Spiertabellen
Anatomie
1/77
, Spieren van het bovenste lidmaat
Spieren die de romp verbinden met de schoudergordel (&arm: 2)
Spier Oorsprong Insertie Werking Innervatie
M. Trapezius - Midden schedel : aan linea - Pars descendens: lateraal /3 1
- Extensie hoofd en hals bij - N. Accessorius (XI)
nuchalis superior clavicula gefixeerde schouder (diepe zijde spier)
- Processus spinosi C1 T11-12 - Pars transversa: acromion, - Contractie volledige spier: - Plexus cervicalis
spina scapulae retractie scapula (kleine takjes C3-C4)
Opm. : Door minder ontwikkelde - Pars ascendens: mediaal - Pars descendens: elevatie
processi spinosi in cervicaal uiteinde spina scapula scapula
gebied eerder aanhechting - Pars transversa: retractie
lig.nuchae scapula
- Pars ascendens: retractie,
=meest oppervlakkige spier depressie en exorotatie scapula
Bv. indien rechter scapula rotatie
in tegenwijzerin, cav gl nr boven
M. Latissimus dorsi - Processus spinosi T6 L5 (via Crista tuberculi minoris - Adductie, retroflexie en N. Thoracodorsalis
fascia thoracolumbalis) (humerus) endorotatie vd bovenarm (fasciculus post pl
- Achterste 1/3 van de crista iliaca (craniaal deel bedekt door - Retractie & endorotatie scapula brach)
- Costae 8 à 9 12 trapezius) (+ trap + rhomb)
- Angulus inferior scapulae - depressie vd scapula
- klimspier
=grootste, breedste en
krachtigste spier vd romp Vormt achterste okselplooi
M. Rhomboideus major Processus spinosi T2- T4 Margo medialis scapulae : van - Retractie scapula N. Dorsalis scapulae
brede oorsprong spina scapulae - Rotatie scapula (cavitas gl
tot angulus inferior schuin omlaag) = endorotatie
- Elevatie scapula
In synergie met middenste vezels
m.trapezius
2/77
, M. Rhomboideus minor Processi spinosi C6 C7& T1 Margo medialis scapulae -Retractie en rotatie scapula N. Dorsalis scapulae
Brede basis spina scapulae (cavitas gl schuin omlaag) =
endorotatie
-Elevatie scapula
In synergie met middenste vezels
m.trapezius
M. Levator scapulae Tuberculum posterius processus - Angulus superior - Elevatie scapula N. Dorsalis scapulae
transversi C1 C4 -Bovenste margo medialis (synergie bovenste vezels m.trapezius)
- Rotatie scapula (cav gl naar
beneden)= endorotatie
scapula
- Ophanging schoudergordel
M. Serratus anterior Laterale zijde costae 1 9 Voorzijde scapula; angulus sup, - Protractie scapula (antagonist N. Thoracicus longus
margo medialis en angulus rhomboideus, middenste vezels (rami verntrales C5-C7)
Opm. ligt opp van inferior trapezius & latissimus dorsi)
m.subscapularis - Rotatie scapula (cav gl naar (laterale zijde, met a. &
Bij parese: scapula alata / craniaal )= exorotatie v.)
winging = Margo medialis komt - Scapula tegen costae houden =
los vd rug fixatie
-Bovenste vezels: elevatie
- Pars clavicularis: - Crista tuberculi maioris - Pars clavicularis: nn. Pectorales med &
• anterieure, mediale helft (overdekt latissimus dorsi) • adductie en anteflexie lat uit fasciculus
clavicula - Gekruist verloop van vezels humerus medialis & lateralis uit
- Pars sternocostalis: • endorotatie humerus pl brachialis
• voorzijde sternum en Vormt voorste okselplooi =synergist lat.dorsi
ribkraakbeen 1-2 tot 6-7) Trigonum clavipectorale / - Pars sternocostalis en (diepe zijde spier)
- Pars abdominalis: deltopectorale groeve v. abdominalis:
• oppervlakkige zijde m.rectus Mohrenheim: tss deltoideus & •elevatie ribben
M. Pectoralis maior abdominis pect major v.cephalica (hulpademhalingsspier)
3/77
, M. Pectoralis minor Costae 2-3 5, lateraal van Processus coracoideus - Protractie en depressie scapula Nn. pectorales med &
ribkraakbeen (synergie serratus ant ) lat uit fasciculus
- Endorotatie scapula (synergie medialis & lateralis uit
lev scapulae en rhomboidei) pl brachialis
in synergie met m.serratus ant
Fascia clavipectoralis bedekt pect
minor tot onderrand clavicula
M. Subclavius Costa 1, tussen rib en Sulcus m. subclavii (onderzijde Fixatie clavicula tegen sternum: n. Subclavius uit
ribkraakbeen extremitas acromialis) stabilisatie sternoclaviculair truncus superior pl
gewricht + brachialis
Bedekt onderzijde clavicula hulpademhalingsspier
Spieren die schoudergordel verbinden met arm
Spier Oorsprong Insertie Werking Innervatie
Rotatorcuffspieren:
Fossa supraspinata - Craniaal van tuberculum majus - Abductie humerus tot 90° n. Suprascapularis
- Gewrichtkapsel (initiatie)
Loopt onder acromion & lig coraco- - Fixatie humeruskop tegen cavitas (in fossa supraspinata
acromiale naar caput humeri.
glenoidalis: verhindert caudale door incisura scapulae)
Tss caput humeri en acromion ligt
luxatie omw zwaartekracht
bursa subacromialis
bursitis: pijn bij abductie
geen rotator!!!
Rotatorcuffspieren: rol in
stabilisatie schoudergewricht!!!
4/77
Anatomie
1/77
, Spieren van het bovenste lidmaat
Spieren die de romp verbinden met de schoudergordel (&arm: 2)
Spier Oorsprong Insertie Werking Innervatie
M. Trapezius - Midden schedel : aan linea - Pars descendens: lateraal /3 1
- Extensie hoofd en hals bij - N. Accessorius (XI)
nuchalis superior clavicula gefixeerde schouder (diepe zijde spier)
- Processus spinosi C1 T11-12 - Pars transversa: acromion, - Contractie volledige spier: - Plexus cervicalis
spina scapulae retractie scapula (kleine takjes C3-C4)
Opm. : Door minder ontwikkelde - Pars ascendens: mediaal - Pars descendens: elevatie
processi spinosi in cervicaal uiteinde spina scapula scapula
gebied eerder aanhechting - Pars transversa: retractie
lig.nuchae scapula
- Pars ascendens: retractie,
=meest oppervlakkige spier depressie en exorotatie scapula
Bv. indien rechter scapula rotatie
in tegenwijzerin, cav gl nr boven
M. Latissimus dorsi - Processus spinosi T6 L5 (via Crista tuberculi minoris - Adductie, retroflexie en N. Thoracodorsalis
fascia thoracolumbalis) (humerus) endorotatie vd bovenarm (fasciculus post pl
- Achterste 1/3 van de crista iliaca (craniaal deel bedekt door - Retractie & endorotatie scapula brach)
- Costae 8 à 9 12 trapezius) (+ trap + rhomb)
- Angulus inferior scapulae - depressie vd scapula
- klimspier
=grootste, breedste en
krachtigste spier vd romp Vormt achterste okselplooi
M. Rhomboideus major Processus spinosi T2- T4 Margo medialis scapulae : van - Retractie scapula N. Dorsalis scapulae
brede oorsprong spina scapulae - Rotatie scapula (cavitas gl
tot angulus inferior schuin omlaag) = endorotatie
- Elevatie scapula
In synergie met middenste vezels
m.trapezius
2/77
, M. Rhomboideus minor Processi spinosi C6 C7& T1 Margo medialis scapulae -Retractie en rotatie scapula N. Dorsalis scapulae
Brede basis spina scapulae (cavitas gl schuin omlaag) =
endorotatie
-Elevatie scapula
In synergie met middenste vezels
m.trapezius
M. Levator scapulae Tuberculum posterius processus - Angulus superior - Elevatie scapula N. Dorsalis scapulae
transversi C1 C4 -Bovenste margo medialis (synergie bovenste vezels m.trapezius)
- Rotatie scapula (cav gl naar
beneden)= endorotatie
scapula
- Ophanging schoudergordel
M. Serratus anterior Laterale zijde costae 1 9 Voorzijde scapula; angulus sup, - Protractie scapula (antagonist N. Thoracicus longus
margo medialis en angulus rhomboideus, middenste vezels (rami verntrales C5-C7)
Opm. ligt opp van inferior trapezius & latissimus dorsi)
m.subscapularis - Rotatie scapula (cav gl naar (laterale zijde, met a. &
Bij parese: scapula alata / craniaal )= exorotatie v.)
winging = Margo medialis komt - Scapula tegen costae houden =
los vd rug fixatie
-Bovenste vezels: elevatie
- Pars clavicularis: - Crista tuberculi maioris - Pars clavicularis: nn. Pectorales med &
• anterieure, mediale helft (overdekt latissimus dorsi) • adductie en anteflexie lat uit fasciculus
clavicula - Gekruist verloop van vezels humerus medialis & lateralis uit
- Pars sternocostalis: • endorotatie humerus pl brachialis
• voorzijde sternum en Vormt voorste okselplooi =synergist lat.dorsi
ribkraakbeen 1-2 tot 6-7) Trigonum clavipectorale / - Pars sternocostalis en (diepe zijde spier)
- Pars abdominalis: deltopectorale groeve v. abdominalis:
• oppervlakkige zijde m.rectus Mohrenheim: tss deltoideus & •elevatie ribben
M. Pectoralis maior abdominis pect major v.cephalica (hulpademhalingsspier)
3/77
, M. Pectoralis minor Costae 2-3 5, lateraal van Processus coracoideus - Protractie en depressie scapula Nn. pectorales med &
ribkraakbeen (synergie serratus ant ) lat uit fasciculus
- Endorotatie scapula (synergie medialis & lateralis uit
lev scapulae en rhomboidei) pl brachialis
in synergie met m.serratus ant
Fascia clavipectoralis bedekt pect
minor tot onderrand clavicula
M. Subclavius Costa 1, tussen rib en Sulcus m. subclavii (onderzijde Fixatie clavicula tegen sternum: n. Subclavius uit
ribkraakbeen extremitas acromialis) stabilisatie sternoclaviculair truncus superior pl
gewricht + brachialis
Bedekt onderzijde clavicula hulpademhalingsspier
Spieren die schoudergordel verbinden met arm
Spier Oorsprong Insertie Werking Innervatie
Rotatorcuffspieren:
Fossa supraspinata - Craniaal van tuberculum majus - Abductie humerus tot 90° n. Suprascapularis
- Gewrichtkapsel (initiatie)
Loopt onder acromion & lig coraco- - Fixatie humeruskop tegen cavitas (in fossa supraspinata
acromiale naar caput humeri.
glenoidalis: verhindert caudale door incisura scapulae)
Tss caput humeri en acromion ligt
luxatie omw zwaartekracht
bursa subacromialis
bursitis: pijn bij abductie
geen rotator!!!
Rotatorcuffspieren: rol in
stabilisatie schoudergewricht!!!
4/77
