100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten 4.2 TrustPilot
logo-home
Samenvatting

VOLLEDIGE samenvatting intro tot revaki

Beoordeling
4,0
(1)
Verkocht
3
Pagina's
34
Geüpload op
20-03-2022
Geschreven in
2021/2022

In dit document staat alles uit de lessen van Damien Van Tiggelen samen met alles uit zijn boek. Met deze samenvatting haalde ik 16/20












Oeps! We kunnen je document nu niet laden. Probeer het nog eens of neem contact op met support.

Documentinformatie

Geüpload op
20 maart 2022
Aantal pagina's
34
Geschreven in
2021/2022
Type
Samenvatting

Voorbeeld van de inhoud

DE GRONDSLAGEN

Definities
1. Revaliditeit
= een proces van herstel van de mogelijkheden van een individu om te leven en te werken op
een zo normaal mogelijke manier na een invaliderende ziekte of letsel.
 DOEL: maximale fysieke en mentale fitness + autonomie herwinnen
2. Kinesitherapie
= therapie die gericht is op beweging
 DOEL: de functionaliteit en beweging verbeteren, onderhouden of herstellen
3. Wetenschap
= de systematisch verkregen, geordende en verifieerbare menselijke kennis

Indeling volgens stelsels
1.
2. Beenderstelsel 7. Zenuwstelsel 11. Hormoonstel
3. Ademhalingstelsel 8. Huid sel
4. Spierstelsel 9. Voortplantingsstel 12. Lymfestelsel
5. Bloedvatenstelsel sel
6. Verteringsstelsel 10. Urinestelsel


Interventiedomeinen
1. Musculo –  reumatische 4. Neurologische
skeletale 2. Cardio – vasculaire aandoeningen
aandoeningen aandoeningen 5. Pediatrie
(MSS) 3. Respiratoire 6. Geriatrie
 orthopedische aandoeningen 7. Uro – gynaecologie
 traumatische 8. Psychiatrie
Hoe het begon
1. Oorsprong
 oude china/ oud Griekenland (Hippocrates & Galenus)
 1ste behandelingen waren gefocust op hydrotherapie, oefeningen en massages
2. Eerste gebruik
 H&G waren overtuigd van het gebruik van massage, mobilisaties en manuele
technieken
bij het herstelproces van patiënten
Bv: Kong Fu – oefeningen: verbeteren ademhaling en houding vh lichaam
 therapeutische oefeningen voor behandelingen van aandoeningen
Bv: gewichtheffen en wandelen
3. Van empirie naar wetenschap
A. Bestuderen van waargenomen feiten (hospital)
B. Laboratorium geneeskunde (micro – organismen)
C. Huisartsengeneeskunde ++1900
D. Internationale congressen
4. Andere belangrijke ontdekkingen
 Röntgenstralen (1895)
 Bloedgroepen (1901)
 Electrocardiogram (1903)
 kennis over immunologie, endocrinologie, anesthesie, vitaminen,…

Evolutie naar REVAKI zoals we het nu kennen
1. PER LING (Zweed)
1

,  introduceert het concept van de Zweedse gymnastiek
= groepsgymnastiek met en zonder toestellen + Chinese gevechtsport en massages
 VOORDEEL: één enkele therapeut of leraar kan een hele groep tegelijk
instrueren
 NADEEL: gekwalificeerd personeel nodig (was er nog niet!)
2. GUSTAV ZANDER
 uitvindinge mechanise toestellen
A. Actieve machines met weerstand patiënt in
beweging brengen
o A – klasse: bovenste lidmaat (12)
o B – klasse: onderste lidmaat (13)
o C – klasse: romp (11)
B. Passieve machines met motoren patiënt in beweging
brengen
o D – klasse: evenwicht op paard (3)
o E – klasse: passieve bewegingen (8)
o F – klasse: trillingen (2)
o G – klasse: percussies (5)
o H – klasse: massage (1)
o J – klasse: wrijven (6)
o K – klasse: strekken en rekken (5)
o L – klasse: combinatie (actief + passief)
 VOORDEEL: weinig personeel nodig (mensen worden vervangen door
machines)
er kan weinig verkeerd lopen zonder toezicht in tegenstelling tot
oefenruimte
met vrije gewichten

 NADEEL: staal was nodig maar tijdens WO ging staal naar wapens en kon niet
van
Zweden over Duitsland geraken
 Oplossing: mechanotherapie met katrollen, touwen en
gewichten
!! enkel de actieve toestellen werden nagebootst
 Gevolg: toestellen werden lichter & duurzamer
gymzalen en revalidatie werd functioneler!!
 de verschillende therapiën:
A. Medische gymnastiek (LING)
B. Mechanotherapie (ZANDER)
C. Elektrotherapie
D. Fysiotherapie

Actualiteit en toekomst
Technologische vooruitgang in andere domeinen komen in de revalidatie
Bv: gebruik van mobiele apps
1. Telerevalidatie
 dankzij coronapandemie (België), moeilijke en/of lange afstanden
2. Apps
 enkel hulpmidden, vervangt de therapeut
niet!
 hebben certificaat en validatie nodig!
1: meten niet precies genoeg of enkel basis
2: veilig, niet iedereen kan aan de gegevens
2

, 3: nog geen enkele omdat er geen eco of soc meerwaarde is

Van biomedisch naar biopsychosociaal
1. Biomedisch
 focus ligt op ziekte of aandoening
 er wordt geen rekening gehouden met patiënt als persoon of
context
2. Biopsychosociaal
 beschouwt de aandoening vd patiënt in een bredere context
 gedrag van patiënt en zijn omgeving spelen cruciale rol
 dit model is INTEGRATIEF en bekijkt de beperkingen en
aandoeningen van de patiënt op
een MULTIFACTORIËLE wijze
3. Toepassingsvoorbeeld
 Usain Bolt vs. grootmoeder met enkeldistorsie
Biomedisch: beide hebben een enkelverstuikingBiopsychosociaal: impact op persoon
=> iedereen krijgt zelfde diagnose en behandeling
=> Usain: einde carrière - Grootmoeder:
ICF – CLASSIFICATIE EN BIOPSYCHOSOCIAAL MODEL hangt af van anderen
 dus: ondanks dat het biomedisch hetzelfde is, is het biopsychosociaal anders!

Inleiding
1. ICD
= International Classification of Diseases
 codering om klinische diagnoses mogelijk te maken (past bij biomedisch
model)
 info wordt gebruikt om statistische analyses uit te voeren
2. ICF
= International Classification of Functioning
 een raamwerk van classificaties die samen een gestandaardiseerd
begrippenapparaat
vormen voor het beschrijven van het menselijk functioneren en de
problemen die daarin
kunnen optreden
 doel: een basis leggen voor gemeenschappelijke standaardtaal
(dmv het in kaart brengen van begrippen)
 aanvulling op het ICD:
 bevat naast gznhdscomponenten ook met de gzdhd samenhangende
componenten
Bv: op het gebied van werk en onderwijs
 ICF beschrijfd het menselijk functioneren vanuit 3 verschillende
perspectieven
 bevat lijst met externe factoren die van invloed kunnen zijn op elk
domein
 ICD en ICF zijn complementair!
Bv: 18 – jarige volleyballer en 50 – jarige ambtenaar hebben beide patellofemorale
klachten
 op ICD niveau: zelfde klinische diagnose
 op ICF niveau: andere classificatie

Perspectieven ICF
1. Het menselijk organisme
 Classificatie van functies van het organisme
 Classificatie van menselijk organisme
2. Het menselijk handelen
 classificatie van activiteiten en participatie
3

, 3. De mens als deelnemer aan het maatschappelijk leven
 classificatie van activiteiten en participatie
 De ICF ordend om systematische wijze verschillende domeinen betreffende
aspecten van het menselijk functioneren die verband kunnen houden met een
gezondheidsprobleem
 “menselijk functioneren” = functies, anatomische eigenschappen, activiteiten en participatie
 “functioneringsprobleem” = stoornissen, beperkingen en participatieproblemen

Doelstellingen
1. Wetenschappelijke grondslag voorzien voor het begrijpen en bestuderen van het
menselijk functioneren
2. Gemeenschappelijke “taal” scheppen voor het beschrijven van het menselijk
functioneren
 communicatie tussen zorgverstrekkers verbeteren
3. Gegevens in de tijd en uit verschillende landen/vakgebieden/ en sectoren met
elkaar vergelijkbaar maken
4. Systematisch codestelsel voorzien voor informatiesystemen in de
gezondheidszorg
!! De doelstellingen staan niet los van elkaar

Nut
1. Elementen komen terug in gebruik van klinische instrumenten
Bv: vragenlijsten
2. ICF helpt evaluatiemethoden en klinische onderzoeksmethoden te kiezen
3. Behandeldoelstellingen en de uiteindelijke therapie zijn gebaseerd op
elementen die uit het classificatiesysteem voortvloeien

Eigenschappen
1. Het menselijk functioneren en de problemen hiermee gerelateerd 2
componenten
A. Menselijk organisme
 functies
 anatomische eigenschappen
B. Activiteiten en participatie
 geheel van aspecten van het menselijk functioneren
perspectief: menselijk handelen en deelname aan het maatschappelijk
leven
C. Componenten van menselijk functioneren weergeven
o functioneren = niet – problematische aspecten
o functioneringsproblemen = problematische aspecten
Bv: stoornissen, beperkingen, participatieproblemen
 ICF bevat lijst met externe factoren, die zijn van invloed op alle
componenten van
functioneren en de problemen daarmee
2. Externe en persoonlijke factoren 2
componenten
A. Externe factoren
B. Persoonlijke factoren
!! Factoren buiten het individu vs binnen het individu

3. Belangrijke constructen
A. Functies en anatomische eigenschappen kunnen geïnterpreteerd worden
met behulp van afwijkingen in of verlies van functie of anatomische
eigenschap
4

Beoordelingen van geverifieerde kopers

Alle reviews worden weergegeven
3 jaar geleden

4,0

1 beoordelingen

5
0
4
1
3
0
2
0
1
0
Betrouwbare reviews op Stuvia

Alle beoordelingen zijn geschreven door echte Stuvia-gebruikers na geverifieerde aankopen.

Maak kennis met de verkoper

Seller avatar
De reputatie van een verkoper is gebaseerd op het aantal documenten dat iemand tegen betaling verkocht heeft en de beoordelingen die voor die items ontvangen zijn. Er zijn drie niveau’s te onderscheiden: brons, zilver en goud. Hoe beter de reputatie, hoe meer de kwaliteit van zijn of haar werk te vertrouwen is.
janavanhaele Universiteit Gent
Bekijk profiel
Volgen Je moet ingelogd zijn om studenten of vakken te kunnen volgen
Verkocht
19
Lid sinds
3 jaar
Aantal volgers
11
Documenten
12
Laatst verkocht
1 maand geleden

4,0

1 beoordelingen

5
0
4
1
3
0
2
0
1
0

Recent door jou bekeken

Waarom studenten kiezen voor Stuvia

Gemaakt door medestudenten, geverifieerd door reviews

Kwaliteit die je kunt vertrouwen: geschreven door studenten die slaagden en beoordeeld door anderen die dit document gebruikten.

Niet tevreden? Kies een ander document

Geen zorgen! Je kunt voor hetzelfde geld direct een ander document kiezen dat beter past bij wat je zoekt.

Betaal zoals je wilt, start meteen met leren

Geen abonnement, geen verplichtingen. Betaal zoals je gewend bent via Bancontact, iDeal of creditcard en download je PDF-document meteen.

Student with book image

“Gekocht, gedownload en geslaagd. Zo eenvoudig kan het zijn.”

Alisha Student

Veelgestelde vragen