Biologie
Hoe wordt de werking van een organisme geregeld?
Prikkel (=waarneembare verandering)
Receptor (=herkent en vangt de prikkel op)
Conductor (= geleidt informatie) geordende opeenvolging van stappen
= het regelsysteem: reacties op prikkels
coördineren
Effector (= voert de reactie uit)
Reactie (actie als antwoord op de prikkel)
De prikkel (= waarneembare verandering waarop een organisme kan reageren )
Onderscheid tussen: Uitwendige prikkels
prikkels afkomstig uit de omgeving van het organisme
bv. verandering in lichthoeveelheid/ stresserende situatie
Inwendige prikkels
prikkels ontstaan in het organisme
bv. honger na een overmaat aan alcohol
Chemische prikkels
prikkels ontstaan door stoffen die prikkelend werken
Fysische prikkels
prikkels als gevolg van kracht & energie
Prikkeldrempel : minimumwaarde waarbij een prikkel kan worden herkent
Prikkelgewenning : kan optreden bij langdurige blootstelling aan een prikkel
Prikkelfilter : bepaalt (in de hersenen) of prikkels doorgegeven worden, en aanleiding geven tot een reactie
, De receptor (= structuur die de prikkel herkent & opvangt)
bij dieren vaak in zintuigen bv. oor = receptoren om geluid op te vangen
bv. warmte en koude receptoren = lichaamstemp. waarnemen
bij planten verspreid over het organisme bv. ontluikende zonnebloemen volgen de stand
van de zon = fotoreceptoren
De conductoren
geleidt informatie
schakel, informatie naar de plaats van reactie brengen
informatiedracht door het lichaam = geleiding
geleiders (mens & dier): zenuwstelsel & hormonaal stelsel
geleiders (planten) : via signaalstoffen of hormonen en elektrische signalen
bv. je hoort je naam je zenuwstelsel geleidt deze informatie van je oren naar je spieren
bv. je ondergaat een leugentest je lichaam produceert hormonen geleiden informatie naar je klieren
je zweet, je bloeddruk stijgt & hartslag versnelt
bv. (signaalstof) auxine, stimuleert bepaalde cellen in de plant om sneller te groeien.
Licht remt de productie van auxine.
= meer auxine in cellen aan de schaduwkant van een plant.
= plantencellen aan de schaduwkant worden langer en buigen naar het licht toe
= meer licht opvangen, betere fotosynthese
De effector
voert de reactie uit
bij mensen: spieren & klieren
bij dieren: verschillende delen van een plant, zelfs een enkele cel
Hoe wordt de werking van een organisme geregeld?
Prikkel (=waarneembare verandering)
Receptor (=herkent en vangt de prikkel op)
Conductor (= geleidt informatie) geordende opeenvolging van stappen
= het regelsysteem: reacties op prikkels
coördineren
Effector (= voert de reactie uit)
Reactie (actie als antwoord op de prikkel)
De prikkel (= waarneembare verandering waarop een organisme kan reageren )
Onderscheid tussen: Uitwendige prikkels
prikkels afkomstig uit de omgeving van het organisme
bv. verandering in lichthoeveelheid/ stresserende situatie
Inwendige prikkels
prikkels ontstaan in het organisme
bv. honger na een overmaat aan alcohol
Chemische prikkels
prikkels ontstaan door stoffen die prikkelend werken
Fysische prikkels
prikkels als gevolg van kracht & energie
Prikkeldrempel : minimumwaarde waarbij een prikkel kan worden herkent
Prikkelgewenning : kan optreden bij langdurige blootstelling aan een prikkel
Prikkelfilter : bepaalt (in de hersenen) of prikkels doorgegeven worden, en aanleiding geven tot een reactie
, De receptor (= structuur die de prikkel herkent & opvangt)
bij dieren vaak in zintuigen bv. oor = receptoren om geluid op te vangen
bv. warmte en koude receptoren = lichaamstemp. waarnemen
bij planten verspreid over het organisme bv. ontluikende zonnebloemen volgen de stand
van de zon = fotoreceptoren
De conductoren
geleidt informatie
schakel, informatie naar de plaats van reactie brengen
informatiedracht door het lichaam = geleiding
geleiders (mens & dier): zenuwstelsel & hormonaal stelsel
geleiders (planten) : via signaalstoffen of hormonen en elektrische signalen
bv. je hoort je naam je zenuwstelsel geleidt deze informatie van je oren naar je spieren
bv. je ondergaat een leugentest je lichaam produceert hormonen geleiden informatie naar je klieren
je zweet, je bloeddruk stijgt & hartslag versnelt
bv. (signaalstof) auxine, stimuleert bepaalde cellen in de plant om sneller te groeien.
Licht remt de productie van auxine.
= meer auxine in cellen aan de schaduwkant van een plant.
= plantencellen aan de schaduwkant worden langer en buigen naar het licht toe
= meer licht opvangen, betere fotosynthese
De effector
voert de reactie uit
bij mensen: spieren & klieren
bij dieren: verschillende delen van een plant, zelfs een enkele cel