Kwantitatief en kwalitatief onderzoek- herkansing
,Kwantitatief onderzoek 2
Inleiding 2
Resultaten 3
Rapportage 1: 3
Rapportage 2: 3
Literatuur 4
Bijlagen 5
Bijlage 1: Literatuur 5
Bijlage 2: Analyseplan 15
Bijlage 3: Syntax 17
Bijlage 4: Output 20
Kwalitatief onderzoek 28
Inleiding 28
Resultaten 29
Bijlagen 33
Bijlage 1: topiclijst 33
Bijlage 2: Taxonomie/ Codeboom 35
Bijlage 3: Mindmap 59
Bijlage 4: Transcript 60
1
, Kwantitatief onderzoek
Inleiding
Voor deze eindopdracht zijn twee verschillende onderzoeksvragen opgesteld aan de
hand van een bestaande enquête. Bij deze onderzoeksvragen wordt er een verschil gemaakt
tussen een verschilvraag en een samenhangvraag.
Een verschilvraag meet een verschil tussen twee variabelen, waar een samenhangvraag de
samenhang tussen twee variabelen meet. Beide vragen hebben een eigen manier van analyse,
die verder in deze eindopdracht ter sprake komen.
De opgestelde onderzoeksvragen zijn:
Verschilvraag: Verschillen mannen en vrouwen op het gebied van welbevinden?
Hierbij worden 2 hypotheses (verwachtingen) opgesteld, namelijk:
H0: Er is wel verschil tussen mannen en vrouwen op het gebied van welbevinden.
H1: Er is geen verschil tussen mannen en vrouwen op het gebied van welbevinden.
Samenhangvraag: Is er een samenhang tussen leeftijd en de mate van eenzaamheid?
Hierbij worden 2 hypotheses (verwachtingen) opgesteld, namelijk:
H0: Er is een samenhang tussen leeftijd en de mate van eenzaamheid.
H1: Er is geen samenhang tussen leeftijd en de mate van eenzaamheid.
2
, Resultaten
Door middel van analyses kunnen de opgestelde onderzoeksvragen beantwoord
worden. Hier zijn bepaalde resultaten uitgekomen die verwoord worden via een rapportage.
Dit betreft:
Rapportage 1:
Een onafhankelijke T toets toonde aan dat de meisjes (M = 2.51, SD= 0.58) in deze
steekproef een significant hoger welbevinden dan de jongens (M= 2.23, SD= 0.57), t (128) = -
2.77, p= 0.01 scoren op de vragenlijst.
Met andere woorden. Vrouwen hebben een beter welbevinden dan mannen, in de
resultaten van deze vragenlijst.
Dit betekent dat H1 wordt verworpen en H0 wordt aangenomen. Er is immers wel een
mogelijk verschil tussen mannen en vrouwen op het gebied van welbevinden.
Rapportage 2:
Een Pearson r correlatie toonde aan dat leeftijd significant en negatief samenhangt met
de mate van eenzaamheid. R (94) = - 0. 21, p < 0.05.
Met andere woorden. Hoe ouder iemand is, hoe hoger zijn of haar mate van
eenzaamheid, in de resultaten van deze vragenlijst. Dit betekent dat H1 wordt verworpen en
H0 wordt aangenomen. Er is immers wel een mogelijke samenhang tussen leeftijd en de mate
van eenzaamheid.
3