Opdrachten bij Hoofdstuk 3.1
A. Lees het vonnis van de Correctionele Rechtbank Antwerpen van 09.11.2016, T.
Strafr. 2017/4, p. 272-273 (zie Chamilo) en beantwoord de volgende vragen
1. Wat werd aan beide beklaagden (precies) ten laste gelegd?
Schending witwassen van geld
in grote bedragen laten uitbetalen in cash waarbij de drempel werd
overschreden
2. Wat is de samenstelling van de Correctionele Rechtbank?
1 rechter (uitz. 3)
3. Aan welke criteria heeft de rechtbank de overeenkomst getoetst? Ga dit ook na in
uw Wetboek van Strafvordering.
art. 216, §1-§3 Sv.
voorafgaande erkenning van schuld
bestraft lager dan 5j hoofdgevangenisstraf
Vrijwilligheid, voorwaarden, accuraatheid verklaring, juridische kwalificatie,
proportionaliteit straf (feiten in verhouding met straf)
Hoe omschreven in Sw?
4. Waartoe werden de beklaagden veroordeeld?
eerste beklaagde: geldboete (€30.000) €180.000
tweede beklaagde: geldboete (€170.000) €1.020.000
5. Stel dat de beklaagden zich na het vonnis toch nog zouden bedenken, en menen dat
zij toch te zwaar gestraft werden. Wat kunnen zij daartegen nog doen?
wel beroep aantekenen op burgerlijk aspect (art. 216 Sv.)
B. Bemiddeling in strafzaken
De heer Janssens heeft een knipperlichtrelatie met mevrouw Vanderveken. Zij hebben
samen 2 kinderen. De kinderen wonen in bij hun moeder, met een recht op persoonlijk
contact voor de vader, elk weekend om de 14 dagen.
De vader respecteert de omgangsregeling, die nochtans in een vonnis staat, niet. Hij
weigert gedurende 2 dagen om de kinderen mee te geven met de moeder. Zij gaat
klacht neerleggen bij de politie en uiteindelijk geeft hij de derde dag dan toch toe.
Zijn handeling is echter een strafrechtelijke inbreuk, met name niet-afgifte van een
kind. Onderzoek of de Procureur des Konings, na afsluiting van het
opsporingsonderzoek, een bemiddeling in strafzaken zou kunnen voorstellen.
Indien niet, leg uit waarom niet. Indien wel, onder welke voorwaarden zou dit
mogelijk zijn?
art. 432 SW: GS 8d-1J en geldboete €26-€1000
Voorwaarden zijn voldaan:
feit is kleiner dan 2j GS
zolang de strafvordering/eindvonnis nog niet is ingesteld/uitgesproken
A. Lees het vonnis van de Correctionele Rechtbank Antwerpen van 09.11.2016, T.
Strafr. 2017/4, p. 272-273 (zie Chamilo) en beantwoord de volgende vragen
1. Wat werd aan beide beklaagden (precies) ten laste gelegd?
Schending witwassen van geld
in grote bedragen laten uitbetalen in cash waarbij de drempel werd
overschreden
2. Wat is de samenstelling van de Correctionele Rechtbank?
1 rechter (uitz. 3)
3. Aan welke criteria heeft de rechtbank de overeenkomst getoetst? Ga dit ook na in
uw Wetboek van Strafvordering.
art. 216, §1-§3 Sv.
voorafgaande erkenning van schuld
bestraft lager dan 5j hoofdgevangenisstraf
Vrijwilligheid, voorwaarden, accuraatheid verklaring, juridische kwalificatie,
proportionaliteit straf (feiten in verhouding met straf)
Hoe omschreven in Sw?
4. Waartoe werden de beklaagden veroordeeld?
eerste beklaagde: geldboete (€30.000) €180.000
tweede beklaagde: geldboete (€170.000) €1.020.000
5. Stel dat de beklaagden zich na het vonnis toch nog zouden bedenken, en menen dat
zij toch te zwaar gestraft werden. Wat kunnen zij daartegen nog doen?
wel beroep aantekenen op burgerlijk aspect (art. 216 Sv.)
B. Bemiddeling in strafzaken
De heer Janssens heeft een knipperlichtrelatie met mevrouw Vanderveken. Zij hebben
samen 2 kinderen. De kinderen wonen in bij hun moeder, met een recht op persoonlijk
contact voor de vader, elk weekend om de 14 dagen.
De vader respecteert de omgangsregeling, die nochtans in een vonnis staat, niet. Hij
weigert gedurende 2 dagen om de kinderen mee te geven met de moeder. Zij gaat
klacht neerleggen bij de politie en uiteindelijk geeft hij de derde dag dan toch toe.
Zijn handeling is echter een strafrechtelijke inbreuk, met name niet-afgifte van een
kind. Onderzoek of de Procureur des Konings, na afsluiting van het
opsporingsonderzoek, een bemiddeling in strafzaken zou kunnen voorstellen.
Indien niet, leg uit waarom niet. Indien wel, onder welke voorwaarden zou dit
mogelijk zijn?
art. 432 SW: GS 8d-1J en geldboete €26-€1000
Voorwaarden zijn voldaan:
feit is kleiner dan 2j GS
zolang de strafvordering/eindvonnis nog niet is ingesteld/uitgesproken