GOEDERENRECHT
, Hoofdstuk 1: Soorten goederen en belang
1. Begrip en soorten van goederen.
Goederen (3.41 BW)
= Alle voorwerpen die vatbaar zijn voor toe-eigening, met vermogensrecht inbegrepen.
Lichamelijke en materiële goederen
= Alle voorwerpen die we kunnen bezitten.
Bv. Huis, boek, auto,…
Onlichamelijke goederen
= Alle voorwerpen die niet tastbaar zijn.
Bv. Rechten, merken, octrooien,…
Bijzondere categorie van goederen zijn de dieren (3.38 en 3.39 BW)
Dieren en personen zijn te onderscheiden van voorwerpen.
Dieren mogen verhandeld worden volgesn het kader van dierenwelzijn.
2. Roerende en onroerende goederen.
Roerende of onroerende goederen (3.46 BW)
Alle goederen zijn roerend of onroerend. Ook rechten behoren tot één van deze
categorieën. Goederen kunnen nooit tegelijk roerend en onroerend zijn.
2.1 Onroerende goederen.
Onroerende goederen zij in principe niet verplaatsbaar.
De 4 soorten onroerende goederen (3.47 en 3.49)
Onroerend uit hun aard.
Onroerend door incorporatie.
Onroerend door bestemming.
Onroerend door het voorwerp waarop ze betrekking hebben.
2.1.1 Onroerende goederen uit hun aard en door incorporatie.
Onroerende goederen uit aard zijn goederen die vastzitten aan de grond, zoals bouwwerken en
beplanting. Geïncorporeerde goederen zijn goederen die deel uitmaken van een erf waarmee ze
verbonden zijn, zoals een telefoonpaal, een dakgoot, een venster,…
Bomen, planten en niet-geplukte vruchten in volle grond zijn ook onroerende goederen door
incorporatie. Ze kunnen door vervroeging wel roerend worden. Planten en bomen die in een pot staan
of waarbij geen binding is met de bodem, zijn wel roerend.
2.1.2 Onroerende goederen door bestemming.
Goederen die uit hun aard roerend zijn maar een economische of esthetische band hebben met
onroerende goederen, worden onroerend door hun bestemming. Dit geldt voor goederen zoals een
spiegel aan de muur, een installatie in een winkel,…
1
, Hoofdstuk 1: Soorten goederen en belang
1. Begrip en soorten van goederen.
Goederen (3.41 BW)
= Alle voorwerpen die vatbaar zijn voor toe-eigening, met vermogensrecht inbegrepen.
Lichamelijke en materiële goederen
= Alle voorwerpen die we kunnen bezitten.
Bv. Huis, boek, auto,…
Onlichamelijke goederen
= Alle voorwerpen die niet tastbaar zijn.
Bv. Rechten, merken, octrooien,…
Bijzondere categorie van goederen zijn de dieren (3.38 en 3.39 BW)
Dieren en personen zijn te onderscheiden van voorwerpen.
Dieren mogen verhandeld worden volgesn het kader van dierenwelzijn.
2. Roerende en onroerende goederen.
Roerende of onroerende goederen (3.46 BW)
Alle goederen zijn roerend of onroerend. Ook rechten behoren tot één van deze
categorieën. Goederen kunnen nooit tegelijk roerend en onroerend zijn.
2.1 Onroerende goederen.
Onroerende goederen zij in principe niet verplaatsbaar.
De 4 soorten onroerende goederen (3.47 en 3.49)
Onroerend uit hun aard.
Onroerend door incorporatie.
Onroerend door bestemming.
Onroerend door het voorwerp waarop ze betrekking hebben.
2.1.1 Onroerende goederen uit hun aard en door incorporatie.
Onroerende goederen uit aard zijn goederen die vastzitten aan de grond, zoals bouwwerken en
beplanting. Geïncorporeerde goederen zijn goederen die deel uitmaken van een erf waarmee ze
verbonden zijn, zoals een telefoonpaal, een dakgoot, een venster,…
Bomen, planten en niet-geplukte vruchten in volle grond zijn ook onroerende goederen door
incorporatie. Ze kunnen door vervroeging wel roerend worden. Planten en bomen die in een pot staan
of waarbij geen binding is met de bodem, zijn wel roerend.
2.1.2 Onroerende goederen door bestemming.
Goederen die uit hun aard roerend zijn maar een economische of esthetische band hebben met
onroerende goederen, worden onroerend door hun bestemming. Dit geldt voor goederen zoals een
spiegel aan de muur, een installatie in een winkel,…
1