100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten 4.2 TrustPilot
logo-home
Samenvatting

Samenvatting Financieel Management, Semester 5.2

Beoordeling
-
Verkocht
1
Pagina's
28
Geüpload op
27-03-2022
Geschreven in
2021/2022

Leerjaar 3, Semester 5.2: Financieel Management Cijfer: 6,7

Instelling
Vak










Oeps! We kunnen je document nu niet laden. Probeer het nog eens of neem contact op met support.

Geschreven voor

Instelling
Studie
Vak

Documentinformatie

Geüpload op
27 maart 2022
Aantal pagina's
28
Geschreven in
2021/2022
Type
Samenvatting

Onderwerpen

Voorbeeld van de inhoud

Samenvatting Financieel Management Semester 5.2
Week 1
Paragraaf 1.3
De belangrijkste financiële overzichten zijn: balans, resultatenrekening en kasstroomoverzicht.

Balans is overzicht met aan de ene kant bezittingen (debet, activa) en aan andere kant de manier waarop
bezittingen gefinancierd zijn (credit, passiva). het is in evenwicht. Het door de eigenaar beschikbaar gestelde
vermogen heet het eigen vermogen. De waarde is een restpost (waarde EV = totale waarde bezittingen –
waarde leningen). Waardeveranderingen ontstaan door gebruik, aankopen en verkopen.
Waardeverminderingen gaan ten laste van EV en waardevermeerderingen worden toegevoegd aan EV.
Balans heeft als voordeel dat je in een oogopslag kunt zien hoeveel een organisatie op bepaald moment
heeft, maar het is dus wel momentopname. Je kunt 2 momenten met elkaar vergelijken om in te schatten wat
er in die periode is gebeurt. Je kunt activa op 2 manieren financieren:
- Met eigen geld (eigen vermogen), hoeft niet terugbetaald te worden
- Met geld van schuldeisers (vreemd vermogen), moet terugbetaald worden

Bij de debetzijde wordt onderscheid gemaakt in:
- Vaste activa: Bezittingen die langer dan één productieproces meegaan of waar langer dan één jaar door de
organisatie een beroep op gedaan kan worden. Er zijn 3 soorten vaste activa
 Materiële vaste activa: Deze kun je zien en vastpakken. Het economisch eigendom geeft doorslag of
een post op de balans wordt opgenomen.
 Immateriële vaste activa: Traceerbare, niet fysieke zaken die voor de organisatie of derden een
waarde hebben en van belang zijn voor de kernactiviteiten van het bedrijf. Het zijn beschermende
rechten (goodwill (ontstaat bij kopen van bedrijven waarvoor bedrijf meer heeft betaald dan
vervangingswaarde van activa), auteursrechten, software, domeinnaam, octrooien, licenties etc.)
 Financiële vaste activa: Het geld dat langer dan één jaar belegd wordt in aandelen of obligaties.
- Vlottende activa: Bezittingen die binnen één jaar of één productieproces wordt verbruikt en binnen het jaar
van de balans verdwijnen. Bijvoorbeeld voorraden, debiteuren, overlopende activa, beleggingen en LM.

Bij creditzijde wordt onderscheid gemaakt in:
- Eigen vermogen: Is het vermogen dat voor onbepaalde tijd aan de onderneming voor de financiering van
activa ter beschikking is gesteld. Het bestaat uit de volgende onderdelen:
 Verschil tussen bezittingen en schulden in geval van persoonlijke onderneming
 Aandelenkapitaal (uitgegeven aandelen x nominale waarde per aandeel)
 Reserves: gedeelte van EV dat niet kan worden toegerekend aan aandelenkapitaal:
o Agioreserves: verschil tussen bedrag uit aandelenemissie en nominale waarde
o Herwaarderingsreserve: voordeel van de activa die in waarde toeneemt door economische
omstandigheden
o Winstreserve: Als (een deel van) de winst na belasting niet wordt uitgekeerd.
- Vreemd vermogen: Is het vermogen dat tijdelijk door vermogensverschaffers aan de onderneming is
verstrekt. Je weet dat het leidt tot een betaling binnen een jaar of later. Onderscheid in:
 Schulden: Verplichting aangegaan om het verkregen bedrag/waarde op afgesproken moment terug te
betalen.
 Voorziening: Post die wordt gevoed door periodiek uit het resultaat bedragen teo te voegen om ten
laste van deze post toekomstige uitgaven te kunnen doen. Het voordeel is dat de kosten worden
verspreid over de jaren en niet in één keer worden afgetrokken. Bijv. voorziening incourante
voorraden, dubieuze debiteuren, pensioen, garantie, groot onderhoud etc.
Of onderscheid in:
 Schulden op lange termijn: Vreemd vermogen dat voor langer dan één jaar ter beschikking wordt
gesteld aan de schuldenaar, bijv. hypotheek.
 Schulden op korte termijn: Schuld moet binnen het jaar worden afgelost, bijv. crediteuren, te betalen
bedragen, aflossingen, het rood staan bij de bank (negatief r.c.).
Of onderscheid in:
 Geïnduceerd vermogen: Is het vermogen dat door het uitoefenen van de normale bedrijfsactiviteiten
aan een organisatie door derden of door eigenaars zelf (VV of EV) ter beschikking wordt gesteld. Je
krijgt als het ware gratis krediet. Bijv. inhouden van winst, te betalen belasting, verzekering etc.)
 Autonoom vermogen: Het vermogen dat obv lening- of andere overeenkomsten aan de onderneming
ter beschikking is gesteld. Bijv. eigen vermogen (aandeelhouders), leningen, te betalen dividend.

,Onderscheid is belangrijk omdat het geïnduceerde vermogen in mindering op de vlottende activa wordt
gebracht. Het op creditzijde staat alleen autonoom vermogen.

De resultatenrekening is een overzicht met de resultaten van transacties. Het is een hulprekening van het
EV. Hierin worden alle opbrengsten en kosten geboekt, het saldo hiervan heet het resultaat (winst of verlies).
Je moet obv dubbelboekhouden onderscheid maken tussen voorraadstroomheden (je kunt op ieder moment
waarde vaststellen door te tellen en te koppelen aan prijs) en stroomgrootheden (hoeveelheid is gekoppeld
aan de tijd, ook wel tijdvakgrootheid genoemd. Bijv. omzet, inkopen, rente, kosten). Om problemen bij
resultatenrekening te voorkomen zijn internationale accounting standards ontworpen, die aangeven wanneer
omzet geboekt moet worden en hoe deze in resultatenrekening verwerkt moet worden. De opbrengsten en
kosten zijn altijd gekoppeld aan een tijdsperiode, vandaar dat op de resultatenrekening stroomgrootheden
staan. Bij bedrijven die projecten doen van langer dan één jaar is het de vraag of de werkzaamheden kunnen
worden toegerekend als opbrengst (onderhanden werk) of dat alleen kosten terugkomen.

Een kasstroom overzicht is overzicht waarin geldstromen (ontvangsten en uitgaven) in bepaalde periode
worden vastgelegd. Om vanuit de resultatenrekening een kasstroomoverzicht te maken moet de RR
gecorrigeerd worden voor posten die wel opbrengsten zijn, maar geen ontvangsten en voor posten die wel
kosten zijn, maar geen uitgaven (afschrijving). Alle transacties leiden tot veranderingen in de samenstelling
van de balansposten maar niet alles leidt tot ontvangsten/uitgaven. Als er een verschil ontstaat tussen
opbrengsten en ontvangsten zijn het verkopen op rekening (vordering op afnemer), deze vordering staat
onder de debiteuren. Hetzelfde geldt voor de crediteuren, wat wel kosten zijn maar nog geen uitgaven.

Herwaardering van activa is een waardeverandering van balansposten die het eigen vermogen beïnvloeden
maar niet het banksaldo. Als de grond bijv. in waarde daalt, wordt deze waardevermindering ten laste van de
reserve geboekt. Een ander voorbeeld is afschrijvingen.

Kasstromen bestaan uit bankbetalingen en contante betalingen en ontvangsten. De uitkomst van een
compleet kasstroomoverzicht is de verklaring van de verandering van de liquide middelen (banksaldo). Het
wordt ook gebruikt als overzicht om toekomstige kasstromen te bepalen met als doen het bepalen in hoeverre
er voldoende liquide middelen zijn om aan de verplichtingen te kunnen voldoen of om te bepalen of
investeringsplannen voldoende rendabel zijn. Toekomstig te verwachten kasstromen (vrije kasstroom,
hoeveel geld in welke periode beschikbaar voor vermogensverschaffers) zijn uitgangspunt voor de
investeringsanalyse. Zeer courante effecten mogen ook hiertoe worden gerekend. IAS staat voor
International Accounting Standards. Het zijn internationaal geaccepteerde richtlijnen over hoe financiële
feiten in de administratie verwerkt worden.

Het kasstroomoverzicht kan op 2 manieren worden opgesteld:
Directe methode: Neemt alle bankafschriften en kastransacties van de onderneming en ordent alle
ontvangsten en uitgaven naar hun herkomst of categorie.

Indirecte methode: Opgesteld obv begin- en eindbalans en de resultatenrekening waarbij alle posten uit
resultatenrekening die geen ontvangsten/uitgaven zijn weggelaten moeten worden. En posten corrigeren die
wel ontvangst/uitgave zijn meer geen kosten/opbrengsten. Het is als volgt opgebouwd:
1. Kasstromen uit hoofde van Operationele activiteiten (kasstroom op operatiebasis): Dit bestaat uit
berekening van kasstromen op winstbasis en de kasstromen uit de mutatie van het werkkapitaal. Er
wordt gestart met EBIT (Earnings Before Intrest en Taxes), dit is wat overblijft nadat alle operationele
kosten in mindering zijn gebracht op omzet. De manier waarop investeringen in het verleden zijn
gefinancierd is niet van belang voor de beoordeling van de hoeveelheid geld die met investeringen
worden verdiend. Als alle ontvangsten/uitgaven gelijk zijn aan de opbrengsten/kosten, is het
bedrijfsresultaat gelijk aan de verandering van liquide middelen. Als dit niet is moeten correcties
worden gedaan. De eerste correctie is de belastingheffing over het bedrijfsresultaat. De tweede
correctie is de afschrijvingen, dit zijn wel kosten maar geen uitgaven en moeten dus worden opgeteld
bij resultaat. Volgende correctie is mutatie voorzieningen, bedrijven vormen voorzieningen om
toekomstige uitgaven te kunnen opvangen, het zijn kosten en geen uitgaven. De kasstroom op
winstbasis moet gecorrigeerd worden met mutatie geïnduceerd werkkapitaal. Dit is het verschil tussen
de vlottende activa en vlottende passiva die gerelateerd kunnen worden aan de normale
bedrijfsvoering. Dit zijn voorraden, debiteuren, crediteuren, te betalen belastingen en overlopende
activa/passiva. Stijging van je debiteuren, is een investering in je klanten, daardoor negatieve
kasstroom. Bij toename van de voorraden moet wel worden betaald, waardoor het banksaldo daalt.
Een stijging van de crediteuren/overlopende passiva is een verhoging van de kasstroom.

, a. Kasstromen op winstbasis
b. Mutatie geïnduceerd werkkapitaal
Een stijging van de vlottende activa betekent een negatieve kasstroom, een daling van de positieve
kasstroom. Voor het geïnduceerde vermogen (op creditzijde terug te vinden) geldt het omgekeerde.
Toename heeft positief effect op operationele kasstromen.
2. Kasstromen uit hoofde van Investeringsactiviteiten (kasstroom op investeringsbasis): Vloeien voort
uit mutaties in de vaste activa op de balans. Een toename van vaste activa heeft een negatief effect
op de kasstormen. Een lagere boekwaarde van vast actief aan het einde van boekjaar heeft een
positief effect op de kasstromen.
De optelsom van kasstromen uit hoofde van operationele activiteiten en uit hoofde van investeringen
geeft de vrije kasstroom. Dit is het bedrag dat beschikbaar is voor de verschaffers van het vermogen
en dus uitgangspunt voor investeringsanalyse.
3. Kasstromen uit hoofde van Financieringsactiviteiten (kasstroom op financieringsbasis): Laten zien
welk bedrag de vermogensverschaffers per saldo hebben ontvangen of gestort. Deze kasstromen
bestaan uit de vergoeding voor het ter beschikking stellen van vermogen (rente en dividend) en uit het
saldo van het aantrekken van vermogen (aandelenemissie/afsluiten lening) en het terugbetalen van
vermogen (aflossingen). De betaalde rente is een vergoeding ovor het ter beschikking stellen van
autonoom vreemd vermogen door de verschaffers van dit vermogen. Dividend is de vergoeding die
verschaffers van het eigen vermogen ontvangen (aandeelhouders). Het totale bedrag van het
aantrekken en terugbetalen van vermogen is te bepalen door de posten van het autonome vermogen
op de eind- en beginbalans met elkaar te vergelijken. Een toename van het rekening-courantkrediet
op de creditzijde kan gezien worden als het aantrekken van vreemd vermogen (ontvangst). Maar dit
kan ook de post liquide middelen zijn (post die door kasstroomoverzicht is verklaard). Tot slot is er de
correctie belastingen, rente lasten zijn vaak fiscaal aftrekbaar dus moeten de vpb die is berekend bij
de operationele kasstroom gecorrigeerd worden, dit is altijd een ontvangst!

Paragraaf 1.4 - Uitgangspunten van het vak financiering en waarderen op basis van kasstromen
1.Principe van tijdsvoorkeur oftewel de tijdswaarde van het geld: Een euro die je vandaag krijgt is meer
waard dan een euro die je over een jaar krijgt. Dit ontstaat doordat je met geld, geld kunt verdienen.
2. Cash is King: Zolang je rekeningen kunt blijven betalen uit de ontvangsten uit verkoop of nieuwe leningen,
ga je niet failliet. Ga op zoek naar geld, want dan blijf je bestaan. Op een moment kwamen boekhoud-
schandalen waarbij werd gefraudeerd met de winst. Ipv resultatenrekening werd het kasstroomoverzicht een
belangrijk overzicht om de financiële situatie van een bedrijf te beoordelen (cash is a fact; profit is an
opinion). Om aandelen, obligaties, investeringsprojecten of bedrijven te waarderen is het van belang om de
verwachte kasstromen in beeld te brengen. Winsten horen bij het kijken in de achteruitspiegel.
3. Verhouding rendement en risico: Risico is het idee dat de werkelijkheid anders kan zijn dan verwacht.
Als de uitkomsten onzeker zijn, zijn het risicovolle projecten. Hiervoor mag je een hoger rendement eisen/
verwachten dan van project waarvan de uitkomsten zeker zijn. Met aandelen loop je hoger risico dan obligatie
waardoor ook hoger rendement.
4. Waarderen doe je door de verwachte kasstromen te disconteren: Er zijn veel methoden om de prijs/
waarde van een goed/dienst vast te stellen. Bij objectieve waardebegrip is de prijs van een goed de optelsom
voor de vergoeding van alle arbeid en grondstoffen die rechtstreeks in het product aanwezig zijn. De
subjectieve waardeleer is dat de prijs/waarde tot stand komt op basis van schaarste (bijv. schilderij rembrand)
Er ontstaat handel als voor de koper de waarde van een goed of dienst hoger is dan de prijs die hij ervoor
moet betalen. De verkoper doet afstand als hij lagere waarde toekent dan de prijs. De waarde wordt op basis
van rationele of minder rationele inschattingen door ieder op zijn manier bepaald. De prijs komt tot stand door
overtuiging of onderhandelen. De waarde van een aandeel, obligatie, investering of bedrijf is niks anders dan
de contante waarde van de verwachte kasstromen. Je moet inzicht hebben over de hoogte en periode van de
verwachte kasstromen en van de disconteringsvoet. Dit is het percentage waarmee de verwachte kasstroom
contant wordt gemaakt.
5. Vermogensmarkten zijn efficiënt: Er ontstaat handel als er bij kopers en verkoper een verschil is tussen
de aan een product/dienst toegekende waarde en de prijs. Verschillen ontstaan door informatie. Er ontstaat
beweging in de koers/prijs als verwachtingen op basis van nieuwe informatie naar boven of beneden worden
bijgesteld. Een efficiënte markt is er als alle informatie in de prijs is verwerkt. Hierdoor wordt het mogelijk om
de prijzen van aandelen/obligaties te gebruiken in analyses over markten en kostenvoeten In een niet-
efficiënte markt speelt infomratie geen rol en wordt het lastiger om de prijs van een product te bepalen.
6. Het draait om aandeelhouderswaarde: Corporate governance gaat over hoe een onderneming bestuurd
zou moeten worden. Er zijn 2 opvattingen over de functie van organisatie. In Europa is Rijnlandse model van
belang waarbij in de besluitvorming regeking gehouden dient te worden met de belangen van alle
stakeholders (mensen/partijen die belang hebben bij bestaan van organisatie) van een organisatie.

Maak kennis met de verkoper

Seller avatar
De reputatie van een verkoper is gebaseerd op het aantal documenten dat iemand tegen betaling verkocht heeft en de beoordelingen die voor die items ontvangen zijn. Er zijn drie niveau’s te onderscheiden: brons, zilver en goud. Hoe beter de reputatie, hoe meer de kwaliteit van zijn of haar werk te vertrouwen is.
AnneKlaus Fontys Hogeschool
Volgen Je moet ingelogd zijn om studenten of vakken te kunnen volgen
Verkocht
24
Lid sinds
3 jaar
Aantal volgers
18
Documenten
24
Laatst verkocht
8 maanden geleden

3,0

1 beoordelingen

5
0
4
0
3
1
2
0
1
0

Waarom studenten kiezen voor Stuvia

Gemaakt door medestudenten, geverifieerd door reviews

Kwaliteit die je kunt vertrouwen: geschreven door studenten die slaagden en beoordeeld door anderen die dit document gebruikten.

Niet tevreden? Kies een ander document

Geen zorgen! Je kunt voor hetzelfde geld direct een ander document kiezen dat beter past bij wat je zoekt.

Betaal zoals je wilt, start meteen met leren

Geen abonnement, geen verplichtingen. Betaal zoals je gewend bent via Bancontact, iDeal of creditcard en download je PDF-document meteen.

Student with book image

“Gekocht, gedownload en geslaagd. Zo eenvoudig kan het zijn.”

Alisha Student

Veelgestelde vragen