Human resource management / personeelsbeleid
Beheer van menselijke productiemiddelen
Managen van personeel en medewerkers
Psychologie van gedrag in organisaties
HRM-beleid: strategie, planning
Tewerkstelling individu in organisatie: instroom - doorstroom (= alternatief voor
ontwikkeling) – uitstroom
Regelgeving – arbeidsmarkt
Vertaling in het beleid: leiderschap – motiveren – delegeren – coachen - …
Evenwicht tussen mens en organisatie (organisatie heeft vaak economische
doelstellingen maar medewerker heeft vaak andere doelstellingen)
HRM begrippen
Personeelsbeleid begrippen
Organisaties
o = samenwerkingsverbanden van mensen
o Om vooropgestelde doelstellingen te realiseren: sommige bedrijfsleiders slagen
hier de bal mis aangezien ze de doelstellingen niet kenbaar maken of nog erger ze
hebben geen doelstellingen
o Met gebruik van 4 M’s van management:
Mensen
Materialen: vb planten, fruitbomen
Machines
Methoden
o = elke vorm van menselijk samenwerken om een gemeenschappelijk doel te
bereiken
Management = BESTUREN (management) en BEHEREN (leidinggevende taken) van een
organisatie
o = the process of getting things done efficiently through a community of people
= “beheren, onderhouden en ontwikkelen van het middel ‘mens’ om de doelstellingen
van de organisatie te verwezenlijken”
Personeel = kapitaal van een organisatie
Strategische planning organisatie
Missie
Waarom bestaan we?
Waarvoor bestaan we?
Wat is onze identiteit?
Wat is onze primaire functie?
Visie
Wat willen we zijn?
1
, Wat is onze droom?
Waarvoor gaan we?
o Geeft richting
o Motiveert en inspireert medewerkers: maak zaken kenbaar
Onderscheidend
SWOT-analyse
Inclusief normen en waarden: respect, eerlijk, duurzaam, professioneel, …
Strategie
Wat willen we bereiken?
Hoe willen we dat bereiken?
3-5 jaar
Doelstellingen
Scenario denken
Personeelsbeleid: missie
Missie van personeelsbeleid = 2-delig
o Competenties (= kennis, vaardigheden, attitudes) van medewerkers
Afstemmen op bedrijfsdoelstellingen
o Voldoen aan behoeften van medewerkers die bedrijfsdoelstellingen aanvaarden
(loon, welzijn…)
Strategisch personeelsmanagement
o Gericht op de ontwikkelingen en veranderingen binnen een organisatie als geheel
en de gevolgen ervan op personeelsmanagement
o 5 aspecten:
Mensen zijn niet enkel kosten ook baten
Spraken van langetermijnvisie
Personeelsbeleid is onderdeel van management
Integratie van personeelsbeleid in strategisch beleid organisatie
Afstemming van personeelsinstrumenten op elkaar
HR-cyclus
Bestaat uit een aantal elementen. Bestaat uit 3 belangrijke fasen.
1. Instroom: ontstaat eerst door te werven en dan te selecteren, dit uit zich tot het
aannemen van een persoon. Introductie is hier ook enorm belangrijk
2. Doorstroom: Training en development: geef ik mensen bijscholing, herscholing.
Presteren van de mensen zelf: moeten hun best doen. Management development:
manier van leidinggeven,… Beoordelen en belonen
2
,3. Uitstroom: op pensioen, bedrijf is failliet, ziekte, neemt/krijg ontslag
HR strategie: harde model
HRM eerder economisch dan ethisch of sociaal
1. Het Michigan-model: High Performance (HRM)
o Arbeider = resource in de onderneming en moet ook zo behandeld worden
o ‘fit’/’match’ tussen ‘human resource strategies’ en ‘business strategies’
o Selectie, beoordeling, ontwikkeling en beloning
HR startegie: zachte model
HRM eerder humane waarde dan economische: hoge toewijding
2. Harvardmodel: High commitment (HRM)
o Arbeiders betrekken bij en ontwikkelen in de organisatie
o Belang van stakeholders
o 4 beleidsdomeinen: personeelsstromen, beloningssystemen, werknemersinvloed
en werksystemen
o High commitment: werknemers worden gestimuleerd bekwaamheden te
ontwikkel en verantwoordelijkheid te dragen voor hun taken
o 4 gevolgen (korte termijn):
Competentie of bekwaamheid
Betrokkenheid of toewijding
Congruentie tussen individuele en bedrijfsdoelen
Kosteneffectiviteit
o Op lange termijn: beter individueel welbevinden, hogere effectiviteit en
maatschappelijk welzijn
HR strategie: high commitment work systems
Hoe medewerkers van binnenuit bewegen of inspireren om zich te identificeren met de
organisatie en haar doelstellingen?
o Mutuality = wederzijdse afhankelijkheid
o Respect
o Betrokkenheid
3
, Mutuality – wedezijdse afhankelijkheid – internal branding (intern goed scoren geeft ook
weergave naar de buitenwereld) – employer branding (merking van de werknemers. Je
wilt een goede naam hebben naar je medewerkers. Dit straalt ook uit naar de
buitenwereld)
o Bedrijf = team van mensen
o Arbeid als sociale behoefte = behoefte om iets te realiseren met anderen
o Nood aan gedeelde waarde en doelen gaan we samen voor
o Samenwerking: van economie naar ikonomie
o Waarom doen we wat we doen
o Een collectieve ambitie zet aan tot motiveren en inspireren
o Een gemeenschappelijke visie zet aan tot een waardevolle relatie tussen
medewerkers
Wie een waarom heeft kan en hoe verdragen
Respect
o Aandacht en waardering medewerkers
o Mens zien als doel op zich = authentiek respect
o Mens gebruiken als middel, zijn functionaliteit = nerespect
o Medewerker investeert energie en deskundigheid in bedrijf dus heeft recht om
mee te beslissen
o Mens die zich gerespecteerd voelt, krijgt vleugels!
o Werkzekerheid – veiligheidsbehoefte – belofte/ engagement
o Groeimogelijkheden: training en opleiding = competenties groeien en affectieve
binding met bedrijf (zowel technisch als humaan) – zelfontplooiing
o Employee involvement
Participatie – medezeggenschap (rond waarden en doelen)
Verantwoordelijkheid (werkinhoud en methodiek)
Organisatiecultuur
Geheel van geschreven en ongeschreven regels in organisatie: die in de organisatie actief
zijn op sociaal vlak
Elementen
o Waarden: hulp leveren aan nieuwe collega, respect voor klant tonen
o Rituelen: verjaardag, overlijden, promotie, werkoverleg
o Helden: baas die lichten uitdoet
o Symbolen: kledij, foto’s
Kenmerken sterke cultuur
o Aandacht voor personeel
o Opleiding en training
o Open communicatie
Soorten:
o Rolcultuur: orde en regelmaat: stabiel en doelmatig: veel regels en procedures
Bvb overheid
+ = stabiel, voorspelbaar en doelmatig
- = geen ruimte voor flexibiliteit
4
Beheer van menselijke productiemiddelen
Managen van personeel en medewerkers
Psychologie van gedrag in organisaties
HRM-beleid: strategie, planning
Tewerkstelling individu in organisatie: instroom - doorstroom (= alternatief voor
ontwikkeling) – uitstroom
Regelgeving – arbeidsmarkt
Vertaling in het beleid: leiderschap – motiveren – delegeren – coachen - …
Evenwicht tussen mens en organisatie (organisatie heeft vaak economische
doelstellingen maar medewerker heeft vaak andere doelstellingen)
HRM begrippen
Personeelsbeleid begrippen
Organisaties
o = samenwerkingsverbanden van mensen
o Om vooropgestelde doelstellingen te realiseren: sommige bedrijfsleiders slagen
hier de bal mis aangezien ze de doelstellingen niet kenbaar maken of nog erger ze
hebben geen doelstellingen
o Met gebruik van 4 M’s van management:
Mensen
Materialen: vb planten, fruitbomen
Machines
Methoden
o = elke vorm van menselijk samenwerken om een gemeenschappelijk doel te
bereiken
Management = BESTUREN (management) en BEHEREN (leidinggevende taken) van een
organisatie
o = the process of getting things done efficiently through a community of people
= “beheren, onderhouden en ontwikkelen van het middel ‘mens’ om de doelstellingen
van de organisatie te verwezenlijken”
Personeel = kapitaal van een organisatie
Strategische planning organisatie
Missie
Waarom bestaan we?
Waarvoor bestaan we?
Wat is onze identiteit?
Wat is onze primaire functie?
Visie
Wat willen we zijn?
1
, Wat is onze droom?
Waarvoor gaan we?
o Geeft richting
o Motiveert en inspireert medewerkers: maak zaken kenbaar
Onderscheidend
SWOT-analyse
Inclusief normen en waarden: respect, eerlijk, duurzaam, professioneel, …
Strategie
Wat willen we bereiken?
Hoe willen we dat bereiken?
3-5 jaar
Doelstellingen
Scenario denken
Personeelsbeleid: missie
Missie van personeelsbeleid = 2-delig
o Competenties (= kennis, vaardigheden, attitudes) van medewerkers
Afstemmen op bedrijfsdoelstellingen
o Voldoen aan behoeften van medewerkers die bedrijfsdoelstellingen aanvaarden
(loon, welzijn…)
Strategisch personeelsmanagement
o Gericht op de ontwikkelingen en veranderingen binnen een organisatie als geheel
en de gevolgen ervan op personeelsmanagement
o 5 aspecten:
Mensen zijn niet enkel kosten ook baten
Spraken van langetermijnvisie
Personeelsbeleid is onderdeel van management
Integratie van personeelsbeleid in strategisch beleid organisatie
Afstemming van personeelsinstrumenten op elkaar
HR-cyclus
Bestaat uit een aantal elementen. Bestaat uit 3 belangrijke fasen.
1. Instroom: ontstaat eerst door te werven en dan te selecteren, dit uit zich tot het
aannemen van een persoon. Introductie is hier ook enorm belangrijk
2. Doorstroom: Training en development: geef ik mensen bijscholing, herscholing.
Presteren van de mensen zelf: moeten hun best doen. Management development:
manier van leidinggeven,… Beoordelen en belonen
2
,3. Uitstroom: op pensioen, bedrijf is failliet, ziekte, neemt/krijg ontslag
HR strategie: harde model
HRM eerder economisch dan ethisch of sociaal
1. Het Michigan-model: High Performance (HRM)
o Arbeider = resource in de onderneming en moet ook zo behandeld worden
o ‘fit’/’match’ tussen ‘human resource strategies’ en ‘business strategies’
o Selectie, beoordeling, ontwikkeling en beloning
HR startegie: zachte model
HRM eerder humane waarde dan economische: hoge toewijding
2. Harvardmodel: High commitment (HRM)
o Arbeiders betrekken bij en ontwikkelen in de organisatie
o Belang van stakeholders
o 4 beleidsdomeinen: personeelsstromen, beloningssystemen, werknemersinvloed
en werksystemen
o High commitment: werknemers worden gestimuleerd bekwaamheden te
ontwikkel en verantwoordelijkheid te dragen voor hun taken
o 4 gevolgen (korte termijn):
Competentie of bekwaamheid
Betrokkenheid of toewijding
Congruentie tussen individuele en bedrijfsdoelen
Kosteneffectiviteit
o Op lange termijn: beter individueel welbevinden, hogere effectiviteit en
maatschappelijk welzijn
HR strategie: high commitment work systems
Hoe medewerkers van binnenuit bewegen of inspireren om zich te identificeren met de
organisatie en haar doelstellingen?
o Mutuality = wederzijdse afhankelijkheid
o Respect
o Betrokkenheid
3
, Mutuality – wedezijdse afhankelijkheid – internal branding (intern goed scoren geeft ook
weergave naar de buitenwereld) – employer branding (merking van de werknemers. Je
wilt een goede naam hebben naar je medewerkers. Dit straalt ook uit naar de
buitenwereld)
o Bedrijf = team van mensen
o Arbeid als sociale behoefte = behoefte om iets te realiseren met anderen
o Nood aan gedeelde waarde en doelen gaan we samen voor
o Samenwerking: van economie naar ikonomie
o Waarom doen we wat we doen
o Een collectieve ambitie zet aan tot motiveren en inspireren
o Een gemeenschappelijke visie zet aan tot een waardevolle relatie tussen
medewerkers
Wie een waarom heeft kan en hoe verdragen
Respect
o Aandacht en waardering medewerkers
o Mens zien als doel op zich = authentiek respect
o Mens gebruiken als middel, zijn functionaliteit = nerespect
o Medewerker investeert energie en deskundigheid in bedrijf dus heeft recht om
mee te beslissen
o Mens die zich gerespecteerd voelt, krijgt vleugels!
o Werkzekerheid – veiligheidsbehoefte – belofte/ engagement
o Groeimogelijkheden: training en opleiding = competenties groeien en affectieve
binding met bedrijf (zowel technisch als humaan) – zelfontplooiing
o Employee involvement
Participatie – medezeggenschap (rond waarden en doelen)
Verantwoordelijkheid (werkinhoud en methodiek)
Organisatiecultuur
Geheel van geschreven en ongeschreven regels in organisatie: die in de organisatie actief
zijn op sociaal vlak
Elementen
o Waarden: hulp leveren aan nieuwe collega, respect voor klant tonen
o Rituelen: verjaardag, overlijden, promotie, werkoverleg
o Helden: baas die lichten uitdoet
o Symbolen: kledij, foto’s
Kenmerken sterke cultuur
o Aandacht voor personeel
o Opleiding en training
o Open communicatie
Soorten:
o Rolcultuur: orde en regelmaat: stabiel en doelmatig: veel regels en procedures
Bvb overheid
+ = stabiel, voorspelbaar en doelmatig
- = geen ruimte voor flexibiliteit
4