Wat speelt een belangrijke rol bij het hoog houden van de medullaire opgeloste stofconcentratie
a. Interstitieel vocht
b. Lus van Henle
c. Vasa recta
d. Medulla
Wat zijn de twee primaire stimuli voor fysiologische aldosteronsecretie vanuit de bijnierschors?
a. Verhoogde extracellulaire K+-concentratie en verlaagde bloeddruk
b. Verhoogde extracellulaire Na+-concentratie en verlaagde bloeddruk
c. Verhoogde extracellulaire K+-concentratie en verhoogde bloeddruk
d. Verhoogde extracellulaire Na+-concentratie en verhoogde bloeddruk
Wat gebeurt er met de aldosteronconcentratie als het angiotensine-converting enzym (ACE) defect is?
a. Neemt toe
b. Neemt af
c. Geen effect
Kies de juiste begrippen: hypokaliëmie: K+-concentraties in plasma (en ECV) nemen toe/af
concentratiegradiënt tussen de cel en de ECV wordt groter/kleiner meer/minder K+ verlaat de cel
membraanpotentiaal in rust wordt negatiever/positiever neuronen depolariseren/hyperpolariseren
actiepotentialen makkelijker/moeilijker afgevuurd
Zet bij de toestanden of HCO3- verhoogd of verlaagd is:
a. Respiratoire acidose: HCO3-
b. Metabole acidose: HCO3-
c. Respiratoire alkalose: HCO3-
d. Metabole alkalose: HCO3-
Zet de volgende gebeurtenissen op de juiste volgorde: start met GFR neemt toe:
1. GFR neemt toe
2. Weerstand in afferente arteriole neemt toe
3. GFR neemt af
4. Stroom langs de macula densa neemt toe
5. Hydrostatische druk in de glomerulus neemt af
6. Afferente arteriole vernauwt
7. Paracriene signaal van de macula densa naar afferente arteriole
8. Stroom door de tubulus neemt toe
Welke pomp/uitwisselaar verplaatst natrium in de tubuluscel over het basolaterale membraan?
a. Na+-K+-ATPase
b. Na+-H+-uitwisselaar (NHE)
c. ATPase
d. Geen, het transport is passief