Inleiding
1.1 Psychoakoestiek:
onderzoekt de relatie tussen het fysische signaal en de waarneming ervan
- Auditieve processen worden verklaard adhv gedragsmatige experimenten
Proefpersoon geeft zelf antwoord op de vraag
- Relatie geluid-manier waarop men dit geluid hoort geeft kwantitatieve info én info
theorieën en modellen te ontwikkelen
1.1.1 Het belang van dit OPO voor logo’s & audio’s:
Geïnteresseerd id spraakeffecten
- Uiting (bedenken = neurologisch) spraakgeluid
(Articuleren = logopedisch) horen/verstaan (adiologisch)
- Psychoakoestiek = perceptieve deel
Kenmerken die ons gehoor toekent aan geluid
1st verdiepen in grenzen vh auditieve systeem
Een paar bedenkingen:
- Spraak- en muzieksignalen zijn breedbandig
Hebben te veel variabelen om gericht onderzoek te kunnen doen sinussen
gebruiken
- Spraak- en muziekperceptie zijn bovendrempelig
Psychoakoestiek focust op waarneming rond de drempel
Normaalhorende drempels zijn belangrijk referentiepunt
- Effectiviteit vh spraaksignaal is variabel
Transmissie tussen spreker en luisteraar moet goed zijn
Om duidelijkheid/verstoordheid v klank te begrijpen
Zowel productie als perceptie grondig bestuderen
- De grenzen vh auditieve systeem zijn voornamelijk bestudeerd bij jonge
normaalhorende personen
- De basisbegrippen in de psychoakoestiek hebben voornamelijk betrekking op wat er
in de cochlea gebeurt
1
,1.1.2 Het kwantificeren van waarneming:
- Fysische kenmerken vh signaal zijn meetbaar
- Perceptieve kenmerken vh signaal zijn niet meetbaar met een instrument
1.1.3 Wat houdt deze OPO in:
- Procedures
- Hoorbaarheid
Fundamentele eigenschappen vh gehoor (vb gehoordrempels)
- Frequentieselectiviteit
Oplossend vermogen vh auditieve systeem
- Temporele resolutie
Het vermogen om temporele variaties in een geluid te detecteren en over
een bepaalde tijdsduur te integreren
2
, Procedures
2.1 Beïnvloedende kenmerken:
- Stimulus reeks, taak, instructies, 1e aanbieding van een paar,
antwoordmogelijkheden, ervaring, motivatie, training, aandacht, …
2.2 Voorwaarden voor een goede test
- Gevoeligheid/ sensitiviteit
De procedure moet gevoelig genoeg zijn, maar ook niet overgevoelig (vb:
stapgrootte van een toonaudiometrie)
- Validiteit
- Betrouwbaarheid
!!!! in psychoakoestiek maakt men onderscheid tussen de taak, de methode van afname en
de beslissingsstrategie
2.3 Verschillende taken:
- Detectie
Vermogen om de aanwezigheid van een stimulus op te merken
- Discriminatie
Vermogen om verschillen tussen stimulatie op de merken
- Gelijkstelling/matchen
Het afstellen van een meetbare fysische grootheid zodanig dat 2 stimuli in
een bepaald subjectief aspect overeenkomen
- Schaling
Het afstellen van een meetbare fysische grootheid zodanig dat 2 stimuli een
zekere relatie hebben
Vb: geluidsterkte van een toon dubbel zo luid maken als ander
- Schatting
Het toekennen van een getalwaarde aan een aspect van een stimulus
- Herkenning
Een stimulus is waarneembaar, herkenbaar en identificeerbaar
- Begrip/identificatie
Er wordt betekenis verbonden aan de klank(en)
2.4 Open gesloten respons format:
OPEN
- De luisteraar kan zijn/haar antwoord vrij kiezen
Vb: “Zeg na wat je hoort”
+: detectiedrempel kan efficiënt bepaald worden
-: individuele verschillen: vooroordeel, eindeloos bijstellen, …
3
1.1 Psychoakoestiek:
onderzoekt de relatie tussen het fysische signaal en de waarneming ervan
- Auditieve processen worden verklaard adhv gedragsmatige experimenten
Proefpersoon geeft zelf antwoord op de vraag
- Relatie geluid-manier waarop men dit geluid hoort geeft kwantitatieve info én info
theorieën en modellen te ontwikkelen
1.1.1 Het belang van dit OPO voor logo’s & audio’s:
Geïnteresseerd id spraakeffecten
- Uiting (bedenken = neurologisch) spraakgeluid
(Articuleren = logopedisch) horen/verstaan (adiologisch)
- Psychoakoestiek = perceptieve deel
Kenmerken die ons gehoor toekent aan geluid
1st verdiepen in grenzen vh auditieve systeem
Een paar bedenkingen:
- Spraak- en muzieksignalen zijn breedbandig
Hebben te veel variabelen om gericht onderzoek te kunnen doen sinussen
gebruiken
- Spraak- en muziekperceptie zijn bovendrempelig
Psychoakoestiek focust op waarneming rond de drempel
Normaalhorende drempels zijn belangrijk referentiepunt
- Effectiviteit vh spraaksignaal is variabel
Transmissie tussen spreker en luisteraar moet goed zijn
Om duidelijkheid/verstoordheid v klank te begrijpen
Zowel productie als perceptie grondig bestuderen
- De grenzen vh auditieve systeem zijn voornamelijk bestudeerd bij jonge
normaalhorende personen
- De basisbegrippen in de psychoakoestiek hebben voornamelijk betrekking op wat er
in de cochlea gebeurt
1
,1.1.2 Het kwantificeren van waarneming:
- Fysische kenmerken vh signaal zijn meetbaar
- Perceptieve kenmerken vh signaal zijn niet meetbaar met een instrument
1.1.3 Wat houdt deze OPO in:
- Procedures
- Hoorbaarheid
Fundamentele eigenschappen vh gehoor (vb gehoordrempels)
- Frequentieselectiviteit
Oplossend vermogen vh auditieve systeem
- Temporele resolutie
Het vermogen om temporele variaties in een geluid te detecteren en over
een bepaalde tijdsduur te integreren
2
, Procedures
2.1 Beïnvloedende kenmerken:
- Stimulus reeks, taak, instructies, 1e aanbieding van een paar,
antwoordmogelijkheden, ervaring, motivatie, training, aandacht, …
2.2 Voorwaarden voor een goede test
- Gevoeligheid/ sensitiviteit
De procedure moet gevoelig genoeg zijn, maar ook niet overgevoelig (vb:
stapgrootte van een toonaudiometrie)
- Validiteit
- Betrouwbaarheid
!!!! in psychoakoestiek maakt men onderscheid tussen de taak, de methode van afname en
de beslissingsstrategie
2.3 Verschillende taken:
- Detectie
Vermogen om de aanwezigheid van een stimulus op te merken
- Discriminatie
Vermogen om verschillen tussen stimulatie op de merken
- Gelijkstelling/matchen
Het afstellen van een meetbare fysische grootheid zodanig dat 2 stimuli in
een bepaald subjectief aspect overeenkomen
- Schaling
Het afstellen van een meetbare fysische grootheid zodanig dat 2 stimuli een
zekere relatie hebben
Vb: geluidsterkte van een toon dubbel zo luid maken als ander
- Schatting
Het toekennen van een getalwaarde aan een aspect van een stimulus
- Herkenning
Een stimulus is waarneembaar, herkenbaar en identificeerbaar
- Begrip/identificatie
Er wordt betekenis verbonden aan de klank(en)
2.4 Open gesloten respons format:
OPEN
- De luisteraar kan zijn/haar antwoord vrij kiezen
Vb: “Zeg na wat je hoort”
+: detectiedrempel kan efficiënt bepaald worden
-: individuele verschillen: vooroordeel, eindeloos bijstellen, …
3