Tentamen samenvattingsdocument,
Belastingrecht
Inhoudsopgave
Hoofdstuk 1: Algemene inleiding .................................................................................................. 1
Hoofdstuk 2: Algemene wet inzake rijksbelastingen ...................................................................... 4
Hoofdstuk 4: Inleiding inkomstenbelasting.................................................................................... 7
Hoofdstuk 5: Box 1: winst uit onderneming..................................................................................10
Hoofdstuk 6: Box 1: werk en inkomen ..........................................................................................16
Hoofdstuk 7: Box 2: belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang (AB) ..........................................17
Hoofdstuk 9: Vennootschapsbelasting .........................................................................................18
Bij leningen altijd uit gaan van de rente in zakelijke verhoudingen en niet wat er is afgesproken!
Hoofdstuk 1: Algemene inleiding
,De 2 functies van belastingen:
• Budgettaire functie (fiscaal doel):
o De belastingopbrengst draagt bij aan de financiering van de collectieve goederen en
diensten.
• Instrumentele functie (niet-fiscaal doel):
o Het gaat niet om het geld, maar om het doel: zoals het beschermen van de nationale
bedrijvigheid.
Financiering overheid:
• Belastingen:
o Je krijgt hierbij geen duidelijk beeld waarvoor je betaald.
• Retributies:
o Je krijgt hierbij een duidelijk beeld waarvoor je betaald (rijbewijs, vergunningen).
• Sociale premies:
o Volksverzekeringen (AOW);
o Werknemersverzekeringen.
• Overige inkomsten.
Opbouw van de belastingwetten:
• Het subject van de heffing:
o Degene die de belasting verschuldigd is.
• Het object van de heffing:
o Het bedrag waarover de belasting verschuldigd is.
• De wijze van heffing:
o Op welke manier is de belasting verschuldigd.
• Het verschuldigde tarief of bedrag.
Een aantal termen:
• Nagenoeg geheel => 90%
• Hoofdzakelijk => 70%
• Grotendeels => 50%
• In belangrijke mate => 30%
• Bijkomstig =< 10%
Indeling van de belastingen:
• Directe en indirecte belastingen:
o Direct: je krijgt het meteen van de belasting verschuldigde (LB).
o Indirect: je krijgt het van een tussenpersoon (OB).
• Aanslag- en aangiftebelastingen:
o Aanslag-: aangifte doen -> inspecteur stelt de verschuldigde belasting op.
▪ (IB en Vpb)
o Aangifte-: aangifte doen -> zelf verschuldigde belasting berekenen en overmaken.
▪ (LB, DB en OB)
o Verder heb je nog:
▪ Voldoeningsbelasting: je bent zelf de belasting verschuldigd (OB).
▪ Afdrachtsbelasting: je bent niet zelf de belasting verschuldigd (werkgever
voor zijn werknemer).
• Tijdstip- en tijdvakbelastingen;
o Op welke termijn heeft de belasting toepassing.
▪ Tijdvak-: omzetbelasting
, ▪ Tijdstip-: erfbelasting (schuldig op moment van overlijden),
dividendbelasting, schenkbelasting (het moment van schenken).
• Subjectieve en objectieve belastingen:
o Subjectieve: persoonlijke factoren spelen hier een rol (leeftijd).
Verdeling van de soorten belastingen:
Loonbelastin Inkomstenbelasti Vennootschapsbelasti Omzetbelasti
g (LB) ng (IB) ng (Vpb) ng (OB)
Directe belasting X X X
Indirecte belasting X
Tijdvakbelasting X X X X
Tijdstipbelasting
Aanslagbelasting X X
Aangiftebelasting X X
Afdrachtsbelasting X
Voldoeningsbelasti X
ng
Subjectieve X X X
belasting
Objectieve X
belasting
Vindplaatsen in belastingrecht:
• Wetgeving;
• Uitvoeringsregelingen en -besluiten;
• Europese richtlijnen;
• Besluiten van de staatssecretaris;
• Algemene beginselen van behoorlijk bestuur;
• Rechtspraak (jurisprudentie).
Uitvoeringsregelingen en -besluiten:
• Uitvoeringsbesluit: er wordt verwezen naar een algemene maatregel van bestuur.
• Uitvoeringsregeling (-beschikking): er wordt verwezen naar een ministeriële regeling.
o Een uitvoeringsbesluit staat hoger dan een uitvoeringsregeling.
Algemene beginselen van behoorlijk bestuur:
• De Belastingdienst moet zich bij het heffen en innen van belasting houden aan de wettelijke
regels en mag hier niet van afwijken.
o Vertrouwensbeginsel (blz. 9):
▪ Een belastingplichtige moet erop kunnen vertrouwen dat de Belastingdienst
haar toezeggingen nakomt.
• Hier kan alleen een beroep op worden gedaan, als hij/zij schriftelijk
bewijs heeft.
o Gelijkheidsbeginsel (blz. 9):
▪ De Belastingdienst mag geen onderscheid maken bij het toepassen van de
belastingwetten.
• Hier kan alleen en beroep op worden gedaan, als in de meerderheid
van de gevallen dezelfde ‘fout’ is gemaakt.
Belastingrecht
Inhoudsopgave
Hoofdstuk 1: Algemene inleiding .................................................................................................. 1
Hoofdstuk 2: Algemene wet inzake rijksbelastingen ...................................................................... 4
Hoofdstuk 4: Inleiding inkomstenbelasting.................................................................................... 7
Hoofdstuk 5: Box 1: winst uit onderneming..................................................................................10
Hoofdstuk 6: Box 1: werk en inkomen ..........................................................................................16
Hoofdstuk 7: Box 2: belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang (AB) ..........................................17
Hoofdstuk 9: Vennootschapsbelasting .........................................................................................18
Bij leningen altijd uit gaan van de rente in zakelijke verhoudingen en niet wat er is afgesproken!
Hoofdstuk 1: Algemene inleiding
,De 2 functies van belastingen:
• Budgettaire functie (fiscaal doel):
o De belastingopbrengst draagt bij aan de financiering van de collectieve goederen en
diensten.
• Instrumentele functie (niet-fiscaal doel):
o Het gaat niet om het geld, maar om het doel: zoals het beschermen van de nationale
bedrijvigheid.
Financiering overheid:
• Belastingen:
o Je krijgt hierbij geen duidelijk beeld waarvoor je betaald.
• Retributies:
o Je krijgt hierbij een duidelijk beeld waarvoor je betaald (rijbewijs, vergunningen).
• Sociale premies:
o Volksverzekeringen (AOW);
o Werknemersverzekeringen.
• Overige inkomsten.
Opbouw van de belastingwetten:
• Het subject van de heffing:
o Degene die de belasting verschuldigd is.
• Het object van de heffing:
o Het bedrag waarover de belasting verschuldigd is.
• De wijze van heffing:
o Op welke manier is de belasting verschuldigd.
• Het verschuldigde tarief of bedrag.
Een aantal termen:
• Nagenoeg geheel => 90%
• Hoofdzakelijk => 70%
• Grotendeels => 50%
• In belangrijke mate => 30%
• Bijkomstig =< 10%
Indeling van de belastingen:
• Directe en indirecte belastingen:
o Direct: je krijgt het meteen van de belasting verschuldigde (LB).
o Indirect: je krijgt het van een tussenpersoon (OB).
• Aanslag- en aangiftebelastingen:
o Aanslag-: aangifte doen -> inspecteur stelt de verschuldigde belasting op.
▪ (IB en Vpb)
o Aangifte-: aangifte doen -> zelf verschuldigde belasting berekenen en overmaken.
▪ (LB, DB en OB)
o Verder heb je nog:
▪ Voldoeningsbelasting: je bent zelf de belasting verschuldigd (OB).
▪ Afdrachtsbelasting: je bent niet zelf de belasting verschuldigd (werkgever
voor zijn werknemer).
• Tijdstip- en tijdvakbelastingen;
o Op welke termijn heeft de belasting toepassing.
▪ Tijdvak-: omzetbelasting
, ▪ Tijdstip-: erfbelasting (schuldig op moment van overlijden),
dividendbelasting, schenkbelasting (het moment van schenken).
• Subjectieve en objectieve belastingen:
o Subjectieve: persoonlijke factoren spelen hier een rol (leeftijd).
Verdeling van de soorten belastingen:
Loonbelastin Inkomstenbelasti Vennootschapsbelasti Omzetbelasti
g (LB) ng (IB) ng (Vpb) ng (OB)
Directe belasting X X X
Indirecte belasting X
Tijdvakbelasting X X X X
Tijdstipbelasting
Aanslagbelasting X X
Aangiftebelasting X X
Afdrachtsbelasting X
Voldoeningsbelasti X
ng
Subjectieve X X X
belasting
Objectieve X
belasting
Vindplaatsen in belastingrecht:
• Wetgeving;
• Uitvoeringsregelingen en -besluiten;
• Europese richtlijnen;
• Besluiten van de staatssecretaris;
• Algemene beginselen van behoorlijk bestuur;
• Rechtspraak (jurisprudentie).
Uitvoeringsregelingen en -besluiten:
• Uitvoeringsbesluit: er wordt verwezen naar een algemene maatregel van bestuur.
• Uitvoeringsregeling (-beschikking): er wordt verwezen naar een ministeriële regeling.
o Een uitvoeringsbesluit staat hoger dan een uitvoeringsregeling.
Algemene beginselen van behoorlijk bestuur:
• De Belastingdienst moet zich bij het heffen en innen van belasting houden aan de wettelijke
regels en mag hier niet van afwijken.
o Vertrouwensbeginsel (blz. 9):
▪ Een belastingplichtige moet erop kunnen vertrouwen dat de Belastingdienst
haar toezeggingen nakomt.
• Hier kan alleen een beroep op worden gedaan, als hij/zij schriftelijk
bewijs heeft.
o Gelijkheidsbeginsel (blz. 9):
▪ De Belastingdienst mag geen onderscheid maken bij het toepassen van de
belastingwetten.
• Hier kan alleen en beroep op worden gedaan, als in de meerderheid
van de gevallen dezelfde ‘fout’ is gemaakt.