Dieetvoeding
Belang van gezonde voeding
Klantenbinding
Winstmarges
Voedingsstoffen
1.2 Voedingsstoffen
Definitie: voedingsstof is een metabool nuttig bestanddeel van voedsel, welke essentieel
of niet-essentieel kan zijn
Essentiële voedingsstoffen (moeten in de voeding aanwezig zijn)
1.3 Water
Van levensbelang
Verlies van 15% water kan lethaal zijn
Dagelijkse behoefte – energie opname
Behoefte stijgt bij meer verlies:
o Verhoogde omgevingstemperatuur (hijgen, vochtverlies)
o Lactatie
o Verhoogde lichaamstemperatuur
o Polyurie
o Diarree
o Braken
o Ernstige bloedingen
Manieren om te voorzien van H2O
o Drinkwater
o Voedingsmiddelen
o Oxidatieprocessen in lichaam
o 60ml/kg water per dag
1.4 Koolhydraten
Enkelvoudige suikers
o Monosacchariden (vb glucose)
o Disachariden (vb lactose)
Oligosacchariden
o 3-9 suikerdelen
o Fructo-oligosacchariden (bevatten fructose)
Polysacchariden
o Zetmeel (vb amylose, glycogeen)
o Vezels (vb cellulose, pectinen)
1.4.1 Functie van enkelvoudige KHD en zetmeel
Bron voor glucose
Zorgen voor:
1
, o Bron voor energie
o Productie van warmte tijdens de metabolisatie tot energie
o Bouwstenen voor andere voedingsstoffen (vb AZ)
o Opslag van energie in de vorm van glycogeen of vet
Overmaat wordt omgezet in lichaamsvet
Functie van voedingsvezels:
o Normale darmfunctie bevorderen, reguleren
o Behouden gezondheid colon
1.4.2 Vertering enkelvoudige KHD en zetmeel
Mechanische processen
o Masticatie
o Amylase hond/kat
Enzymatische processen
o Maagsappen (pH 2)
o Dunne darmenzymen (pH 7)
Microbiële processen:
o Colon: enzymen < intestinale bacteriën
Extra energie < fermentatie vezels
Vertering van vezels
o Fermentatie vezels in DD door anaërobe bacteriën levert energie ( microben
maar ook naar de mucosacellen van de darm)
o Energie: kortketenvetzuren + gassen
o Fermentatiesnelheid van vezels varieert
Snel: gas + kortketenvetzuren
Matig en langzaam: > faeces door vasthouden H20
Voordelen matig/langzaam fermenteerbare voedingsvezels
o Bij zwaarlijvigheid
Minder interactie enzymen en voedingsstoffen
< absorptie voedingsstoffen
Verzadiging
o Controle diabetes mellitus
Schommelingen bloedsuikerspiegel verminderen
Vb psyllium: < postprandiale hyperglycemie (stijging van de
suikerspiegel na de maaltijd)
o Toename fecesvolume helpt bij:
IBD (inflammantory bowel disease: darmonsteking) en MD-afwijkingen
Constipatie
1.4.3 Aanbevolen gehaltes
H/K geen absolute behoefte aan KHD: rauwe vezels worden niet verteerd
Wel glucose/ glucosevoorlopers nodig als brandstof (hersenen)
o Glucosevoorraad opgebruikt op 24u: vet omzetten naar suiker.
Glucose kan gemaakt worden uit vet/eiwit
Droogvoer Ca:
o 30-60% KHD
2
, o Grootste deel is zetmeel
Droogvoer Fe:
o Max 40% KHD
o Bij hogere KHD%:
Verteringsproblemen
Metabole effecten: hyperglycemie/glucosurie
1.5 Eiwitten
Combinatie van AZ
21 verschillende AZ
Oneindig aantal combinaties
Te vinden in:
o Huid
o Haar
o Spier
o Hormonen
o Antilichamen, …
1.5.1 Functie
Bouwstenen van:
o KB, pezen en ligamenten (collageen en elastine)
o Actine en myosine (= spiereiwitten)
o Huid, haar en nagels (keratine)
o Bloedeiwitten (hemoglobine = belangrijk voor transport van zuurstof, transferrine
= belangrijk voor transport van ijzer, albumine = transporteiwit in BB waar heel
veel aan gaat binden en globuline = belangrijke rol bij afweer)
o Enzymen
o Hormonen
o Antilichamen
Weefselgroei, aanvulling en herstel
o Kat gebruikt van eiwit als energiebron (> dan hond)
Biologische waarde
o Leveren van EAZ (= essentiële AZ) gelijk aan de behoefte van het dier
o Hoge verteerbaarheid
o Vb: eieren
Heel hoge biologische waarde
o Verschil tussen goedkopere en duurdere eiwitbronnen!
Goedkopere voeding: biologische waarde lager als in duurdere voeding
1.5.2 Vertering eiwitten
1. Splitsing in AZ
2. Samenvoegen tot nieuwe EW:
o Weefseleiwitsynthese
o Synthese enzymen, bloedeiwitten, hormonen, …
o Overschot levert energie
3. Overschot EW:
3
, Afbraak via deaminering
o Aminodeel ureum nieren
o Zure deel glycogeen/vet
Liefst zo weinig mogelijk overschot
1.5.3 Aanbevolen gehaltes
Voldoen aan eiwitonderhoudsbehoefte
Ziekte > behoefte
Belang van hoge biologische waarde
1.5.4 Eiwitovermaat of tekort
Oudere dieren: < eiwit in voeding, NI
Eiwittekort
o Slechte groei, gewichtsverlies
o Doffe vacht
o Spieratrofie: lichaam heeft nood aan eiwitten, spieren bestaan uit eiwitten dus
worden deze afgebroken
o Immuundeficiëntie: veel vatbaarder voor infecties
o Oedeem: als we te weinig eiwitten hebben in het bloed dan hebben we daar een
hypotone colloïd osmotische waarde vocht gaat uit de bloedbaan uittreden
oedeem wordt gevormd
o Cachexie en sterfte
1.6 vetten
Voedingsvet: triglyceride
2 groepen onverzadigde vetzuren:
o Omega 3 (n3): vachtproblemen, zorgt voor vasodilatatie
o Omega 6 (n6): vachtproblemen
Hoofdgroepen lipiden:
o 1. Verzadigd: zonder dubbele binding
o 2. Enkelvoudig verzadigd: 1 dubbele binding
o 3. Meervoudig onverzadigd: meer dan 1 dubbele binding
o Onverzadigde: gezond
1.6.1 Functie van vetten
1. Energie leveren
2. Helpen bij absorptie vetoplosbare vitaminen: A,D,E,K
o Niet overdoseren
3. Essentiële vetzuren leveren
o Onderdeel van membranen
o Synthese actieve stoffen: vb prostaglandines (stoffen die mee instaan voor
ontsteking. Dier dat veel vetten stapelt gaat ook sneller ontstekingen krijgen door
de aanmaak van meer prostaglandines)
o Waterverlies via huid beperken (door vettige talglaag)
Honden: 2 essentiële vetzuren
o Alfa-linoleenzuur
4
Belang van gezonde voeding
Klantenbinding
Winstmarges
Voedingsstoffen
1.2 Voedingsstoffen
Definitie: voedingsstof is een metabool nuttig bestanddeel van voedsel, welke essentieel
of niet-essentieel kan zijn
Essentiële voedingsstoffen (moeten in de voeding aanwezig zijn)
1.3 Water
Van levensbelang
Verlies van 15% water kan lethaal zijn
Dagelijkse behoefte – energie opname
Behoefte stijgt bij meer verlies:
o Verhoogde omgevingstemperatuur (hijgen, vochtverlies)
o Lactatie
o Verhoogde lichaamstemperatuur
o Polyurie
o Diarree
o Braken
o Ernstige bloedingen
Manieren om te voorzien van H2O
o Drinkwater
o Voedingsmiddelen
o Oxidatieprocessen in lichaam
o 60ml/kg water per dag
1.4 Koolhydraten
Enkelvoudige suikers
o Monosacchariden (vb glucose)
o Disachariden (vb lactose)
Oligosacchariden
o 3-9 suikerdelen
o Fructo-oligosacchariden (bevatten fructose)
Polysacchariden
o Zetmeel (vb amylose, glycogeen)
o Vezels (vb cellulose, pectinen)
1.4.1 Functie van enkelvoudige KHD en zetmeel
Bron voor glucose
Zorgen voor:
1
, o Bron voor energie
o Productie van warmte tijdens de metabolisatie tot energie
o Bouwstenen voor andere voedingsstoffen (vb AZ)
o Opslag van energie in de vorm van glycogeen of vet
Overmaat wordt omgezet in lichaamsvet
Functie van voedingsvezels:
o Normale darmfunctie bevorderen, reguleren
o Behouden gezondheid colon
1.4.2 Vertering enkelvoudige KHD en zetmeel
Mechanische processen
o Masticatie
o Amylase hond/kat
Enzymatische processen
o Maagsappen (pH 2)
o Dunne darmenzymen (pH 7)
Microbiële processen:
o Colon: enzymen < intestinale bacteriën
Extra energie < fermentatie vezels
Vertering van vezels
o Fermentatie vezels in DD door anaërobe bacteriën levert energie ( microben
maar ook naar de mucosacellen van de darm)
o Energie: kortketenvetzuren + gassen
o Fermentatiesnelheid van vezels varieert
Snel: gas + kortketenvetzuren
Matig en langzaam: > faeces door vasthouden H20
Voordelen matig/langzaam fermenteerbare voedingsvezels
o Bij zwaarlijvigheid
Minder interactie enzymen en voedingsstoffen
< absorptie voedingsstoffen
Verzadiging
o Controle diabetes mellitus
Schommelingen bloedsuikerspiegel verminderen
Vb psyllium: < postprandiale hyperglycemie (stijging van de
suikerspiegel na de maaltijd)
o Toename fecesvolume helpt bij:
IBD (inflammantory bowel disease: darmonsteking) en MD-afwijkingen
Constipatie
1.4.3 Aanbevolen gehaltes
H/K geen absolute behoefte aan KHD: rauwe vezels worden niet verteerd
Wel glucose/ glucosevoorlopers nodig als brandstof (hersenen)
o Glucosevoorraad opgebruikt op 24u: vet omzetten naar suiker.
Glucose kan gemaakt worden uit vet/eiwit
Droogvoer Ca:
o 30-60% KHD
2
, o Grootste deel is zetmeel
Droogvoer Fe:
o Max 40% KHD
o Bij hogere KHD%:
Verteringsproblemen
Metabole effecten: hyperglycemie/glucosurie
1.5 Eiwitten
Combinatie van AZ
21 verschillende AZ
Oneindig aantal combinaties
Te vinden in:
o Huid
o Haar
o Spier
o Hormonen
o Antilichamen, …
1.5.1 Functie
Bouwstenen van:
o KB, pezen en ligamenten (collageen en elastine)
o Actine en myosine (= spiereiwitten)
o Huid, haar en nagels (keratine)
o Bloedeiwitten (hemoglobine = belangrijk voor transport van zuurstof, transferrine
= belangrijk voor transport van ijzer, albumine = transporteiwit in BB waar heel
veel aan gaat binden en globuline = belangrijke rol bij afweer)
o Enzymen
o Hormonen
o Antilichamen
Weefselgroei, aanvulling en herstel
o Kat gebruikt van eiwit als energiebron (> dan hond)
Biologische waarde
o Leveren van EAZ (= essentiële AZ) gelijk aan de behoefte van het dier
o Hoge verteerbaarheid
o Vb: eieren
Heel hoge biologische waarde
o Verschil tussen goedkopere en duurdere eiwitbronnen!
Goedkopere voeding: biologische waarde lager als in duurdere voeding
1.5.2 Vertering eiwitten
1. Splitsing in AZ
2. Samenvoegen tot nieuwe EW:
o Weefseleiwitsynthese
o Synthese enzymen, bloedeiwitten, hormonen, …
o Overschot levert energie
3. Overschot EW:
3
, Afbraak via deaminering
o Aminodeel ureum nieren
o Zure deel glycogeen/vet
Liefst zo weinig mogelijk overschot
1.5.3 Aanbevolen gehaltes
Voldoen aan eiwitonderhoudsbehoefte
Ziekte > behoefte
Belang van hoge biologische waarde
1.5.4 Eiwitovermaat of tekort
Oudere dieren: < eiwit in voeding, NI
Eiwittekort
o Slechte groei, gewichtsverlies
o Doffe vacht
o Spieratrofie: lichaam heeft nood aan eiwitten, spieren bestaan uit eiwitten dus
worden deze afgebroken
o Immuundeficiëntie: veel vatbaarder voor infecties
o Oedeem: als we te weinig eiwitten hebben in het bloed dan hebben we daar een
hypotone colloïd osmotische waarde vocht gaat uit de bloedbaan uittreden
oedeem wordt gevormd
o Cachexie en sterfte
1.6 vetten
Voedingsvet: triglyceride
2 groepen onverzadigde vetzuren:
o Omega 3 (n3): vachtproblemen, zorgt voor vasodilatatie
o Omega 6 (n6): vachtproblemen
Hoofdgroepen lipiden:
o 1. Verzadigd: zonder dubbele binding
o 2. Enkelvoudig verzadigd: 1 dubbele binding
o 3. Meervoudig onverzadigd: meer dan 1 dubbele binding
o Onverzadigde: gezond
1.6.1 Functie van vetten
1. Energie leveren
2. Helpen bij absorptie vetoplosbare vitaminen: A,D,E,K
o Niet overdoseren
3. Essentiële vetzuren leveren
o Onderdeel van membranen
o Synthese actieve stoffen: vb prostaglandines (stoffen die mee instaan voor
ontsteking. Dier dat veel vetten stapelt gaat ook sneller ontstekingen krijgen door
de aanmaak van meer prostaglandines)
o Waterverlies via huid beperken (door vettige talglaag)
Honden: 2 essentiële vetzuren
o Alfa-linoleenzuur
4