Samenvatting Omgevingsrecht 2 Blok 2.2 (VMVH1OGR2)

Samenvatting boek omgevingsrecht

Workshop 1 (jaar 1)

BAS of niet-BAS

Een verleende omgevingsvergunning is één beschikking (niet-BAS), want het voldoet aan de vijf
vereisten van een besluit. Het is een beschikking, want het heeft een geadresseerde.

Een geweigerde omgevingsvergunning is één beschikking (niet-BAS), want het voldoet aan de vijf
vereisten van een besluit. Het is een beschikking, want het heeft een geadresseerde. Desondanks dat
dit in weigering is, is dit wel een besluit.

Een bestemmingsplan is één BAS (besluit van algemene strekking), want het voldoet aan de vijf
vereisten van een besluit. Het is een BAS, want het heeft geen geadresseerde.

Een structuurvisie is één BAS (besluit van algemene strekking), want het voldoet aan de vijf vereisten
van een besluit. Het is een BAS, want het heeft geen geadresseerde. Je kan hier niet tegen in beroep
treden, want een structuurvisie is een beleidsregel (art. 8.3 lid 1 letter a Awb).

Wanneer Afdeling 3.4 Awb is toegepast (zienswijzen/inspraken = preventieve rechtsbescherming)
geen bezwaar meer.



Bestemmingsplan

1. Het algemene bestemmingsplan
2. Een parapluplan / facetbestemmingsplan
Een paraplubestemmingsplan is een partiële herziening van meerdere bestemmingsplannen.
Op een of meer aspecten worden diverse bestemmingsplannen met een
paraplubestemmingsplan aangepast of aangevuld, voor het overige blijven de
desbetreffende bestemmingsplannen van kracht. Een voorbeeld van een
paraplubestemmingsplan is een bestemmingsplan dat voor de hele gemeente de
parkeerregels bevat.
3. Een inpassingsplan
4. Een postzegelbestemmingsplan (vaak een bestemmingsplan voor één project)
5. Wijzigingsplan
Het resultaat van een wijzigingsbevoegdheid uit een bestemmingsplan. Een wijzigingsplan
wordt opgesteld door burgemeester en wethouders.
6. Uitwerkingsplan.
Een uitwerkingsplan is het resultaat van een uitwerkingsplicht uit een bestemmingsplan. Een
uitwerkingsplan wordt opgesteld door het college.
7. Moederplan.
Met de term moederplan wordt het bestemmingsplan aangeduid dat de grondslag vormt
voor een uitwerkingsplan (dochterplan) of een wijzigingsplan.

, Algemene beginselen van behoorlijk bestuur

 Het fair play-beginsel (f)
 Het zorgvuldigheidsbeginsel (f)
 Het motiveringsbeginsel (f)
 Het verbod van detournement de pouvoir (m)
 Het verbod van willekeur (m) (redelijkheidsbeginsel/belangenafweging)
 Het evenredigheidsbeginsel (m)
 Het rechtszekerheidsbeginsel (m)
 Het vertrouwensbeginsel (m) en
 Het gelijkheidsbeginsel (m)
(f) is formeel

(m) is materieel

Soort bevoegdheid

Voor een gebonden bevoegdheid gelden ALLEEN de formele abbb’s

Voor een vrije bevoegdheid gelden alle abbb’s

Formele abbb’s

Gelden voor zowel gebonden als voor vrije bevoegdheden

Fair play-beginsel

Geen persoonlijk belang bij besluit

Zorgvuldigheidsbeginsel

Bij de voorbereiding van een besluit vergaart het bestuursorgaan de nodige kennis omtrent
de relevante feiten en de af te wegen belangen

Motiveringsbeginsel

Een besluit dient te berusten op een deugdelijke motivering

Formele abbb’s gaan over de voorbereiding/ motivering van een besluit, dus niet de inhoud.

Materiële abbb’s

Het verbod van detournement de pouvoir (m)

Het bestuursorgaan gebruikt de bevoegdheid tot het nemen van een besluit niet voor een
ander doel dan waarvoor die bevoegdheid is gegeven

Het verbod van willekeur en het evenredigheidsbeginsel (m)

De voor een of meer belanghebbenden nadelige gevolgen van een besluit mogen niet
onevenredig zijn in verhouding tot de met het besluit te dienen doelen.