Psychologie
Hoofdstuk 1 : Om te beginnen
● What’s in a name ?
Enkele definities van de psychologie :
- De wetenschappelijke studie van de mentale processen en van het gedrag.
- De empirische studie van het gedrag en de mentale processen.
= Zeer breed domein ⇒ Veel onenigheid over de preciezere definitie
- Psychologie niet de enige wetenschap die de mentale processen en
gedrag bestudeerd → bv. rechten, economie, sociologie
● Belang van kritisch denken
Kritisch denken om bepaalde studies over bv. telepathie, helderziendheid te ontkrachten !!
● Freud en psychologie
⇒ Psychoanalyse :
Methode van onderzoek, met name het afleiden van wetmatigheden uit klinische
gevalstudies
(Wordt weinig gebruikt !!!!)
● Een beknopt historisch overzicht
+/- 1879 → eerste psychologische laboratorium
Tweevoudige karakter van psychologische kennis
1. Geesteswetenschappelijke onderzoeksmethoden (verklaring centraal)
2. Positief-wetenschappelijke onderzoeksmethoden (predictie centraal)
Rationalisme → de ratio als enig toelaatbaar criterium voor geldige kennis +
dualistische visie (lichaam en geest gescheiden individuen)
Empirisme of associationisme → Geldige kennis kan enkel verkregen worden via
onbevooroordeelde zintuiglijke kennis
Behaviorisme → psychologie gereduceerd tot het achterhalen van verbanden
tussen tussen stimulus en reactie waarbij de studie van mentale processen als
onwetenschappelijk werd beschouwd
⇒ bestuderen van dierengedrag (Er werd vanuit gegaan dat het menselijk gedrag
niet fundamenteel verschilt van dat van dieren)
Cognitieve psychologie → studie van de manier waarop wij info verwerken
, ● Methodologische eisen voor wetenschappelijk onderzoek
3 belangrijkste kenmerken van het soort van wetenschappelijke kennis :
1. Systematisch empirisme
⇒ Door systematisch waarnemen van de werkelijkheid
(Je vertrouwt op wat je ziet, niet uitgaan van anekdotes !!!)
2. Publiek verifieerbare kennis
⇒ Kennis moet repliceerbaar zijn, dezelfde procedure = dezelfde observaties
PEER REVIEW
3. Toetsbare hypothesen/theorieën
⇒ Moeten falsifieerbaar zijn
De wetenschap gaat vooruit door het ontkrachten van hypothesen
Theorie → Geeft de relatie tussen een set van concepten die gebruikt worden om
data of gegevens te verklaren en predicties te maken over resultaten van een
een empirische studie
Hypothese → Een specifieke predictie afgeleid van een theorie, toegepast in de
context van een concreet onderzoek.
Wetenschappelijke wet → Wanneer een relatie tussen verschillende variabelen
frequent geconfirmeerd is
● Onderzoeksmethoden
- Positief-wetenschappelijke onderzoeksmethoden
- Geesteswetenschappelijke onderzoeksmethoden
- Descriptieve onderzoeksmethoden
- Experimentele onderzoeksmethoden
1. Naturalistische observatie
→ Niet gemanipuleerd gedrag bestuderen
Mensen kunnen zich anders gedragen als ze weten dat ze geobserveerd worden !!!
2. Gevalsstudies
→ uitvoerige studie van 1 bijzonder geval
3. Interviews
→ Directe bevraging
4. Surveys
→ Indirecte bevraging
, 5. Tests
→ Validiteit, betrouwbaarheid en standaardisatie
(Indien betrouwbaar, niet perse valide, omgekeerd wel !!)
6. Correlationeel onderzoek
→ Nagaan of er een verband is
Correlatiecoëfficiënt = mate waarin er een lineair verband bestaat tussen twee variabelen
= mate van samenhang
(-1,+1) → 1 is een perfect lineair verband !!!
→ -1 is een perfect omgekeerd verband !!
→ 0 is geen verband !!
Correlationeel ≠ Causaal
geen
7. Experimentele studie
→ Gecontroleerde observatie
Experimentele procedure :
1. representatieve steekproef
2. beide groepen verschillende behandeling
3. Alle andere aspecten worden zorgvuldig constant gehouden
4. Systematische verschillen ? ⇒ resultaat
- Onafhankelijke vs afhankelijke variabelen
- Foutcomponent ⇒ nooit perfect betrouwbaar, resultaat dus meestal
gebaseerd op gemiddelde waarden !!!
⇒ Een goed experiment heeft een hoge interne en externe validiteit !!
- Interne → foutloos opgezet en uitgevoerd (bv. blinding, randomisatie, …)
- Externe validiteit → resultaten kunnen veralgemenen naar situaties buiten
het labo
● Enkele exemplarische voorbeelden
⇒ nog eens lezen voor examen !!
Enkele begrippen, belangrijke dingen :
- Semantische kennis → is de kennis voor betekenissen, begrippen en feiten.
- Ethische commissie → Voor je een onderzoek doet, moet eerst
goedgekeurd worden
→ 1 v/d voorwaarden is informed consent : deelname steeds vrijwillig
Hoofdstuk 1 : Om te beginnen
● What’s in a name ?
Enkele definities van de psychologie :
- De wetenschappelijke studie van de mentale processen en van het gedrag.
- De empirische studie van het gedrag en de mentale processen.
= Zeer breed domein ⇒ Veel onenigheid over de preciezere definitie
- Psychologie niet de enige wetenschap die de mentale processen en
gedrag bestudeerd → bv. rechten, economie, sociologie
● Belang van kritisch denken
Kritisch denken om bepaalde studies over bv. telepathie, helderziendheid te ontkrachten !!
● Freud en psychologie
⇒ Psychoanalyse :
Methode van onderzoek, met name het afleiden van wetmatigheden uit klinische
gevalstudies
(Wordt weinig gebruikt !!!!)
● Een beknopt historisch overzicht
+/- 1879 → eerste psychologische laboratorium
Tweevoudige karakter van psychologische kennis
1. Geesteswetenschappelijke onderzoeksmethoden (verklaring centraal)
2. Positief-wetenschappelijke onderzoeksmethoden (predictie centraal)
Rationalisme → de ratio als enig toelaatbaar criterium voor geldige kennis +
dualistische visie (lichaam en geest gescheiden individuen)
Empirisme of associationisme → Geldige kennis kan enkel verkregen worden via
onbevooroordeelde zintuiglijke kennis
Behaviorisme → psychologie gereduceerd tot het achterhalen van verbanden
tussen tussen stimulus en reactie waarbij de studie van mentale processen als
onwetenschappelijk werd beschouwd
⇒ bestuderen van dierengedrag (Er werd vanuit gegaan dat het menselijk gedrag
niet fundamenteel verschilt van dat van dieren)
Cognitieve psychologie → studie van de manier waarop wij info verwerken
, ● Methodologische eisen voor wetenschappelijk onderzoek
3 belangrijkste kenmerken van het soort van wetenschappelijke kennis :
1. Systematisch empirisme
⇒ Door systematisch waarnemen van de werkelijkheid
(Je vertrouwt op wat je ziet, niet uitgaan van anekdotes !!!)
2. Publiek verifieerbare kennis
⇒ Kennis moet repliceerbaar zijn, dezelfde procedure = dezelfde observaties
PEER REVIEW
3. Toetsbare hypothesen/theorieën
⇒ Moeten falsifieerbaar zijn
De wetenschap gaat vooruit door het ontkrachten van hypothesen
Theorie → Geeft de relatie tussen een set van concepten die gebruikt worden om
data of gegevens te verklaren en predicties te maken over resultaten van een
een empirische studie
Hypothese → Een specifieke predictie afgeleid van een theorie, toegepast in de
context van een concreet onderzoek.
Wetenschappelijke wet → Wanneer een relatie tussen verschillende variabelen
frequent geconfirmeerd is
● Onderzoeksmethoden
- Positief-wetenschappelijke onderzoeksmethoden
- Geesteswetenschappelijke onderzoeksmethoden
- Descriptieve onderzoeksmethoden
- Experimentele onderzoeksmethoden
1. Naturalistische observatie
→ Niet gemanipuleerd gedrag bestuderen
Mensen kunnen zich anders gedragen als ze weten dat ze geobserveerd worden !!!
2. Gevalsstudies
→ uitvoerige studie van 1 bijzonder geval
3. Interviews
→ Directe bevraging
4. Surveys
→ Indirecte bevraging
, 5. Tests
→ Validiteit, betrouwbaarheid en standaardisatie
(Indien betrouwbaar, niet perse valide, omgekeerd wel !!)
6. Correlationeel onderzoek
→ Nagaan of er een verband is
Correlatiecoëfficiënt = mate waarin er een lineair verband bestaat tussen twee variabelen
= mate van samenhang
(-1,+1) → 1 is een perfect lineair verband !!!
→ -1 is een perfect omgekeerd verband !!
→ 0 is geen verband !!
Correlationeel ≠ Causaal
geen
7. Experimentele studie
→ Gecontroleerde observatie
Experimentele procedure :
1. representatieve steekproef
2. beide groepen verschillende behandeling
3. Alle andere aspecten worden zorgvuldig constant gehouden
4. Systematische verschillen ? ⇒ resultaat
- Onafhankelijke vs afhankelijke variabelen
- Foutcomponent ⇒ nooit perfect betrouwbaar, resultaat dus meestal
gebaseerd op gemiddelde waarden !!!
⇒ Een goed experiment heeft een hoge interne en externe validiteit !!
- Interne → foutloos opgezet en uitgevoerd (bv. blinding, randomisatie, …)
- Externe validiteit → resultaten kunnen veralgemenen naar situaties buiten
het labo
● Enkele exemplarische voorbeelden
⇒ nog eens lezen voor examen !!
Enkele begrippen, belangrijke dingen :
- Semantische kennis → is de kennis voor betekenissen, begrippen en feiten.
- Ethische commissie → Voor je een onderzoek doet, moet eerst
goedgekeurd worden
→ 1 v/d voorwaarden is informed consent : deelname steeds vrijwillig