Nederlands
Spelling:
Werkwoorden:
Tegenwoordige tijd:
1. Hoofdregel:
2e en 3e persoon enkelvoud = + ‘-t’ bij de stam
Voorbeeld:
Studeren vinden juichen
Ik studeer ik vind ik juich
Jij stuurt jij vindt jij juicht
Hij stuurt hij vindt hij juicht
Let op:
‘Naar verluidt’ is altijd 3e persoon enkelvoud.
Maar:
Als pv voor het onderwerp ‘je/ jij’ staat = inversie → geen ‘-t’
Voorbeeld:
je fietst fiets je?
je antwoordt antwoord je?
Let op:
De regelt geldt niet als ‘je’ het meewerkend voorwerp of bezittelijk
voornaamwoord
Voorbeeld:
Op het examen wordt je gevraagd om het aanwezigheidsblad te tekenen.
2. Verleden tijd en voltooid deelwoord van zwakke
werkwoorden:
Regel ’t kofschip:
- Stam + te (verleden tijd) | (ge) + stam + t (voltooid deelwoord) =
laatste klank die je hoort in de infinitief (voor -en), is de medeklinker
van ’t kofschip of een sj-klank.
Voorbeeld:
Infintief O.v.t. (= verleden tijd) Voltooid deelwoord
Missen Miste Gemist
Lokken Lokte Gelokt
Onderstrepen Onderstreepte Onderstreept
De speler miste een heel belangrijke wedstrijd.
Zij werd met allerlei valse voorwendsels naar België gelokt.
Heb jij alle correcte woorden onderstreept?
1
,- Stam + de (verleden tijd) | (ge) + stam + d (voltooid deelwoord) =
laatste klank die je hoort in de infinitief (voor -en), is geen medeklinker
van ‘kofschip of een klinker.
Voorbeeld:
Infintief O.v.t. (= verleden tijd) Voltooid deelwoord
Branden Brandde Gebrand
Huilen Huilde Gehuild
Skiën Skiede Geskied
3. Het voltooid deelwoord als adjectief:
- Eindigt voltooid deelwoord op ‘-en’ = niet veranderen aan de schrijfwijze.
Voorbeeld:
Het gebakken brood ruikt lekker.
- Eindigt voltooid deelwoord op ‘-t’ of ‘-d’ = + ‘-e’.
Voorbeeld:
Het gestrande schip wordt straks losgetrokken.
Let op:
Als het eindigt op ‘-t’ of ‘-d’, moet je bij een korte klank de medeklinker
verdubbelen en bij een lange klank verdubbeld de medeklinker niet.
Voorbeeld:
De uitgeputte mannen liggen in het gras.
De vergrote foto staat echt beeldig op de kast.
Tip:
Stam + ‘ge-‘ + ‘-e’
4. Imperatief:
- De imperatief = gebod of verbod.
Voorbeeld:
Kom hier!
Word volwassen!
Tip:
‘Hij’ is altijd enkelvoud
Let op:
Als een imperatief gevolgd wordt door ‘u’ die het onderwerp is =
werkwoord + ‘-t’.
Voorbeeld:
Meldt u zich aan de receptie!
Denkt u gerust nog wat na!
Tip:
2
, Gebruik hiervoor het werkwoord ‘zich draaien’ → Draait u zich even om.
Let op:
Als ‘u’ de betekenis heeft van ‘zich’ (= wederkerend voornaamwoord) =
geen ‘-t’.
Voorbeeld:
Wind u niet zo op.
Hoed u voor oplichters.
Opmerking:
Stam + ‘-t’ is de verouderde vorm van de gebiedende wijs = oude, vaste
uitdrukkingen (Bijbelteksten/ liedjes).
Voorbeeld:
Komt allen tezamen!
Bezint eer ge begint!
5. Enkele twijfelgevallen:
- Let op:
Hij wil = correct.
Hij wilt = fout.
Stamtijden ‘probleemwerkwoorden’:
Infintief O.v.t. (= verleden tijd) Voltooid deelwoord
Aanzien Zag aan Aangezien
Afgelasten Gelastte af Afgelast
Bederven Bedierf Bedorven
Bevelen Beval Bevolen
Eten At Gegeten
Graven Groef Gegraven
Hangen Hing Gehangen
Jagen (op jacht) Jaagde Gejaagd
Jagen (andere betekenis) Joeg Gejaagd
Klagen Klaagde Geklaagd
Kunnen Kon Gekund
Lezen Las Gelezen
Overhalen Haalde over Overgehaald
Prijzen (loven) Prees Geprezen
Prijzen (prijs bepalen) Prijsde Geprijsd
Rijzen Rees Gerezen
3
, Schrikken Schrok Geschrokken
Skiën Skiede Geskied
Slaan Sloeg Geslagen
Steken Stak Gestoken
Stofzuigen Stofzuigde Gestofzuigd
Varen Voer Gevaren
Vragen Vroeg Gevraagd
Willen Wilde/ wou Gewild
6. Engelse werkwoorden:
= zwakke, regelmatige Nederlandse werkwoorden → ’t kofschip:
- Uitspraak van de stam eindigt op een van de medeklinkers van ’t
kofschip of sj-klank = werkwoord in de verleden tijd ‘-te’ en eindigt
voltooid deelwoord op ‘-t’.
Voorbeeld:
Infintief O.v.t. (= verleden tijd) Voltooid deelwoord
Faxen Faxte Gefaxt
Brunchen Brunchte Gebruncht
- Andere gevallen = werkwoord in verleden tijd ‘-de’ en eindigt voltooid
deelwoord op ‘-d’.
o Stam van werkwoord eindigt op een klinker.
Voorbeeld:
Infintief O.v.t. (= verleden Voltooid deelwoord
o tijd)
Fonduen Fondude Gefonduud
Rugbyen Rugbyde Gerugbyd
Taxiën Taxiede Getaxied
Uitspraak van stam eindigt op stemhebbende medeklinker
Infintief O.v.t. (= verleden Voltooid deelwoord
tijd)
Scrabbelen Scrabbelde Gescrabbeld
Showen Showde Geshowd
Voorbeeld:
4
Spelling:
Werkwoorden:
Tegenwoordige tijd:
1. Hoofdregel:
2e en 3e persoon enkelvoud = + ‘-t’ bij de stam
Voorbeeld:
Studeren vinden juichen
Ik studeer ik vind ik juich
Jij stuurt jij vindt jij juicht
Hij stuurt hij vindt hij juicht
Let op:
‘Naar verluidt’ is altijd 3e persoon enkelvoud.
Maar:
Als pv voor het onderwerp ‘je/ jij’ staat = inversie → geen ‘-t’
Voorbeeld:
je fietst fiets je?
je antwoordt antwoord je?
Let op:
De regelt geldt niet als ‘je’ het meewerkend voorwerp of bezittelijk
voornaamwoord
Voorbeeld:
Op het examen wordt je gevraagd om het aanwezigheidsblad te tekenen.
2. Verleden tijd en voltooid deelwoord van zwakke
werkwoorden:
Regel ’t kofschip:
- Stam + te (verleden tijd) | (ge) + stam + t (voltooid deelwoord) =
laatste klank die je hoort in de infinitief (voor -en), is de medeklinker
van ’t kofschip of een sj-klank.
Voorbeeld:
Infintief O.v.t. (= verleden tijd) Voltooid deelwoord
Missen Miste Gemist
Lokken Lokte Gelokt
Onderstrepen Onderstreepte Onderstreept
De speler miste een heel belangrijke wedstrijd.
Zij werd met allerlei valse voorwendsels naar België gelokt.
Heb jij alle correcte woorden onderstreept?
1
,- Stam + de (verleden tijd) | (ge) + stam + d (voltooid deelwoord) =
laatste klank die je hoort in de infinitief (voor -en), is geen medeklinker
van ‘kofschip of een klinker.
Voorbeeld:
Infintief O.v.t. (= verleden tijd) Voltooid deelwoord
Branden Brandde Gebrand
Huilen Huilde Gehuild
Skiën Skiede Geskied
3. Het voltooid deelwoord als adjectief:
- Eindigt voltooid deelwoord op ‘-en’ = niet veranderen aan de schrijfwijze.
Voorbeeld:
Het gebakken brood ruikt lekker.
- Eindigt voltooid deelwoord op ‘-t’ of ‘-d’ = + ‘-e’.
Voorbeeld:
Het gestrande schip wordt straks losgetrokken.
Let op:
Als het eindigt op ‘-t’ of ‘-d’, moet je bij een korte klank de medeklinker
verdubbelen en bij een lange klank verdubbeld de medeklinker niet.
Voorbeeld:
De uitgeputte mannen liggen in het gras.
De vergrote foto staat echt beeldig op de kast.
Tip:
Stam + ‘ge-‘ + ‘-e’
4. Imperatief:
- De imperatief = gebod of verbod.
Voorbeeld:
Kom hier!
Word volwassen!
Tip:
‘Hij’ is altijd enkelvoud
Let op:
Als een imperatief gevolgd wordt door ‘u’ die het onderwerp is =
werkwoord + ‘-t’.
Voorbeeld:
Meldt u zich aan de receptie!
Denkt u gerust nog wat na!
Tip:
2
, Gebruik hiervoor het werkwoord ‘zich draaien’ → Draait u zich even om.
Let op:
Als ‘u’ de betekenis heeft van ‘zich’ (= wederkerend voornaamwoord) =
geen ‘-t’.
Voorbeeld:
Wind u niet zo op.
Hoed u voor oplichters.
Opmerking:
Stam + ‘-t’ is de verouderde vorm van de gebiedende wijs = oude, vaste
uitdrukkingen (Bijbelteksten/ liedjes).
Voorbeeld:
Komt allen tezamen!
Bezint eer ge begint!
5. Enkele twijfelgevallen:
- Let op:
Hij wil = correct.
Hij wilt = fout.
Stamtijden ‘probleemwerkwoorden’:
Infintief O.v.t. (= verleden tijd) Voltooid deelwoord
Aanzien Zag aan Aangezien
Afgelasten Gelastte af Afgelast
Bederven Bedierf Bedorven
Bevelen Beval Bevolen
Eten At Gegeten
Graven Groef Gegraven
Hangen Hing Gehangen
Jagen (op jacht) Jaagde Gejaagd
Jagen (andere betekenis) Joeg Gejaagd
Klagen Klaagde Geklaagd
Kunnen Kon Gekund
Lezen Las Gelezen
Overhalen Haalde over Overgehaald
Prijzen (loven) Prees Geprezen
Prijzen (prijs bepalen) Prijsde Geprijsd
Rijzen Rees Gerezen
3
, Schrikken Schrok Geschrokken
Skiën Skiede Geskied
Slaan Sloeg Geslagen
Steken Stak Gestoken
Stofzuigen Stofzuigde Gestofzuigd
Varen Voer Gevaren
Vragen Vroeg Gevraagd
Willen Wilde/ wou Gewild
6. Engelse werkwoorden:
= zwakke, regelmatige Nederlandse werkwoorden → ’t kofschip:
- Uitspraak van de stam eindigt op een van de medeklinkers van ’t
kofschip of sj-klank = werkwoord in de verleden tijd ‘-te’ en eindigt
voltooid deelwoord op ‘-t’.
Voorbeeld:
Infintief O.v.t. (= verleden tijd) Voltooid deelwoord
Faxen Faxte Gefaxt
Brunchen Brunchte Gebruncht
- Andere gevallen = werkwoord in verleden tijd ‘-de’ en eindigt voltooid
deelwoord op ‘-d’.
o Stam van werkwoord eindigt op een klinker.
Voorbeeld:
Infintief O.v.t. (= verleden Voltooid deelwoord
o tijd)
Fonduen Fondude Gefonduud
Rugbyen Rugbyde Gerugbyd
Taxiën Taxiede Getaxied
Uitspraak van stam eindigt op stemhebbende medeklinker
Infintief O.v.t. (= verleden Voltooid deelwoord
tijd)
Scrabbelen Scrabbelde Gescrabbeld
Showen Showde Geshowd
Voorbeeld:
4