GEBOUWENBEHEER, TECHNISCH BEHEER ( D EE L GIJSE MA NS)
UNIT-SCHEIDENDE WANDEN EN VLOEREN
OMSCHRIJVING
Unit-scheidende wanden en vloeren vormen de scheiding tussen verschillende wooneenheden (woning, appartement,…) of
tussen een wooneenheid en een gemeenschappelijke ruimte of buitenruimte
Dit in tegenstelling met wanden en vloeren die de ruimtes van eenzelfde woonunit van mekaar scheiden
Dit maakt dat de eisen die we er aan stellen strenger zullen zijn en dat vooral op vlak van brandveiligheid en akoestiek
MATERIALEN EN UI TVOERING
WANDEN
Vaak voorkomend:
- Gewapend beton
- Kalkzandsteenelementen
- Lichte of zware kalkzandsteenblokken
- Zware holle of volle betonblokken
- Zware of gewone snelbouwsteen
- Lichte wanden/voorzetwanden
- Meestal spouw nodig om akoestische eisen te halen
VLOEREN
Vaak voorkomend:
- Gewapend beton
- Welfsels in beton
- Breedplaatvloeren
- Potten en balken
Maar ook soms:
- Hout
- Metaal
- Gemengd
- …
EISEN BOUWSTABILITEIT
Moet stabiel zijn en er wordt een berekening gemaakt door de fabrikant/architect/ingenieur
,EISEN BRANDVEILIGHEID
WETGEVING: KB BASISNORMEN
- KB van 7 juli 1994 basispreventienormen en zijn wijzigingen
- Minimale voorschriften voor de constructie van alle nieuwe gebouwen in België
o = op te richten gebouwen
o = uitbreiding aan bestaande gebouwen, enkel toegepast op de uitbreiding
- Buiten het toepassingsdomein
o Gebouwen bestaande uit max. 2 bouwlagen en met een totale oppervlakte kleiner dan of gelijk aan 100
m2
o Constructies die niet als ‘gebouw’ worden beschouwd (watertorens, silo’s)
o Eengezinswoningen
- Wat met renovaties?
o Renovaties van ‘nieuwe gebouwen’ vallen wel onder het KB (als bij de bouw al moest voldaan worden,
dus vanaf 7/7/1994)
o Renovaties van ‘bestaande gebouwen’ niet:
➔ Art. 1 van KB van 4/4/2003: renovaties geschrapt uit het KB van 7/7/1994
➔ Kan in elke brandweerzone anders worden geïnterpreteerd
➔ Soms zijn er ook gemeentelijke verordeningen
➔ Niettemin gebruikt als leidraad
1. de veiligheid mag niet verminderen EN
2. nieuwe elementen moeten zoveel als mogelijk voldoen aan het KB
SPECIFIEK VOOR UNI T-SCHEIDENDE WANDEN/VLOEREN
Dit is afhankelijk van een laag, middelhoog en een hoog gebouw
,BASISPRINCIPES: BRANDREACTIE
Brandreactie= gedrag van een (bouw)product, dat door zijn degeneratie een brand waaraan het is blootgesteld voedt
Europese classificatie volgens NBN EN 13501-1
A1, A2, B, C, D, E, F → brandbaarheid
S1, S2, S3 → rookontwikkeling
D0, D1, D2 → brandende druppels
BASISNORMEN
Hoogte van het gebouw (laag, middelhoog, hoog)
Type bezetting van het gebouw:
- Type 1: niet-zelfredzame personen
- Type 2: zelfredzame, slapende personen
- Type 3: zelfredzame, wakende personen
Aanwezigheid van een branddetectie
Type lokaal
BASISPRINCIPES: BRANDWEERSTAND
DEFINITIE
De eigenschap van een bouwelement om bij brand gedurende een welbepaalde tijd zijn functies (stabiliteit, vlamdichtheid
en thermische isolatie en/of andere gestelde eisen) te blijven vervullen.
- Stabiliteit = R
- Vlamdichtheid = E
- Thermische isolatie = I
- Straling = W
- Rookdichtheid = S
, SPECIFIEK VOOR UNI T-SCHEIDENDE WANDEN/VLOEREN
Afhankelijk van laag, middelhoog, hoog gebouw
EISEN: AKOESTIEK
Normen NBN S01-400 voor woongebouwen
Eisen IN-SITU voor nieuwbouw en renovatie
Verplicht toe te passen: KB 1980 (bouwen volgens de ‘regels goed vakmanschap’) en Wet van 3/4/2003 (bekrachtigde
normen zijn wettelijk de regels van het goed vakmanschap)
Verschillende eisenpakketten afhankelijk van type gebouw (woongebouw, schoolgebouw, ziekenhuis)
Akoestische controle is (nog) niet verplicht
UNIT-SCHEIDENDE WANDEN EN VLOEREN
OMSCHRIJVING
Unit-scheidende wanden en vloeren vormen de scheiding tussen verschillende wooneenheden (woning, appartement,…) of
tussen een wooneenheid en een gemeenschappelijke ruimte of buitenruimte
Dit in tegenstelling met wanden en vloeren die de ruimtes van eenzelfde woonunit van mekaar scheiden
Dit maakt dat de eisen die we er aan stellen strenger zullen zijn en dat vooral op vlak van brandveiligheid en akoestiek
MATERIALEN EN UI TVOERING
WANDEN
Vaak voorkomend:
- Gewapend beton
- Kalkzandsteenelementen
- Lichte of zware kalkzandsteenblokken
- Zware holle of volle betonblokken
- Zware of gewone snelbouwsteen
- Lichte wanden/voorzetwanden
- Meestal spouw nodig om akoestische eisen te halen
VLOEREN
Vaak voorkomend:
- Gewapend beton
- Welfsels in beton
- Breedplaatvloeren
- Potten en balken
Maar ook soms:
- Hout
- Metaal
- Gemengd
- …
EISEN BOUWSTABILITEIT
Moet stabiel zijn en er wordt een berekening gemaakt door de fabrikant/architect/ingenieur
,EISEN BRANDVEILIGHEID
WETGEVING: KB BASISNORMEN
- KB van 7 juli 1994 basispreventienormen en zijn wijzigingen
- Minimale voorschriften voor de constructie van alle nieuwe gebouwen in België
o = op te richten gebouwen
o = uitbreiding aan bestaande gebouwen, enkel toegepast op de uitbreiding
- Buiten het toepassingsdomein
o Gebouwen bestaande uit max. 2 bouwlagen en met een totale oppervlakte kleiner dan of gelijk aan 100
m2
o Constructies die niet als ‘gebouw’ worden beschouwd (watertorens, silo’s)
o Eengezinswoningen
- Wat met renovaties?
o Renovaties van ‘nieuwe gebouwen’ vallen wel onder het KB (als bij de bouw al moest voldaan worden,
dus vanaf 7/7/1994)
o Renovaties van ‘bestaande gebouwen’ niet:
➔ Art. 1 van KB van 4/4/2003: renovaties geschrapt uit het KB van 7/7/1994
➔ Kan in elke brandweerzone anders worden geïnterpreteerd
➔ Soms zijn er ook gemeentelijke verordeningen
➔ Niettemin gebruikt als leidraad
1. de veiligheid mag niet verminderen EN
2. nieuwe elementen moeten zoveel als mogelijk voldoen aan het KB
SPECIFIEK VOOR UNI T-SCHEIDENDE WANDEN/VLOEREN
Dit is afhankelijk van een laag, middelhoog en een hoog gebouw
,BASISPRINCIPES: BRANDREACTIE
Brandreactie= gedrag van een (bouw)product, dat door zijn degeneratie een brand waaraan het is blootgesteld voedt
Europese classificatie volgens NBN EN 13501-1
A1, A2, B, C, D, E, F → brandbaarheid
S1, S2, S3 → rookontwikkeling
D0, D1, D2 → brandende druppels
BASISNORMEN
Hoogte van het gebouw (laag, middelhoog, hoog)
Type bezetting van het gebouw:
- Type 1: niet-zelfredzame personen
- Type 2: zelfredzame, slapende personen
- Type 3: zelfredzame, wakende personen
Aanwezigheid van een branddetectie
Type lokaal
BASISPRINCIPES: BRANDWEERSTAND
DEFINITIE
De eigenschap van een bouwelement om bij brand gedurende een welbepaalde tijd zijn functies (stabiliteit, vlamdichtheid
en thermische isolatie en/of andere gestelde eisen) te blijven vervullen.
- Stabiliteit = R
- Vlamdichtheid = E
- Thermische isolatie = I
- Straling = W
- Rookdichtheid = S
, SPECIFIEK VOOR UNI T-SCHEIDENDE WANDEN/VLOEREN
Afhankelijk van laag, middelhoog, hoog gebouw
EISEN: AKOESTIEK
Normen NBN S01-400 voor woongebouwen
Eisen IN-SITU voor nieuwbouw en renovatie
Verplicht toe te passen: KB 1980 (bouwen volgens de ‘regels goed vakmanschap’) en Wet van 3/4/2003 (bekrachtigde
normen zijn wettelijk de regels van het goed vakmanschap)
Verschillende eisenpakketten afhankelijk van type gebouw (woongebouw, schoolgebouw, ziekenhuis)
Akoestische controle is (nog) niet verplicht