Farmaceutische zorg
FARMACEUTISCHE
ZORG EN
FARMACOGNOSIE
1
,Farmaceutische zorg
1 INLEIDING
Farmacognosie
= De studie van geneesmiddelen van natuurlijke afkomst
= Geneesmiddelenkennis van planten (bv.: paracetamol, Oscillococcinum →
weerstand verbeteren)
BCFI (http://www.bcfi.be/nl/start)
= Belgisch Centrum voor Farmaceutische Informatie
= Gecommentarieerd Geneesmiddelenrepertorium
Alles dat te maken heeft met geneesmiddelen
1.1 TOEDIENINGSVORMEN
Toedieningsweg
= De route waarop een medicijn, vloeistof, vergif of een ander middel in contact
wordt gebracht met het gewenste deel van een lichaam
Lokaal
Plaatselijk (bv.: op de huid → cutane toepassing NOOIT systematisch)
Bv.: inhalatie-apparaat (puffer) → vloeistoffen (aerosol) of poedertjes
Bij kinderen wordt er een lange buis gebruikt want ze kunnen niet zo hard
inademen
Cortisone: hormoon die wordt aangemaakt in de bijnier (cortisol)
Bv.: oogdruppels
Hoe gebruik je oogdruppels?
Handen wassen
Ooglid naar beneden trekken
Druppel in traankanaal en dan knipperen
Bv.: vaginale gel (Inta Care)
Vagina : slijmvlies (uitwendige wereld)
Systemisch
Via de bloedbaan
Bv.: transdermaal (patch) kan systemisch zijn
Parenteraal
De toedieningsvorm van geneesmiddelen of voeding anders dan via het maag-
darmstelstel (enteraal)
= Alle wegen die de darmen vermijden (intraveneus)
Enteraal
Via het maag- en darmstelsel
We hebben een netwerk van bloedvaten rondom de darmen → stoffen worden
ogpenomen en vervoerd naar de organen → lever is de eerste verwerkingsplaats
(first pass) (bv.: lever is een belangrijk detoxorgaan bij het innemen van Dafalgan)
Bv.: paracetamol en alcohol gaan niet samen want beide worden afgebroken in de
lever (paracetamolvergiftiging)
2
,Farmaceutische zorg
1.1.1 ORAAL (per os)
Tablet
Orodispergeerbare tabletten
Tabletten worden (oraal) ingenomen door ze op de tong te leggen en met een
voldoende aantal speeksel door te slikken → tabletten smelten op de tong
Bruistablet
Bicarbonaat: NaHCO3 + H2O → H2CO3
→ H2O en CO2
Desintegreren = uiteenvallen
Gelule/capsule
Comprimé = een met suiker omhulde tablet
Verstuiver (mond)
Sublinguaal (onder de tong)
Er ligt een grote ader onder de tong dus geneesmiddel wordt snel opgenomen
(enkele minuten)
Siroop
→ 63% suiker:
Zoete smaak
Houdbaarheid: Bacteriën kunnen niet in suiker overleven. De
hoeveelheid suiker zorgt namelijk voor een hypertoon milieu.
Hypertoon milieu: meer suiker (extracellulair) dan in de bacterie
(intracellulair)
H2O:
Hypertoon
Bacterie
1.2 DOSERING, DOSIS EN POSOLOGIE
Dosering
Het aantal tabletten per dag
Dosis
Het aantal g
Dosis x frequentie
= Dagdosis
Dosering per posologie
Posologie: De wetenschap van het doseren van geneesmiddelen
Bv.: 300 mg x 4 keer per dag
Bij het voorschrijven wordt er rekening gehouden met:
De leeftijd van de patiënt
Het gewicht van de patiënt
DISTRIBUTIEVOLUME (hangt af van BMI) → de verdeling van een
geneesmiddel in het lichaam na inname
BMI: BODY MASS INDEX (de verhouding tussen lengte en gewicht bij een
persoon)
Tolerantie van de patiënt voor het middel
Gezondheidstoestand van de patiënt, met name de nier- en leverfunctie
3
, Farmaceutische zorg
1.3 BIOLOGISCHE BESCHIKBAARHEID
Biologische beschikbaarheid
In welke mate komen de werkzame stoffen van een geneesmiddel beschikbaar op de
bedoelde plaats
I.V. Toediening
→ Inspuiting in de ader (gaat
zeer snel)
Oppervlakte onder de curve =
biologische beschikbaarheid
AUC = Een maat voor de totale
blootstelling aan een
geneesmiddel
Bio-distributie
Hoe verspreiden geneesmiddelen zich in het lichaam?
Bioconversie
= Biotransformatie (= metabolisme/afbraak)
Structuur van lichaamsvreemde stoffen verandert
Doel: stof onwerkzaam maken, stof geschikter maken voor uitscheiding
Lever, nieren, longen, darmen en huid → afbreken van geneesmiddelen
Metabolieten
De eindproducten die na het metabolisme of biotransformatie overblijven
Bv.: Jean-Pierre is 58 jaar
I.V. paracetamol 100 mg
Biologische beschikbaarheid?
→ 100% want rechtstreeks in bloed
Tablet 10 mg/L
5 liter bloed in het lichaam → 50 mg
Tablet : 100 mg
50%
AUC-waarde
100 mg x tablet → 35 mg X
BB= 35/100 = 0,35 = 35%
4
FARMACEUTISCHE
ZORG EN
FARMACOGNOSIE
1
,Farmaceutische zorg
1 INLEIDING
Farmacognosie
= De studie van geneesmiddelen van natuurlijke afkomst
= Geneesmiddelenkennis van planten (bv.: paracetamol, Oscillococcinum →
weerstand verbeteren)
BCFI (http://www.bcfi.be/nl/start)
= Belgisch Centrum voor Farmaceutische Informatie
= Gecommentarieerd Geneesmiddelenrepertorium
Alles dat te maken heeft met geneesmiddelen
1.1 TOEDIENINGSVORMEN
Toedieningsweg
= De route waarop een medicijn, vloeistof, vergif of een ander middel in contact
wordt gebracht met het gewenste deel van een lichaam
Lokaal
Plaatselijk (bv.: op de huid → cutane toepassing NOOIT systematisch)
Bv.: inhalatie-apparaat (puffer) → vloeistoffen (aerosol) of poedertjes
Bij kinderen wordt er een lange buis gebruikt want ze kunnen niet zo hard
inademen
Cortisone: hormoon die wordt aangemaakt in de bijnier (cortisol)
Bv.: oogdruppels
Hoe gebruik je oogdruppels?
Handen wassen
Ooglid naar beneden trekken
Druppel in traankanaal en dan knipperen
Bv.: vaginale gel (Inta Care)
Vagina : slijmvlies (uitwendige wereld)
Systemisch
Via de bloedbaan
Bv.: transdermaal (patch) kan systemisch zijn
Parenteraal
De toedieningsvorm van geneesmiddelen of voeding anders dan via het maag-
darmstelstel (enteraal)
= Alle wegen die de darmen vermijden (intraveneus)
Enteraal
Via het maag- en darmstelsel
We hebben een netwerk van bloedvaten rondom de darmen → stoffen worden
ogpenomen en vervoerd naar de organen → lever is de eerste verwerkingsplaats
(first pass) (bv.: lever is een belangrijk detoxorgaan bij het innemen van Dafalgan)
Bv.: paracetamol en alcohol gaan niet samen want beide worden afgebroken in de
lever (paracetamolvergiftiging)
2
,Farmaceutische zorg
1.1.1 ORAAL (per os)
Tablet
Orodispergeerbare tabletten
Tabletten worden (oraal) ingenomen door ze op de tong te leggen en met een
voldoende aantal speeksel door te slikken → tabletten smelten op de tong
Bruistablet
Bicarbonaat: NaHCO3 + H2O → H2CO3
→ H2O en CO2
Desintegreren = uiteenvallen
Gelule/capsule
Comprimé = een met suiker omhulde tablet
Verstuiver (mond)
Sublinguaal (onder de tong)
Er ligt een grote ader onder de tong dus geneesmiddel wordt snel opgenomen
(enkele minuten)
Siroop
→ 63% suiker:
Zoete smaak
Houdbaarheid: Bacteriën kunnen niet in suiker overleven. De
hoeveelheid suiker zorgt namelijk voor een hypertoon milieu.
Hypertoon milieu: meer suiker (extracellulair) dan in de bacterie
(intracellulair)
H2O:
Hypertoon
Bacterie
1.2 DOSERING, DOSIS EN POSOLOGIE
Dosering
Het aantal tabletten per dag
Dosis
Het aantal g
Dosis x frequentie
= Dagdosis
Dosering per posologie
Posologie: De wetenschap van het doseren van geneesmiddelen
Bv.: 300 mg x 4 keer per dag
Bij het voorschrijven wordt er rekening gehouden met:
De leeftijd van de patiënt
Het gewicht van de patiënt
DISTRIBUTIEVOLUME (hangt af van BMI) → de verdeling van een
geneesmiddel in het lichaam na inname
BMI: BODY MASS INDEX (de verhouding tussen lengte en gewicht bij een
persoon)
Tolerantie van de patiënt voor het middel
Gezondheidstoestand van de patiënt, met name de nier- en leverfunctie
3
, Farmaceutische zorg
1.3 BIOLOGISCHE BESCHIKBAARHEID
Biologische beschikbaarheid
In welke mate komen de werkzame stoffen van een geneesmiddel beschikbaar op de
bedoelde plaats
I.V. Toediening
→ Inspuiting in de ader (gaat
zeer snel)
Oppervlakte onder de curve =
biologische beschikbaarheid
AUC = Een maat voor de totale
blootstelling aan een
geneesmiddel
Bio-distributie
Hoe verspreiden geneesmiddelen zich in het lichaam?
Bioconversie
= Biotransformatie (= metabolisme/afbraak)
Structuur van lichaamsvreemde stoffen verandert
Doel: stof onwerkzaam maken, stof geschikter maken voor uitscheiding
Lever, nieren, longen, darmen en huid → afbreken van geneesmiddelen
Metabolieten
De eindproducten die na het metabolisme of biotransformatie overblijven
Bv.: Jean-Pierre is 58 jaar
I.V. paracetamol 100 mg
Biologische beschikbaarheid?
→ 100% want rechtstreeks in bloed
Tablet 10 mg/L
5 liter bloed in het lichaam → 50 mg
Tablet : 100 mg
50%
AUC-waarde
100 mg x tablet → 35 mg X
BB= 35/100 = 0,35 = 35%
4