100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten 4.2 TrustPilot
logo-home
Samenvatting

Samenvatting virologie

Beoordeling
-
Verkocht
-
Pagina's
58
Geüpload op
21-01-2022
Geschreven in
2021/2022

Voor deze samenvatting zijn zowel de slides als de cursus en mijn notities van de lessen gebruikt.












Oeps! We kunnen je document nu niet laden. Probeer het nog eens of neem contact op met support.

Documentinformatie

Geüpload op
21 januari 2022
Aantal pagina's
58
Geschreven in
2021/2022
Type
Samenvatting

Onderwerpen

  • virologie

Voorbeeld van de inhoud

SAMENVATTING VIROLOGIE
1. BASISBEGINSELEN VAN DE VIROLOGIE

1.1 ALGEMENE EIGENSCHAPPEN VAN VIRUSSEN

Ze variëren in:

 afmetingen
 morfologie
 scheikundige samenstelling
 gastheren die ze infecteren
 cellen die voor hun gevoelig zijn
 gevolgen infectie

Kenmerken virussen:

 RNA of DNA in proteïne enveloppe (capside)
 Viraal genoom neemt metabolisme deels of totaal over
 Afmetingen variëren van 20 nm - 300 nm, niet zichtbaar met lichtmicroscoop
mimivirus is uitzondering (400 nm)

Virus Afmeting
Chlamydia 250-300 nm
Pox virus 300 nm
Herpes virus 220 nm
Influenza virus 80-120 nm
Picornavirus (polio) 27-30 nm


 Vermenigvuldigen intracellulair, afhankelijk bouwstenen en energie cel, genetische
parasieten
 Initiële stap = adsorptie (aanhechten aan de cel) en penetratie in de cel
 Eclipse fase = virus niet opspoorbaar, elementen afzonderlijk gevormd en later
in mekaar gezet

1.2 MORFOLOGIE VAN VIRUSSEN

Een viron is een volwaardig infectieus deeltje dat
buiten de gastheer kristalliseerbaar is. Deze heeft een
eiwithuls (capside) dat bestaat uit capsomeren. Dit
omringd het nucleïnezuur en vormt de nucleocapside.
Dit kan naakt voorkomen of omringd zijn door lagen,
enveloppe.


1.2.1 EENVOUDIGE VIRUSSEN: ‘NAAKTE’ NUCLEOCAPSIDEN
 Tabaksmozaïekvirus (TMV)
Het virion is staafvormig met holle buis en RNA genoom
 Sferische virussen (adenovirus)
Virion met regelmatig twintigvlak als capside en DNA genoom



1

, 1.2.2 VIRUSSEN MET ENVELOPPE
Nucleocapside omringd door membraan (eiwitten, koolhydraten en lipiden). Sferische
bouw maar toch pleomorf (veelvormig). Bevat soms hemagglutines en enzymes. Delen
van deze membraan zijn afkomstig van de gastheercel.


1.2.3 COMPLEXE VIRUSSEN

1.2.3.1 BACTERIOFAAG T2
Capside is ingewikkelder van bouw. Er is een kop (lijkt op
capside van sferische virussen en bevat DNA genoom),
staart (holle buis waardoor genoom passeert bij infectie cel)
en soms pootjes (uiteinde staart voor vasthechting
gastheercel). Bij T2 bevindt zich rondom de buis een schede
van contractiele eiwitten die aan het uiteinde van de staart verbonden is met een
zeshoekige basisplaat waarvan lange staartdraden vertrekken.

1.2.3.2 VACCINIA EN ANDERE POKKENVIRUSSEN
Deze virussen (200-300 nm) hebben een zeer complexe bouw. Ze zijn
eerder baksteenvormig of ellipsvormig. Het DNA vormt een centraal
gelegen biconcave schijf (‘nucleoïd’ genaamd) en is omringd door
verschillende uitwendige membranen die eiwitten en lipiden bevatten.

Hoe ingewikkelder de bouw van een virus hoe makkelijker een vaccin te
vinden is, omdat dit virus minder snel zal veranderen.




2. BENAMING EN INDELING VAN VIRUSSEN
Indeling gebeurd volgens biologische, chemische en fysische eigenschappen en
voornamelijk op basis van genoom. Bij indeling op andere manieren is er vaak
overlapping en de structuren zijn moeilijk te bepalen met de elektronenmicroscoop.

De officiële indeling wordt bepaald door het International Committee on Taxonomy of
Viruses (ICTV)

 Klasse (-virales)
 Familie (-viridae)
 Subfamilie (-virinae)
 Genus (-virus)
 Species (bv. Adenovirus)

Baltimore classificatie, 7 groepen

 I:dsDNA virussen (vb Adenoviridae, Herpesviridae, Poxviridae)
 II: ssDNA virussen(+)sense DNA (vb.Parvoviridae)
 III: dsRNA virussen (vb.Reoviridae)
 IV: (+)ssRNA virussen(+)sense RNA (vb. Picornavirussen, Togavirussen)
 V: (-)ssRNA virussen,(-)sense RNA (vb. Orthomyxovirussen, Rhabdovirussen)
 VI: ssRNA-RT virussen,(+)sense RNA (vb.Retrovirussen), met DNA intermediair




2

, VII: dsDNA-RT virussen
(vb.Hepadnavirussen)
Classificatie van virussen is echter
sterk onderhevig aan veranderingen,
wegens verder onderzoek en nieuw
verworven inzichten. Een ‘nieuw’
ontdekt virus kan daardoor in sommige
gevallen pas na bepaalde tijd
ingedeeld worden of een virus kan ook
veranderen van indeling naarmate het
onderzoek erover vordert.

KLASSE I : DNA DUBBELSTRENGS


2.1.1 ZONDER ENVELOPPE

2.1.1.1 FAMILIE PAPILLOMAVIRIDAE (KWAADAARDIGE UITSTULPINGEN)
De Papovaviridae zijn nu ingedeeld in de Papillomaviridae en de Polyomaviridae.
Papillomavirussen komen voor bij vele diersoorten en ook bij de mens.

vb. humaan papillomavirus (HPV): wratten
Er zijn meer dan 150 ≠ HPV’s, nl.
→ gewone huidpapilloma’s: vb. HPV1 op voetzolen, HPV2 op de handen
→ genitale papilloma’s: vb. HPV6 en 11
→ baarmoederhalskanker: vb. HPV16, 18, 31 en 45

2.1.1.2 FAMILIE POLYOMAVIRIDAE (KANKERS)
vb. muis polyomavirus: veroorzaakt kanker in muizen
vb. Simian virus 40 (SV40): de vermenigvuldiging vindt plaats in apenieren. Daar is het
virus niet pathogeen; maar het is kankerverwekkend in hamsters. Dit virus werd in de
menselijke populatie verspreid via een besmet poliovaccin in de jaren 50

2.1.1.3 FAMILIE ADENOVIRIDAE
Deze virussen zijn voor het eerst geïsoleerd uit het adenoïd (= tonsillen of lymfeweefsel
ter hoogte van de nasopharynx of neusamandelen) van kinderen en de naam is daarop
gebaseerd. Bij de mens zijn er al 86 serotypes bekend, veroorzaken respiratoire infecties
en conjunctivitis. Wordt gebruikt om virale vaccins te maken. Het is genetisch
gemodificeerd zodat er geen infectie plaatsvind, word als drager gebruikt = AdVac-
technologie.


2.1.2 MET ENVELOPPE

2.1.2.1 HERPESVIRIDAE : BELANGRIJK VIRUS BIJ DE MENS
 herpes simplex type I en II (orale en genitale herpes)
 varicella-zoster (veroorzaakt waterpokken en gordelroos)
 cytomegalovirus: meestal asymptomatisch maar gevaarlijk tijdens zwangerschap
Het veroorzaakt volgende afwijkingen bij de foetus:
->Gehoorvermindering (doof)
->Gezichtsvermindering (blind)
-> Mentale retardatie

3

,  Epstein-Barr-virus
-> Verloopt meestal asymptomatisch of als ‘griepje.’
-> Bij pubers en jong-volwassenen: mononucleosis infectiosa = klierkoorts =
kusjesziekte.
-> Wordt geassocieerd met het ontstaan van lymfomen (oa Hodgkin’s Lymfoma,
Burkitt’s lymfoma)
Opvallende eigenschap van herpesvirussen: ze blijven latent aanwezig en dus krijgt
men recidiverende infecties.

2.1.2.2 POKVIRIDAE
 Variola-major-virus (pokken) : zwarte pokken
Dit virus geeft tot 20% mortaliteit. De overdracht gebeurt via inademing, etter van
puisten (matrassen!).De incubatie bedraagt 6-22 dagen, dan breekt de ziekte uit. De
eerste 4 dagen ziet men nog geen puisten, maar is men wel grieperig, dan pas komen
de puisten: maculae, papulae, vesiculae, pustules, crustae. Genetisch is dit een zeer
stabiel virus, waardoor vaccinatie mogelijk is.
 Variola-minor-virus (alastrim) : witte pokken
Dit virus geeft 2% mortaliteit.
 Vacciniavirus : koepokken
Dit virus is genetisch sterk verwant met variola major. Het doormaken van
koepokken geeft bescherming tegen variola (Jenner 1796). Het kan dus gebruikt
worden om tegen variola te vaccineren. Sinds 1978 wereldwijd uitgeroeid. Huidig
vaccin sterk gewijzigd.
 Orfvirus
Voornamelijk bij geiten en schapen, blaarvorming aan lippen en neus. Is niet dodelijk,
wel besmettelijk voor de mens.

2.2 KLASSE II: SSDNA VIRUSSEN, ZONDER ENVELOPPE


2.2.1 PARVOVIRIDAE, PARVO = KLEIN
Parvovirussen kunnen zich alleen vermeerderen in aanwezigheid van een adenovirus. Ze
worden daarom ook wel Adeno Associated Viruses (AVV) genoemd. Het zijn de kleinste
DNA-bevattende virussen → picodnavirussen. Parvovirus B19 veroorzaakt de vijfde
kinderziekte (koorts en uitslag), deze infectie leid bij 9% in de eerste 20 weken tot
spontane abortus of intra-uteriene vruchtdood. Veel volwassenen hebben de ziekte al als
kind doorgemaakt en zijn levenslang beschermd. Alleen beroepen die met kinderen
werken wordt wel aangeraden om er screening op te doen. Indien er positieve IgG
aanwezig zijn, ben je beschermt.

2.3 KLASSE III: DSRNA VIRUSSEN, ZONDER ENVELOPPE


2.3.1 REOVIRIDAE
REO = respiratory enteric orphans. Vroeger kende men het pathogene vermogen niet,
orphan betekend niet geassocieerd met een bepaalde ziekte. Ondertussen zijn er wel al
ziektes gekend. Ze worden geïsoleerd uit feaces en keel en veroorzaken respiratoire
infecties en diarree. Het zijn de enige virussen met dubbelstrengig RNA. Een belangrijke
soort is de Rotavirussen, deze veroorzaakt ernstige diarree bij kinderen, hydratatie treed
op en vaak hospitalisatie is noodzakelijk. Dehydratatie kan je zien aan de fontanel die
ingestulpt is (<6 maanden) of de huid vastnemen en dat deze niet strak trekt (>6



4
€10,99
Krijg toegang tot het volledige document:

100% tevredenheidsgarantie
Direct beschikbaar na je betaling
Lees online óf als PDF
Geen vaste maandelijkse kosten

Maak kennis met de verkoper
Seller avatar
FBTHogent
2,0
(1)

Ook beschikbaar in voordeelbundel

Thumbnail
Voordeelbundel
parasitologie, mycologie en virologie
-
1 2 2022
€ 23,68 Meer info

Maak kennis met de verkoper

Seller avatar
FBTHogent Hogeschool Gent
Bekijk profiel
Volgen Je moet ingelogd zijn om studenten of vakken te kunnen volgen
Verkocht
9
Lid sinds
4 jaar
Aantal volgers
4
Documenten
5
Laatst verkocht
11 maanden geleden

2,0

1 beoordelingen

5
0
4
0
3
0
2
1
1
0

Recent door jou bekeken

Waarom studenten kiezen voor Stuvia

Gemaakt door medestudenten, geverifieerd door reviews

Kwaliteit die je kunt vertrouwen: geschreven door studenten die slaagden en beoordeeld door anderen die dit document gebruikten.

Niet tevreden? Kies een ander document

Geen zorgen! Je kunt voor hetzelfde geld direct een ander document kiezen dat beter past bij wat je zoekt.

Betaal zoals je wilt, start meteen met leren

Geen abonnement, geen verplichtingen. Betaal zoals je gewend bent via Bancontact, iDeal of creditcard en download je PDF-document meteen.

Student with book image

“Gekocht, gedownload en geslaagd. Zo eenvoudig kan het zijn.”

Alisha Student

Veelgestelde vragen