100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten 4.2 TrustPilot
logo-home
Samenvatting

Samenvatting TBI

Beoordeling
-
Verkocht
-
Pagina's
15
Geüpload op
31-05-2015
Geschreven in
2014/2015

Duidelijke en overzichtelijke samenvatting TBI.

Instelling
Vak










Oeps! We kunnen je document nu niet laden. Probeer het nog eens of neem contact op met support.

Geschreven voor

Instelling
Studie
Vak

Documentinformatie

Geüpload op
31 mei 2015
Aantal pagina's
15
Geschreven in
2014/2015
Type
Samenvatting

Onderwerpen

Voorbeeld van de inhoud

Samenvatting TBI (boek: Campbell Biology)
Evolutie
H22 & H25 (vooral 25.1, 25.3, 25.6)
• Aristoteles (384-322 bc): Lijn van complexiteit, soorten zijn constant
• Linnaeus (1707-1778): Nested classification system
• Lamark (1744-1829): Soorten veranderen in de tijd – ze passen zich
vanzelf aan
• Darwin (1809-1882): “Descent with modification” – natuurlijke
selectie
• Wallace (1823-1913): vergelijkbaar concept

Darwin
Natuurlijke selectie: de beter aangepaste nakomelingen overleven en
zorgen op hun beurt voor nakomelingen
- Nakomelingen zien er iets anders uit dan hun ouders
- Er zijn meer nakomelingen dan “dat er plek is”

Evolutie: Veranderingen in een soort die daardoor beter aangepast is aan zijn
omgeving. Deze veranderingen moeten een erfelijke oorsprong hebben.

Natuurlijke selectie: door de natuur zelf
Artificiële selectie: door mensen

Het allereerste begin
1. Synthese van de eerste kleine organische moleculen (Miller buis –
chemische stofjes zijn gaan reageren waardoor er andere stofjes zijn
ontstaan)
2. Koppeling van deze moleculen tot polymeren (komen samen op een vaste
ondergrond en gaan aan elkaar ‘plakken’ – zand, klei)
3. Inpakken van deze polymeren (membraam vormen) – protocel
(primitieve cel)
4. Zelf-replicatie (kopiëren RNA en DNA) – enzymatische activiteit in RNA is
ribozym

De aarde is 4,6 miljard jaar oud. De eerste fossielen van bacteriën zijn 3,5 miljard
jaar oud.
Vele soorten bacteriën ontstonden. Sommige konden energie uit licht halen en
produceerden O2: (Cyanobacteriën) er ontstond een atmosfeer met O2 (2,7-2,2
miljard jaar geleden).

Er ontstonden twee grote groepen:
- Bacteriën (Eu-bacteria)
- Archea bacteriën (Archea) – prokaryote oerbacteriën

2.2-2.1 miljard jaar geleden: ‘samenwerking’ tussen verschillende prokaryoten
(zonder celkern)  eukaryoten (met celkern). Dit werd de Endosymbiose
theorie genoemd (1967-1981) door L. Margulis.

1.2 miljard jaar geleden: onafhankelijk van elkaar ontstaan er meercellige
eukaryoten (algen, schimmels, planten, dieren)

,Cambrium explosie  535-525 miljoen jaar geleden zijn alle huidige groepen
(Fyla) dieren ontstaan: Sponzen (geen weefsel), Holtedieren (koralen, kwallen,
anemonen), Stekelhuidigen (zeesterren, zee-egels, zeekomkommers),
Gewervelden, Weekdieren (inktvissen, schelpen, slakken), Wormen (bijv.
platwormen, ringwormen, rondwormen), Geleedpotigen (uitwendig skelet van
chitine, bijv. insecten, spinnen, kreeftachtige) en Brachiopoden (zeedier met
schelp).
 500 miljoen jaar geleden: Planten, Schimmels, Dieren
Verschillende rijken
H26 & H28.1

Taxonomie: indeling van organismen in categorieën, gebaseerd op
eigenschappen. Dit is bedacht door Linnaeus in 1748 -> Systema Naturae. Hij
bedacht een methode: binomiale nomenclatuur -> Elk organisme heeft een
wetenschappelijke (Latijnse) naam die uit twee delen bestaat. De eerste is de
geslachts naam en de tweede de soort naam (Homo sapiens). De andere
categorieën (taxa) schrijf je met een hoofdletter.

Domain = domein
Kingdom = rijk
Divisium (of Phyum) = afdeling (of stam)
Class = klasse
Order = orde
Family = familie
Genus = geslacht
Species = soort
 dr, ak of gs (ezelsbruggetje: drama, aardrijkskunde of geschiedenis)

Hoe kan je bepalen in welk taxon een bepaald organisme hoort?
• Biochemische eigenschappen
• Morfologische eigenschappen (vorm/fossielen)
• Moleculaire eigenschappen (DNA, RNA, eiwitten)

Homoloog: met gelijk bouwplan door gemeenschappelijke afstamming (arm
mens, poot kat, vin walvis)
Analoog: met gelijke functie zonder gemeenschappelijke afstamming (vleugel
vlinder, vleugel vleermuis, vleugel vogel)

Fylogenie: evolutionaire geschiedenis van een organisme of een groep
organismen (verwantschap, tijdselement). Dit is altijd een hypothese! Hij is goed
zoals er geen betere verklaringen of nieuwere gegevens komen.
Cladogram: een diagram dat de relaties tussen organismen weergeeft, zonder
tijdselement

Drie domeinen:
- Bacterien
- Archae (leven onder extreme omstandigheden – temperatuur, zoutgehalte)
- Eukaryoten (dieren, planten, schimmels, protisten)

Eukaryoten
H31

Schimmels (Fungi)

, 100.000 beschreven soorten (mogelijk 1.500.000 soorten). Ze komen zowel
eencellig en multicellulair voor (vaak draadvormig). Ze planten zich zowel
asexueel als sexueel voort en maken daarbij gebruik van sporen. Ze hebben een
celwand (die vooral bestaat uit chitine) en zijn heterotroof.

Korstmos: samenwerking tussen een alg en schimmel




Planten
H29 en 30
Planten zijn multicellulair en stammen af van groene algen (protisten)
Met hun chloroplasten zijn zij in staat om zelf voedsel te maken en zijn daarom
autotroof (maken eigen voedsel d.m.v. licht). Ze kunnen zich zowel aseksueel
en seksueel voorplanten en maken daarbij gebruik van sporen of zaden.

Verschillende groepen
- Mossen: kleine planten zonder vaten
- Vaatplanten zonder zaden. Deze planten hebben geen zaden maar sporen.
Ze stammen af uit het Carboon.
- Vaatplanten met zaden. De planten produceren stuifmeel en bestaan uit
twee groepen: naaktzadigen en bedektzadigen.
Zaad = embryo +voedselvoorraad +bescherming
Bedektzadigen: planten met bloemen en vruchten

Dieren
H32, 33 en 34
Dieren zijn niet in staat om zelf voedsel te maken en zijn dus heterotroof. Ze
verteren voedsel “intern” en planten zich voornamelijk seksueel voort.

Micro-organismen en Microbiële groei
H27 (voornamelijk 27.1 t/m 27.4)

Micro-organisme = microscopisch klein organisme. Ze zijn dus te klein om met
het blote oog te kunnen zien.

Micro-organismen
Pantoffeldiertjes, Amoeben, Algen en Flagellaten zijn eencellige eukaryoten.
Wormen zijn meercellige eukaryoten.

Archaea en Bacteria zijn prokaryoten.

Bacteriën worden onderscheiden d.m.v.: vorm, gram-kleuring, chemische
eigenschappen (groei-eisen, mogelijkheid tot omzetten organische/anorganische
stoffen, tolerantie milieufactoren)

Bacterievormen
Rondvormig  kokken
- Kokvormig in ketens; Streptokokken
- Kokvormig in (druiven)trosvorm; Stafylokokken
- Kokvormig twee aan elkaar; Diplokokken
Staafvormig  bacillen
Spiraalvormig  spirocheten
€2,99
Krijg toegang tot het volledige document:

100% tevredenheidsgarantie
Direct beschikbaar na je betaling
Lees online óf als PDF
Geen vaste maandelijkse kosten


Ook beschikbaar in voordeelbundel

Maak kennis met de verkoper

Seller avatar
De reputatie van een verkoper is gebaseerd op het aantal documenten dat iemand tegen betaling verkocht heeft en de beoordelingen die voor die items ontvangen zijn. Er zijn drie niveau’s te onderscheiden: brons, zilver en goud. Hoe beter de reputatie, hoe meer de kwaliteit van zijn of haar werk te vertrouwen is.
kimbakker1996 Hogeschool Leiden
Volgen Je moet ingelogd zijn om studenten of vakken te kunnen volgen
Verkocht
14
Lid sinds
10 jaar
Aantal volgers
11
Documenten
11
Laatst verkocht
5 jaar geleden

2,0

3 beoordelingen

5
0
4
0
3
1
2
1
1
1

Recent door jou bekeken

Waarom studenten kiezen voor Stuvia

Gemaakt door medestudenten, geverifieerd door reviews

Kwaliteit die je kunt vertrouwen: geschreven door studenten die slaagden en beoordeeld door anderen die dit document gebruikten.

Niet tevreden? Kies een ander document

Geen zorgen! Je kunt voor hetzelfde geld direct een ander document kiezen dat beter past bij wat je zoekt.

Betaal zoals je wilt, start meteen met leren

Geen abonnement, geen verplichtingen. Betaal zoals je gewend bent via Bancontact, iDeal of creditcard en download je PDF-document meteen.

Student with book image

“Gekocht, gedownload en geslaagd. Zo eenvoudig kan het zijn.”

Alisha Student

Veelgestelde vragen