Ontwikkelingspsychologie
Deel 1
,Inhoudstafel
Hoofdstuk 1: (p. 4)
1.1 Drie basisvragen in de ontwikkeling
1.2 Dynamische systeembenadering
1.3 Vroege wetenschappelijke theorieën
1.4 Behaviorisme en sociale leertheorie
1.5 Piaget’s cognitive-developemntal theory
1.6 Recente theoretische perspectieven
1.7 Vergelijken van theorieën
1.8 Wetenschappelijk onderzoek
Hoofdstuk 3: (p. 17)
3.1 prenatale ontwikkeling en invloeden
3.2 De geboorte
3.3 benaderingen van de bevalling
3.4 Medische interventies
3.5 Capaciteiten van de pasgeborene
Hoofdstuk 5: (p. 27)
5.1 Theorie van Piaget
5.2 informatieverwerking
5.3 Vygotsky’s socioculturele theorie
5.4 individuele verschillen in mentale vaardigheden
5.5 Taalontwikkeling
Hoofdstuk 6: (p. 36)
6.1 Erikson’s theory of infant and Toddler personality
6.2 Ontwikkeling van emoties
6.3 Temperament en ontwikkeling
6.4 ontwikkeling van gehechtheid
Hoofdstuk 7: (p. 45)
7.1 Piagets pre operationele stadium
7.2 Vygotksy socioculturele theorie
7.3 Informatieverwerkings-theorie
7.4 Individuele verschillen in mentale ontwikkeling
7.5 Taalontwikkeling
Hoofdstuk 8: (p. 50)
8.1 Erikson: initiatief t.o.v. schuld
8.2 Zichzelf begrijpen
8.3 Emotionele ontwikkeling
8.4 Relaties met leeftijdgenoten (peers)
8.5 Fundamenten v moraliteit
8.6 Geslachtsrollen (stereotypering)
8.7 Opvoedsingsstijlen en emotionele/ sociale ontwikkeling
8.8 Kindermishandeling
2
,Hoofdstuk 9 (p. 59)
9.1 Piaget: concreet-operationele stadium
9.2 Informatieverwerking
9.3 Intelligentietests
9.4 Test beïnvloed door cultuur
9.5 Taal
9.6 0nderwijs
3
, Hoofdstuk 1:
Geschiedenis, theorie en onderzoeksmethoden
Theorie= een geordend samenhangend geheel van uitspraken en gedrag
Beschrijft, Verklaart en Voorspelt
Theorieën zijn belangrijk om 2 redenen:
Begrijpen (richting en betekenis geven aan wat we zien)
Basis voor praktijk (weten wat doen om welzijn kind te verbeteren)
1.1 Drie basisvragen in de ontwikkeling
Is ontwikkeling continu of discontinu?
o Continu= Geleidelijk uitbreiden van zelfde
soort vaardigheden die er in begin al waren
Bv. altijd meer van hetzelfde muziekstukje
o Discontinu= nieuwe manieren van reageren
in specifieke periodes
Bv. Begrijpt de muziek nu op een beter
niveau
o Stadia (discontinu)= kwalitatieve
veranderingen in denken en doen,
kenmerkend door bep perioden, trede van
verandering
Is er 1 verloop vd ontwikkeling of meerdere?
o Vroeger: aanhangers van stadia-theorieën: iedereen doorloopt zelfde sequentie van
ontwikkeling
o Nu: meerdere vormen van ontwikkeling mogelijk door contexten
Persoonlijkheidskenmerken, omgevingskenmerken (bv hoe moeder met kind
omgaat)
Wat is de relatieve invloed van erfelijkheid en omgeving?
o Erfelijkheid: erf info
o Omgeving: fys en soc factoren, beïnvloedt bio en psycho ontw
o Stabiliteit: behouden v relatieve positie
Erfelijkheid
Levenslange patronen door vroegere ervaringen
o Plasticiteit: verandering is mogelijk
Ontwikkeling open voor levenslange verandering
Verandering gebaseerd op belangrijke ervaringen
4
Deel 1
,Inhoudstafel
Hoofdstuk 1: (p. 4)
1.1 Drie basisvragen in de ontwikkeling
1.2 Dynamische systeembenadering
1.3 Vroege wetenschappelijke theorieën
1.4 Behaviorisme en sociale leertheorie
1.5 Piaget’s cognitive-developemntal theory
1.6 Recente theoretische perspectieven
1.7 Vergelijken van theorieën
1.8 Wetenschappelijk onderzoek
Hoofdstuk 3: (p. 17)
3.1 prenatale ontwikkeling en invloeden
3.2 De geboorte
3.3 benaderingen van de bevalling
3.4 Medische interventies
3.5 Capaciteiten van de pasgeborene
Hoofdstuk 5: (p. 27)
5.1 Theorie van Piaget
5.2 informatieverwerking
5.3 Vygotsky’s socioculturele theorie
5.4 individuele verschillen in mentale vaardigheden
5.5 Taalontwikkeling
Hoofdstuk 6: (p. 36)
6.1 Erikson’s theory of infant and Toddler personality
6.2 Ontwikkeling van emoties
6.3 Temperament en ontwikkeling
6.4 ontwikkeling van gehechtheid
Hoofdstuk 7: (p. 45)
7.1 Piagets pre operationele stadium
7.2 Vygotksy socioculturele theorie
7.3 Informatieverwerkings-theorie
7.4 Individuele verschillen in mentale ontwikkeling
7.5 Taalontwikkeling
Hoofdstuk 8: (p. 50)
8.1 Erikson: initiatief t.o.v. schuld
8.2 Zichzelf begrijpen
8.3 Emotionele ontwikkeling
8.4 Relaties met leeftijdgenoten (peers)
8.5 Fundamenten v moraliteit
8.6 Geslachtsrollen (stereotypering)
8.7 Opvoedsingsstijlen en emotionele/ sociale ontwikkeling
8.8 Kindermishandeling
2
,Hoofdstuk 9 (p. 59)
9.1 Piaget: concreet-operationele stadium
9.2 Informatieverwerking
9.3 Intelligentietests
9.4 Test beïnvloed door cultuur
9.5 Taal
9.6 0nderwijs
3
, Hoofdstuk 1:
Geschiedenis, theorie en onderzoeksmethoden
Theorie= een geordend samenhangend geheel van uitspraken en gedrag
Beschrijft, Verklaart en Voorspelt
Theorieën zijn belangrijk om 2 redenen:
Begrijpen (richting en betekenis geven aan wat we zien)
Basis voor praktijk (weten wat doen om welzijn kind te verbeteren)
1.1 Drie basisvragen in de ontwikkeling
Is ontwikkeling continu of discontinu?
o Continu= Geleidelijk uitbreiden van zelfde
soort vaardigheden die er in begin al waren
Bv. altijd meer van hetzelfde muziekstukje
o Discontinu= nieuwe manieren van reageren
in specifieke periodes
Bv. Begrijpt de muziek nu op een beter
niveau
o Stadia (discontinu)= kwalitatieve
veranderingen in denken en doen,
kenmerkend door bep perioden, trede van
verandering
Is er 1 verloop vd ontwikkeling of meerdere?
o Vroeger: aanhangers van stadia-theorieën: iedereen doorloopt zelfde sequentie van
ontwikkeling
o Nu: meerdere vormen van ontwikkeling mogelijk door contexten
Persoonlijkheidskenmerken, omgevingskenmerken (bv hoe moeder met kind
omgaat)
Wat is de relatieve invloed van erfelijkheid en omgeving?
o Erfelijkheid: erf info
o Omgeving: fys en soc factoren, beïnvloedt bio en psycho ontw
o Stabiliteit: behouden v relatieve positie
Erfelijkheid
Levenslange patronen door vroegere ervaringen
o Plasticiteit: verandering is mogelijk
Ontwikkeling open voor levenslange verandering
Verandering gebaseerd op belangrijke ervaringen
4