100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten 4.2 TrustPilot
logo-home
Samenvatting

Samenvatting economie voor de creatieve industrie: termen en formules

Beoordeling
-
Verkocht
10
Pagina's
6
Geüpload op
19-01-2022
Geschreven in
2021/2022

In dit document vindt je de termen en formules voor het vak economie voor de creatieve industrie op een rijtje en overzichtelijk. ! ergens heb ik gemiddelde vaste kost (GCK) als (GVK) geschreven! TIP: studeer vooral de formules en de oefeningen, deze vraagst ze het meest. Ze vraagt enkel maar een paar theorestische vragen (bij mij waren dit over vaste en variabele kosten en over de verschillende vennootschappen). Succes!

Meer zien Lees minder









Oeps! We kunnen je document nu niet laden. Probeer het nog eens of neem contact op met support.

Documentinformatie

Heel boek samengevat?
Nee
Wat is er van het boek samengevat?
De termen en de formules
Geüpload op
19 januari 2022
Aantal pagina's
6
Geschreven in
2021/2022
Type
Samenvatting

Onderwerpen

Voorbeeld van de inhoud

Economie voor de creatieve industrie 2021-2022
Begrippen
BEGRIP UITLEG
= het aantal tewerkgestelde personen,
uitgedrukt in voltijdse eenheden.
VOLTIJDSE EQUIVALENT (VTE) Bv. 10 werknemers, 6 ervan voltijds en 4 halftijds (50%) ->
8 VTE’s.

= de totale waarde van de marktverkoop van
goederen en diensten aan derden. Het gaat om
de verkoop van goederen die de onderneming
OMZET zelf produceert, ingekochte goederen voor
verkoop of de ontvangen vergoeden voor het
verlenen van diensten -> uitgedrukt in excl. btw.
= verschil tussen de verkopen en de kosten van
de producten, diensten en diverse goederen.
TOEGEVOEGDE WAARDE Komt overeen met het verschil tussen de omzet
en de aankopen.

= ontstaan van nieuwe bedrijfsmodellen die
platformen gebruiken om aanbieders en
PLATFORMISERING klanten online te verbinden, zowel in een B2C
als B2B-omgeving.

= beschikt over eigen rechten en plichten,
wordt gezien als een ‘fictieve’ persoon met een
APARTE RECHTSPERSOONLIJKHEID eigen vermogen, eigen aanprakelijkheid en
eigen schuldeisers.

• Iedere natuurlijke persoon die
zelfstandig een beroepsactiviteit
uitoefent (bv. Eenmanszaak,
vennootschap, kunstenaar)
DE ONDERNEMING IS VOOR DE WET: • Iedere rechtspersoon ( elke
vennootschap, vzw, stichting)
• Iedere andere organisatie zonder
rechtspersoonlijkheid.

= wanneer de schulden groter zijn dan het
ONBEPERKTE AANSPRAKELIJKHEID vermogen van de onderneming, ook het
privévermogen kan aangesproken worden.
Kan voorkomen bij vennootschappen met
meerdere vennoten. = dat de schuldeiser de
volledige schuld kan verhalen op één vennoot.
HOOFDELIJKE AANSPRAKELIJKHEID Elk lid kan aangesproken worden voor de
volledige schuld. Later kan de vennoot die de
volledige schuld betaalde een deel
terugvorderen bij de andere vennoten.

, Bv. Leverancier eist dat 1 van de vennoten de factuur
betaald, in plaats van alle vennoten te moeten
contacteren.

= de oprichter in een aantal gevallen toch
persoonlijk aansprakelijk, met inbeslagname
van het provévermogen.
OPRICHTERSAANPRAKELIJKHEID Bv.in 3jaar na de oprichting ga je falliet omdat het
maatschappelijk kapitaal bij oprichting onvoldoende was
om min. 2 normale werkjaren te financieren

= voldoende geldmiddelen (cash flow) hebben
LIQUIDITEIT om de schulden op korte termijn (binnen het
jaar) te betalen.

= mate waarin een bedrijf alle schulden, zowel
SOLVABILITEIT op korte als op lange termijn, kan terugbetalen.
= in geldwaarde uitgedrukte offer van de
KOSTEN ingezette productiemiddelen.

= economische goederen die gebruikt worden
in de productie van andere goederen of
diensten.
3categoriën:
• Arbeid: alle arbeid prestaties, meestal
uitgedrukt in arbeidsdagen of manuren.
• Kapitaal: infrastructuur,
PRODUCTIE MIDDELEN (OF fabrieksgebouwen, machines. Ook
PRODUCTIEFACTOREN) voorraden afgewerkte producten, half
afgewerkte producten en grondstoffen
(bv papier, inkt), softwarelicenties,..
behoren tot productiefactor kapitaal
• Natuur: dit zijn de natuurlijke
rijkdommen zoals ertsen, olie, het
klimaat.

= de som van alle kosten om een prestatie te
KOSTPRIJS realiseren.
= boekhoudkundig begrip: betekent dat je de
AFSCHRIJVEN kost van investering verdeelt over tijd.

= kosten die je onmiddellijk kan toewijzen aan
DIRECTIE KOSTEN een product.

= kosten die je niet rechtstreeks kan toewijzen
INDIRECTE KOSTEN aan het eindproduct.
Bedrijfsopbrengsten (omzet) ontstaan op het
moment dat een onderneming goederen of
diensten verkoopt. Naast de
OPBRENGSTEN bedrijfsopbrengsten zijn er ook financiële (bv.
Rente op financiële rekening) en uitzonderlijke
opbrengsten (bv. De verkoop van een
bedrijfsgebouw)
€3,99
Krijg toegang tot het volledige document:

100% tevredenheidsgarantie
Direct beschikbaar na je betaling
Lees online óf als PDF
Geen vaste maandelijkse kosten

Maak kennis met de verkoper
Seller avatar
liekehermans1

Maak kennis met de verkoper

Seller avatar
liekehermans1 Arteveldehogeschool
Bekijk profiel
Volgen Je moet ingelogd zijn om studenten of vakken te kunnen volgen
Verkocht
11
Lid sinds
3 jaar
Aantal volgers
6
Documenten
0
Laatst verkocht
3 maanden geleden

0,0

0 beoordelingen

5
0
4
0
3
0
2
0
1
0

Waarom studenten kiezen voor Stuvia

Gemaakt door medestudenten, geverifieerd door reviews

Kwaliteit die je kunt vertrouwen: geschreven door studenten die slaagden en beoordeeld door anderen die dit document gebruikten.

Niet tevreden? Kies een ander document

Geen zorgen! Je kunt voor hetzelfde geld direct een ander document kiezen dat beter past bij wat je zoekt.

Betaal zoals je wilt, start meteen met leren

Geen abonnement, geen verplichtingen. Betaal zoals je gewend bent via Bancontact, iDeal of creditcard en download je PDF-document meteen.

Student with book image

“Gekocht, gedownload en geslaagd. Zo eenvoudig kan het zijn.”

Alisha Student

Veelgestelde vragen