Hoofdstuk 10: Het spijsverteringsstelsel (= maag-darm stelsel = gastro-intestinaal stelsel)
10.1: Algemene functie van voedingsstoffen en van het spijsverteringsstelsel.
3 essentiële FUNCTIES van voedingsstoffen:
Brandstof:
Voedingsstoffen verschaffen energie voor de chemische reacties die plaatsvinden in de cellen.
Energie NODIG leveren van ‘inwendige arbeid’ en ‘uitwendige arbeid’.
Bouwstof:
Voedingsstoffen worden gebruikt bij de groei + ontwikkeling van het lichaam en de regeneratie van cellen (= celvernieuwing).
Beschermende stof:
Voedingsstoffen zorgen voor goede werking van het lichaam + verhogen weerstand tegen ziektes.
Voedingsstoffen kunnen hun functies pas uitvoeren nadat ze via de darmwand vanuit de darmholte in de bloedbaan opgenomen en getransporteerd zijn
naar de lichaamscellen.
Functie spijsverteringsstelsel = Voedsel zodanig bewerken dat de daarin aanwezige voedingsstoffen kunnen opgenomen worden in het bloed.
, 5 PROCESSEN van het spijsverteringsstelsel:
Ingestie:
Vindt plaats wanneer voedsel via de mond het spijsverteringsstelsel binnenkomt (= eten of drinken).
Peristaltiek:
Het vervoer van voedsel door het spijsverteringskanaal.
Vertering:
Mechanische verwerking (= mechanische vertering) en chemische afbraak (= chemische vertering) van voedingsmiddelen tot voedingsstoffen die door de
lichaamscellen opgenomen kunnen worden.
Resorptie:
Opname van voedingsstoffen uit het spijsverteringsstelsel naar het bloed of de lymfe.
Uitscheiding:
Onverteerde en onverteerbare stoffen (= afvalstoffen) worden onder de vorm van ontlasting (= feces) via defecatie uit het lichaam verwijderd.
10.1: Algemene functie van voedingsstoffen en van het spijsverteringsstelsel.
3 essentiële FUNCTIES van voedingsstoffen:
Brandstof:
Voedingsstoffen verschaffen energie voor de chemische reacties die plaatsvinden in de cellen.
Energie NODIG leveren van ‘inwendige arbeid’ en ‘uitwendige arbeid’.
Bouwstof:
Voedingsstoffen worden gebruikt bij de groei + ontwikkeling van het lichaam en de regeneratie van cellen (= celvernieuwing).
Beschermende stof:
Voedingsstoffen zorgen voor goede werking van het lichaam + verhogen weerstand tegen ziektes.
Voedingsstoffen kunnen hun functies pas uitvoeren nadat ze via de darmwand vanuit de darmholte in de bloedbaan opgenomen en getransporteerd zijn
naar de lichaamscellen.
Functie spijsverteringsstelsel = Voedsel zodanig bewerken dat de daarin aanwezige voedingsstoffen kunnen opgenomen worden in het bloed.
, 5 PROCESSEN van het spijsverteringsstelsel:
Ingestie:
Vindt plaats wanneer voedsel via de mond het spijsverteringsstelsel binnenkomt (= eten of drinken).
Peristaltiek:
Het vervoer van voedsel door het spijsverteringskanaal.
Vertering:
Mechanische verwerking (= mechanische vertering) en chemische afbraak (= chemische vertering) van voedingsmiddelen tot voedingsstoffen die door de
lichaamscellen opgenomen kunnen worden.
Resorptie:
Opname van voedingsstoffen uit het spijsverteringsstelsel naar het bloed of de lymfe.
Uitscheiding:
Onverteerde en onverteerbare stoffen (= afvalstoffen) worden onder de vorm van ontlasting (= feces) via defecatie uit het lichaam verwijderd.