ORGANISATIE &
MANAGEMENT
1.0 Inleiding
Organisatiekunde: Management en organisatie.
Doel: Houd zich bezig met het bestuderen van het gedrag van organisaties alsmede de factoren
die dit gedrag bepalen en de wijze waarop organisaties het meest doeltreffend bestuurd kunnen
worden.
2 aspecten:
1. Descriptief aspect: Beschrijving gedrag met motieven en gevolgen.
2. Prescriptief aspect: Advies over te volgen handelwijze en organisatie-inrichtingen.
o Interdisciplinariteit: Het gebruik van verschillende bijdragen uit verschillende
wetenschappen naar hun specifieke belang, voor de ontwikkeling van een nieuwe
benadering, waarbij het onderwerp in zijn totaliteit wordt aanschouwd.
o Multidisciplinair: Organisatiekunde bevat veel elementen die afkomstig zijn uit andere
wetenschappen. > Bedrijfseconomie, informatica, marketing, psychologie enzovoort
o Besturing: Richting geven aan processen die in een organisatie plaatsvinden.
o Doeltreffend: De mate waarin de besturing slaagt.
2.0 Ontstaan van het vakgebied
1
,Eerste internationale handelsondernemingen waren opgericht en gesubsidieerd door nationale
overheden met als doel hun koloniale handelsbeleid te ondersteunen.
Voorbeelden: Engelse Oost-Indische Compagnie, Nederlandse Oost-Indische
Compagnie, Franse West-Indische Compagnie
Bijna 90% van de 500 grootste bedrijven ter wereld is gevestigd in Noord-Amerika, Europa en
Japan.
Nederland is het thuisland van elf van de 500 grootste bedrijven.
Voorbeelden: Shell, Ahold, Heineken
3.0 Ontwikkeling van handel en ontstaan van multinationale
ondernemingen
2
, 4.0 Denkrichtingen en persoonlijkheden
5.0 Periode voor de industriële revolutie (400 v. chr-1900 na)
Behoud van macht en de uitbreiding ervan. Tot in de tweede helft van de achttiende eeuw
overheerste het mercantilisme als economische denkrichting.
- Deze stroming stond voor het bezit aan geld en goud enige welvaartsbron.
Adam Smith (1723-1790)
- Productieve arbeid is de bron van welvaart.
- Door arbeidsverdeling kan de productieve arbeid sterk verhoogd worden.
o Westerste samenleving veranderde van agrarische tot een industriële samenleving.
o In 18e eeuw werd massafabriek mogelijk in grote fabrieken door baanbrekende
uitvindingen.
o Arbeiders verzetten zich door systematisch en georganiseerd tijd te rekken.
3
, 6.0 Frederich Taylor en het scientific management (+/- 1900)
Taylor bood voor het eerst een systematische, samenhangende bedrijfskundige benadering voor
de wijze waarop de productie georganiseerd zou moeten worden.
- Bedrijfsleider moet niet bekend staat als slavendrijver.
- Bestaan van plannen, coördineren, toezicht uitoefenen en het controleren van resultaten.
Enkele hoofdpunten uit Taylors theorie:
1. Wetenschappelijke analyse van werkzaamheden en uitvoeren van bewegingsstudies.
2. Vergaande taakverdeling en training van arbeiders.
3. Hechte en vriendschappelijke samenwerking tussen leiding en arbeiders.
4. Bedrijfsleiders verantwoordelijk voor analyseren van en zoeken naar werkmethoden en
het scheppen van arbeidsvoorwaarden.
5. Juiste man op de juiste plaatst door zorgvuldige selectie.
6. Invoeren van prestatiebeloning met als doel te komen tot lagere productiekosten.
Achtbanenstelsel:
1. Tijd en kosten
2. Werkinstructies
3. Bewerkingen en hun volgorde
4. Werkvoorbereiding en uitgifte
5. Onderhoud
6. Kwaliteitscontrole
7. Technische leiding
8. Personeelsbeheer
Gevolg van Taylors ideeën:
- Bleef vaak alleen maar bij verhoging van efficiency.
- Mens als verlengstuk van de machine, monotone arbeid, beperking van vrijheid en het
verdwijnen van plezier in het werk.
- Het bestuur en beheer van productieafdelingen over de hele industriële wereld
verbeterde.
! Taylor bouwde zijn systeem op vanuit en voor de productieafdeling.
7.0 Henri Fayol en de General management-theorie (+/-1900)
Henri Fayol was de eerste Europeaan die een stelsel bedacht voor de gehele organisatie. Zijn
General managementtheorie was bedoeld als onderwijsmodel. Fayol onderscheidde zes
onafhankelijke managementgebieden:
1. Technisch
2. Commercieel
3. Financieel
4. Zelf beschermend
5. Boekhouding
6. Besturing
4