SAMENVATTING BLOK 1.1 WEEK 1 -3
Het beroepsprofiel............................................................................................................................2
Kerncompetenties (uitleg bloembladeren).........................................................................................3
HMH: Huidtherapeutisch Methodisch Handelen...............................................................................7
PROVOKE.........................................................................................................................................10
Efflorescenties.................................................................................................................................11
De huid............................................................................................................................................15
Functies van de huid:........................................................................................................................15
Bouw van de huid............................................................................................................................17
Epidermis..........................................................................................................................................17
1.Stratum Basale...............................................................................................................................17
2.Stratum Spinosum.........................................................................................................................17
3.Stratum Granulosum.....................................................................................................................17
4.Stratum Lucidum...........................................................................................................................18
5.Stratum Corneum..........................................................................................................................18
Huidskleur:.......................................................................................................................................18
Verschillende type cellen epidermis.................................................................................................19
Dermis..............................................................................................................................................20
Stratum reticulare (reticulaire laag): ................................................................................................20
.........................................................................................................................................................20
Stratum papillare (papillaire laag) ....................................................................................................20
Subcutis............................................................................................................................................20
Bloedvoorziening..............................................................................................................................21
FitzPatrick........................................................................................................................................22
Communicatie.................................................................................................................................23
Luistervaardigheden.........................................................................................................................23
Soorten communicatie: verbaal en non verbaal...............................................................................23
Soorten communicatie: horizontaal en verticaal..............................................................................24
Soorten communicatie: intentioneel en non-intentioneel...............................................................24
Inhouds en betrekkingsaspect..........................................................................................................24
Soorten vragen: open – gesloten, suggestief – niet suggestief.........................................................24
Feedback..........................................................................................................................................24
Wanneer begrijp je de patiënt?........................................................................................................25
,Het beroepsprofiel
NVH: nationale verenging huidtherapeuten
HMH: huidtherapeutisch methodisch handelen doel= doelgericht, bewust, systematisch en
procesmatig handelen.
Beroepsprofiel= een omschrijving van de beroepsactiviteiten in een bepaald beroep en de
punten waaraan iemand moet voldoen die dat beroep uitoefent of wilt uitoefenen (de
competenties). Deze wordt regelmatig herzien. Oorspronkelijk= 1992 en herzien in 1998, 2013
en 2017.
CanMeds model= hierin staan de competenties geformuleerd
Wij hebben 7 competentiegebieden:
1. Huidtherapeutisch handelen: preventie, behandeling, nazorg
2. Communiceren: vertrouwensrelatie met de patiënt
3. Samenwerken: zorgverzekeraars of andere professionals voor een hogere zorgkwaliteit
4. Organiseren: doelmatig en efficiënt werk organiseren (HMH)
5. Kennis delen en wetenschap beoefenen: onderzoeken van nieuwe ontwikkelingen en
jezelf ontwikkelen.
6. Maatschappelijk handelen: preventie individu EN bevolking m.b.t.
bevolkingsgezondheid. (voorlichtingsavonden geven)
7. Professioneel handelen: eerlijk en betrokken handelen binnen de competentiegebieden
en richtlijnen.
Beroepsprofiel huid en
oedeemtherapeut= ons laatste
beroepsprofiel
Opleidingsprofiel Leerdoelen Subleerdoelen
Beroepsprofiel
Beroepsprofiel: bedacht door de
NVH
2
, Opleidingsprofiel: extra aan toegevoegd door het schoolteam
Leerdoelen: beroepsprofiel + opleidingsprofiel vertaald in leerdoelen
Subleerdoelen: verder verdeeld
Kerncompetenties (uitleg bloembladeren)
Competentiegebied: Huidtherapeutisch handelen
De huidtherapeut is een paramedisch behandelaar die werkzaam is binnen het domein van de
gezonde en zieke huid. De huidtherapeut richt zich in de zorgverlening op preventie, behandeling
en nazorg. De huidtherapeut verleent op methodische wijze zorg aan patiënten waarbij zij
informatie (of gegevens) verzamelt en interpreteert, zodat zij in het screenings-, diagnostische en
therapeutische proces beslissingen neemt (klinisch redeneren) volgens de principes van Evidence
Based Practice en patient centred care (zorg afgestemd op de behoeften, waarden en voorkeuren
van de individuele patiënt). De huidtherapeut werkt hierbij efficiënt, doelmatig en ethisch
verantwoord. Bij het huidtherapeutisch handelen integreert de huidtherapeut alle
competentiegebieden van de CanMEDS.
Kerncompetenties
De huidtherapeut:
1. voert een screening (bestaande uit aanmelding, inventarisatie hulpvraag, screening
“pluis/niet pluis”, informeren en adviseren) uit wanneer een patiënt zonder verwijzing de
huidtherapeut consulteert (DTH) en bepaalt of zij bekwaam is om het
gezondheidsprobleem te behandelen
2. stelt een huidtherapeutische diagnose door analyse van door anamnese en
huidtherapeutisch onderzoek verkregen gegevens.
3. stelt een behandelplan op in samenspraak met de patiënt, en bereikt hierover
overeenstemming met de patiënt.
4. voert het behandelplan uit, beoordeelt de effectiviteit van de behandeling, evalueert de
behandeling met de patiënt en stelt het behandelplan zo nodig bij.
5. evalueert na afloop van de behandeling met de patiënt, beoordeelt de effectiviteit van de
behandeling en sluit de behandeling af met een rapportage aan de verwijzer en/of de
huisarts.
6. treedt adequaat op bij incidenten, (bijna) fouten en (bijna) ongevallen, in de
zorgverlening.
Competentiegebied: Communiceren
De huidtherapeut bouwt een vertrouwensrelatie op met de patiënt en betrokkenen en zorgt voor
een adequate uitwisseling van informatie nodig voor het goed verlopen van de zorg. De
communicatie staat ten dienste van het verlenen van zorg die optimaal is afgestemd op de
behoeften, waarden en voorkeuren van de individuele patiënt.
Kerncompetenties
De huidtherapeut:
7. bouwt een professionele behandelrelatie met de patiënt op.
8. luistert actief en verzamelt doelmatig relevante patiëntinformatie.
9. bespreekt huidtherapeutische informatie, voorlichting en advies met patiënt en/of
betrokkenen.
10. brengt adequaat mondeling en schriftelijk verslag uit aan betrokkenen.
3
Het beroepsprofiel............................................................................................................................2
Kerncompetenties (uitleg bloembladeren).........................................................................................3
HMH: Huidtherapeutisch Methodisch Handelen...............................................................................7
PROVOKE.........................................................................................................................................10
Efflorescenties.................................................................................................................................11
De huid............................................................................................................................................15
Functies van de huid:........................................................................................................................15
Bouw van de huid............................................................................................................................17
Epidermis..........................................................................................................................................17
1.Stratum Basale...............................................................................................................................17
2.Stratum Spinosum.........................................................................................................................17
3.Stratum Granulosum.....................................................................................................................17
4.Stratum Lucidum...........................................................................................................................18
5.Stratum Corneum..........................................................................................................................18
Huidskleur:.......................................................................................................................................18
Verschillende type cellen epidermis.................................................................................................19
Dermis..............................................................................................................................................20
Stratum reticulare (reticulaire laag): ................................................................................................20
.........................................................................................................................................................20
Stratum papillare (papillaire laag) ....................................................................................................20
Subcutis............................................................................................................................................20
Bloedvoorziening..............................................................................................................................21
FitzPatrick........................................................................................................................................22
Communicatie.................................................................................................................................23
Luistervaardigheden.........................................................................................................................23
Soorten communicatie: verbaal en non verbaal...............................................................................23
Soorten communicatie: horizontaal en verticaal..............................................................................24
Soorten communicatie: intentioneel en non-intentioneel...............................................................24
Inhouds en betrekkingsaspect..........................................................................................................24
Soorten vragen: open – gesloten, suggestief – niet suggestief.........................................................24
Feedback..........................................................................................................................................24
Wanneer begrijp je de patiënt?........................................................................................................25
,Het beroepsprofiel
NVH: nationale verenging huidtherapeuten
HMH: huidtherapeutisch methodisch handelen doel= doelgericht, bewust, systematisch en
procesmatig handelen.
Beroepsprofiel= een omschrijving van de beroepsactiviteiten in een bepaald beroep en de
punten waaraan iemand moet voldoen die dat beroep uitoefent of wilt uitoefenen (de
competenties). Deze wordt regelmatig herzien. Oorspronkelijk= 1992 en herzien in 1998, 2013
en 2017.
CanMeds model= hierin staan de competenties geformuleerd
Wij hebben 7 competentiegebieden:
1. Huidtherapeutisch handelen: preventie, behandeling, nazorg
2. Communiceren: vertrouwensrelatie met de patiënt
3. Samenwerken: zorgverzekeraars of andere professionals voor een hogere zorgkwaliteit
4. Organiseren: doelmatig en efficiënt werk organiseren (HMH)
5. Kennis delen en wetenschap beoefenen: onderzoeken van nieuwe ontwikkelingen en
jezelf ontwikkelen.
6. Maatschappelijk handelen: preventie individu EN bevolking m.b.t.
bevolkingsgezondheid. (voorlichtingsavonden geven)
7. Professioneel handelen: eerlijk en betrokken handelen binnen de competentiegebieden
en richtlijnen.
Beroepsprofiel huid en
oedeemtherapeut= ons laatste
beroepsprofiel
Opleidingsprofiel Leerdoelen Subleerdoelen
Beroepsprofiel
Beroepsprofiel: bedacht door de
NVH
2
, Opleidingsprofiel: extra aan toegevoegd door het schoolteam
Leerdoelen: beroepsprofiel + opleidingsprofiel vertaald in leerdoelen
Subleerdoelen: verder verdeeld
Kerncompetenties (uitleg bloembladeren)
Competentiegebied: Huidtherapeutisch handelen
De huidtherapeut is een paramedisch behandelaar die werkzaam is binnen het domein van de
gezonde en zieke huid. De huidtherapeut richt zich in de zorgverlening op preventie, behandeling
en nazorg. De huidtherapeut verleent op methodische wijze zorg aan patiënten waarbij zij
informatie (of gegevens) verzamelt en interpreteert, zodat zij in het screenings-, diagnostische en
therapeutische proces beslissingen neemt (klinisch redeneren) volgens de principes van Evidence
Based Practice en patient centred care (zorg afgestemd op de behoeften, waarden en voorkeuren
van de individuele patiënt). De huidtherapeut werkt hierbij efficiënt, doelmatig en ethisch
verantwoord. Bij het huidtherapeutisch handelen integreert de huidtherapeut alle
competentiegebieden van de CanMEDS.
Kerncompetenties
De huidtherapeut:
1. voert een screening (bestaande uit aanmelding, inventarisatie hulpvraag, screening
“pluis/niet pluis”, informeren en adviseren) uit wanneer een patiënt zonder verwijzing de
huidtherapeut consulteert (DTH) en bepaalt of zij bekwaam is om het
gezondheidsprobleem te behandelen
2. stelt een huidtherapeutische diagnose door analyse van door anamnese en
huidtherapeutisch onderzoek verkregen gegevens.
3. stelt een behandelplan op in samenspraak met de patiënt, en bereikt hierover
overeenstemming met de patiënt.
4. voert het behandelplan uit, beoordeelt de effectiviteit van de behandeling, evalueert de
behandeling met de patiënt en stelt het behandelplan zo nodig bij.
5. evalueert na afloop van de behandeling met de patiënt, beoordeelt de effectiviteit van de
behandeling en sluit de behandeling af met een rapportage aan de verwijzer en/of de
huisarts.
6. treedt adequaat op bij incidenten, (bijna) fouten en (bijna) ongevallen, in de
zorgverlening.
Competentiegebied: Communiceren
De huidtherapeut bouwt een vertrouwensrelatie op met de patiënt en betrokkenen en zorgt voor
een adequate uitwisseling van informatie nodig voor het goed verlopen van de zorg. De
communicatie staat ten dienste van het verlenen van zorg die optimaal is afgestemd op de
behoeften, waarden en voorkeuren van de individuele patiënt.
Kerncompetenties
De huidtherapeut:
7. bouwt een professionele behandelrelatie met de patiënt op.
8. luistert actief en verzamelt doelmatig relevante patiëntinformatie.
9. bespreekt huidtherapeutische informatie, voorlichting en advies met patiënt en/of
betrokkenen.
10. brengt adequaat mondeling en schriftelijk verslag uit aan betrokkenen.
3
