duid op deze schets de hoeken aan, geef de theoretische waarde van deze hoeken
a) Zie hiernaast,
b) Zie hiernaast
c) +V
d) Geometrie = tetraeder, hoeken 109°