Samenvatting Nederlandse literatuur twintigste eeuw (1900-1940) & (1950-1960)
1900-1940
Hoofdstuk 1 – historische achtergronden
Nationalisme en imperialisme leidde tot spanningen in Europa. Het leidde tot de WO|
(1914-1918). De verschrikkingen zorgde voor ontreddering (= chaos, verwarring) over de
beschaving en de cultuur die we hadden.
Na de WO| ontstonden er totalitaire staten = 1) het systeem van orde en tucht, 2) het
antidemocratische karakter en 3) onderdrukken van individu.
- Sovjet-Unie à communisme onder leiding van Lenin, daarna Stalin
- Italië à fascisme onder leiding van Mussolini.
- Duitsland à nationaal-socialisme onder leiding van Adolf Hitler.
1917: algemeen mannenkiesrecht
1919: algemeen vrouwenkiesrecht & gelijkstelling van bijzonder onderwijs.
De spanningen in de totalitaire staten leidde uiteindelijk tot de WO||
Hoofdstuk 2 – culturele achtergronden
Moderne kunst was totaal iets anders dan de kunst uit voorafgaande jaren:
1. Inhoud veranderde à niet langer de weergave van een historisch verhaal.
2. Vorm veranderde à leidde tot abstracte kunst.
3. Montagetechniek à passende beelden woorden aan elkaar gevoegd.
4. Collagetechniek à aantal voorwerpen of afbeeldingen worden aan elkaar gehecht.
Doel: shockeffect bij het publiek.
Bewegingen in deze kunst zijn:
• Expressionisme à ontstond in Duitsland. Ze beschouwen hun werk als tegengif
tegen de vervreemding van de mens in de burgerlijke orde. Belangrijke personen
zijn: W. Kandinsky & F. Marc. Zij waren het leideinde figuur van ‘Der Blaue Reiter’.
• Dadaïsme à een heftige reactie van ontgoocheling en ontreddering van WO|. Het
was antiburgerlijke, antikunst. Veel gebruik van collagetechniek.
• Piet Mondriaan, De Nieuwe Beelding à abstracte kunst/ abstrahering (= het
weglaten van details). Mondriaan wilde de ware/ zuivere realiteit weergeven: een
harmonie van universele verhoudingen die volgens hem ten grondslag lag aan de
zichtbare werkelijkheid. De harmonie kwam tot stand d.m.v. horizontale en verticale
lijnen en primaire kleuren.
Hoofdstuk 3 – literaire ontwikkelingen
In de periode tussen de wereldoorlogen kwamen er nieuwe lezersgroepen uit de
opgekomen middengroepen (vooral vrouwen). Het boekenbedrijf werd steeds
commerciëler. Er kwamen bestsellers op: 10.000 boeken of meer.
Er waren twee soorten schrijvers:
1. Publieksschrijvers à deze schrijvers schreven bestsellers.
2. Eliteschrijvers à zette zich af tegen de romans van de publiekschrijvers.
Traditie = de vorm van een gedicht
Vernieuwing = de autonomie.
Traditie en vernieuwing stonden in de Nederlandse literatuur naast elkaar.
1900-1940
Hoofdstuk 1 – historische achtergronden
Nationalisme en imperialisme leidde tot spanningen in Europa. Het leidde tot de WO|
(1914-1918). De verschrikkingen zorgde voor ontreddering (= chaos, verwarring) over de
beschaving en de cultuur die we hadden.
Na de WO| ontstonden er totalitaire staten = 1) het systeem van orde en tucht, 2) het
antidemocratische karakter en 3) onderdrukken van individu.
- Sovjet-Unie à communisme onder leiding van Lenin, daarna Stalin
- Italië à fascisme onder leiding van Mussolini.
- Duitsland à nationaal-socialisme onder leiding van Adolf Hitler.
1917: algemeen mannenkiesrecht
1919: algemeen vrouwenkiesrecht & gelijkstelling van bijzonder onderwijs.
De spanningen in de totalitaire staten leidde uiteindelijk tot de WO||
Hoofdstuk 2 – culturele achtergronden
Moderne kunst was totaal iets anders dan de kunst uit voorafgaande jaren:
1. Inhoud veranderde à niet langer de weergave van een historisch verhaal.
2. Vorm veranderde à leidde tot abstracte kunst.
3. Montagetechniek à passende beelden woorden aan elkaar gevoegd.
4. Collagetechniek à aantal voorwerpen of afbeeldingen worden aan elkaar gehecht.
Doel: shockeffect bij het publiek.
Bewegingen in deze kunst zijn:
• Expressionisme à ontstond in Duitsland. Ze beschouwen hun werk als tegengif
tegen de vervreemding van de mens in de burgerlijke orde. Belangrijke personen
zijn: W. Kandinsky & F. Marc. Zij waren het leideinde figuur van ‘Der Blaue Reiter’.
• Dadaïsme à een heftige reactie van ontgoocheling en ontreddering van WO|. Het
was antiburgerlijke, antikunst. Veel gebruik van collagetechniek.
• Piet Mondriaan, De Nieuwe Beelding à abstracte kunst/ abstrahering (= het
weglaten van details). Mondriaan wilde de ware/ zuivere realiteit weergeven: een
harmonie van universele verhoudingen die volgens hem ten grondslag lag aan de
zichtbare werkelijkheid. De harmonie kwam tot stand d.m.v. horizontale en verticale
lijnen en primaire kleuren.
Hoofdstuk 3 – literaire ontwikkelingen
In de periode tussen de wereldoorlogen kwamen er nieuwe lezersgroepen uit de
opgekomen middengroepen (vooral vrouwen). Het boekenbedrijf werd steeds
commerciëler. Er kwamen bestsellers op: 10.000 boeken of meer.
Er waren twee soorten schrijvers:
1. Publieksschrijvers à deze schrijvers schreven bestsellers.
2. Eliteschrijvers à zette zich af tegen de romans van de publiekschrijvers.
Traditie = de vorm van een gedicht
Vernieuwing = de autonomie.
Traditie en vernieuwing stonden in de Nederlandse literatuur naast elkaar.