samenvatting IBO

IBO samenvatting
H1 inleiding in internationaal ondernemen
Internationaal ondernemen
 = de ontwikkeling van internationale economische activiteiten en/ of handelingen om zaken te doen met het
buitenland via handel, het sluiten van internationale samenwerkingsverbanden,…
 Globalisering
o Ver doorgedreven internationalisering met wereldwijde spreiding van arbeid, kapitaal, kennis binnen
‘global value chains’ waardoor landsgrenzen steeds meer vervagen
 Drijfveren sterke globalisering, voornaamste externe reden
 Homogenisering van de vraag, meer gelijkende markten
 Digitalisering: nieuwe internationale communicatiemiddelen
 Verminderde handelsbelemmeringen à liberalisering van de markten
 Transportkost daalt: verbeterd en sneller internationaal transport
 Toenemende competitieve druk wereldwijd
 à stijgend BNP in opkomende groeilanden
o Voordelen
 Draagt bij aan hogere economische groei en welvaart
 Lagere prijzen wegens toename concurrentie
 Deelt technologische en andere kennis
 Leidt tot wijd verspreide culturele integratie
o Nadelen
 Grotere kans op ondermijning van lonen in ontwikkelde landen
 Toename uitbuiting arbeiders in minder ontwikkelde landen
 Geeft multinationals veel macht
 Milieu?
o BNP
 Som van alles wat er in een land wordt geproduceerd + inkomens uit buitenland
 BRICS landen
 Meer dan de helft van de groei van het BNP wereldwijd komt van de opkomende
groeilanden zoals de zogenoemde BRICS of N11 landen
o BRICS
 Brazilië, Rusland, India, China, Zuid-Afrika
o N11
 Bangladesh
 Egypte
 Filipijnen
 Indonesië
 Iran
 Mexico
 Nigeria
 Pakistan
 Turkije
 Vietnam
 Zuid-Korea
o Case Flying tiger
 Growth strategy and business model
 Builds on a variety retail concept with an attractive value proposition generating a
broad customer appeal and a partnerbased expansion model enabling rapid growth
o 50/50 owned partnerships with a local partner à reduced the risk when
entering new markters

, oFortune top 500
 1) Walmart
 2) amazon
 3) apple
 Regionalisering
o Men keert terug naar landen dichtbij de eigen thuismarkt
 Vb: fabrieken die dichter bij de afzetmarkt komen te staan om snel op de veranderende
behoeften van afnemers te kunnen inspelen

België en globalisering
 Kleine landen à zijn vaak open economieën

Mate van globalisering
 Economisch
o Internationale handel en investeringen
o Handelsbelemmeringen
 Sociaal
o Informatiestromen o.a. via internet, telefoon
o Toerisme
o Overboekingen van geld naar het buitenland
 Politiek
o Aanwezigheid van internationale instellingen en organisaties zoals Europese instellingen, NAVO,…

Nieuwe tendensen m.b.t. globalisering
 Lokalisering of relocatie
o Productie keer terug naar de locatie nabij de afzetmarkt om zo beter en sneller in te spelen op
steeds veranderende behoeften van klanten en ook omwille van stijgende loon- en transportkosten
 Glokalisering
o Integratie van globale met lokale, resulterend in een unieke uitkomst
o Reden
 Waarde creëren op zowel financieel als op sociaal en ecologisch vlak

Duurzaam ondernemen
 Bedrijven moeten een goede balans vinden tussen de 3 pijler voor alle betrokken stakeholders
o People
 Menselijke kant van het ondernemen
 Lonen, arbeidsrechten en -omstandigheden, scholing, diversiteit,..
o Planet
 Zorg voor het milieu
 Efficiënt, zuinig en bewust omgaan met grondstoffen en energie en met milieu en natuur
o Profit
 Winst maken voor de continuering van de onderneming, nieuwe investeringen,
dividenduitkeringen, sponsoring, goede doelenbeleid, ethische waarden,…





o
 CSR

, o
 Duurzame producten en labels
o Fair trade
 Productieproces wordt gecontroleerd op origine en werkomstandigheden van grondstoffen
o CEEP-CSR label
 Europees duurzaamheidslabel, m.b.t. mensenrechten, milieu, eerlijke handelspraktijken ,…
o OESO richtlijnen
o ISO 26000
 Internationale richtlijnen m.b.t. MVO
o Sectorgerichte convenanten en labels zoals vb in fashion, voedingssector,…

Waarom gaan bedrijven naar het buitenland via Export / import
 Schaalvoordelen
 Productdifferentiatie
 Technologische ontwikkeling , kennisdeling
 Markt- / vraagcondities
 PORTER
o Factorcondities op de thuismarkt
 Arbeid, kapitaal, infrastructuur, technologie
o Vraagcondities
 Koopkracht, buitenlandse concurrenten
o Mate en aard van binnenlandse concurrentie en markt
o Aanwezigheid van voldoende toeleverende bedrijven
 Import