Hoofdstuk 1 consumentenpyschologie
Informatieverwerking
Informatieverwerking = perceptie en geheugen.
1. Perceptie:
1.2 Vijf sensoriële systemen
1.3 Van gewaarwording naar perceptie
1.4 Perceptie
2. Geheugen:
2.1 Werking van het geheugen
2.2 Structuur van het geheugen
2.3 Vergeten
Zintuigen
Vijf sensoriële systemen
1. Visuele gewaarwording: Felle kleuren, opvallende figuren (bv. Smaken van chips: blauwe
verpakking = paprika)
-> Volgorde aantrekking:
1. Kleuren
2. Figuren
3. Nummers
4. Woorden
2. Auditieve waarneming: Reclamejingles, achtergrondmuziek winkel (bv. Kruidvat, steeds
verassend altijd voordelig)
3. Gewaarwording van reuk: Geur is rechtstreeks verbonden met het neurocenter van je
brein het kan emoties en herinneringen opwekken (bv. geur in winkels, geur van
producten)
4. Tactiele gewaarwording: Het gevoel van een product (bv. Hoe een afstandsbediening in
de hand aanvoelt)
5. Smaakgewaarwording: Via smaak kan men weten of de consument wordt aangesproken.
, (bv. proevertjes, smaaktesten)
Samenspel tussen alle vijf sensoriële systemen
1. Multisensorieel: Meerdere zintuigen worden geprikkeld. (bv. Tommorowland: het
visuele, geluid. Rituals: de geur, muziek.)
2. McGurk effect: Het oog bepaald wat we horen, het gehoor bepaald wat we zien, …
3. Onderzoek van Köhler: Twee vlekken en twee namen, de namen linken aan de vlekken.
4. Cross-modaliteit: Een prikkel van het ene zintuig roept een ander zintuig op.
5. Whisky tasting experiment: De invloed van de omgeving beïnvloedde het proeven van
het product. (bv. In een houten kamer whisky zorgt ervoor dat het naar hout smaakt)
6. Belang van context: Beleving is anders omdat er een bepaalde context rond hangt. (bv.
Koffie bij Starbucks is zo duur door de beleving er rond. De naam op de beker)
Gewaarworden en gewaarnemen
1. Gewaarworden: Zintuigen laten ons dingen om ons heen gewaarworden.
-> Waarnemen: betekenis geven aan de gewaarwording door de hersenen
-> fysisch, zintuigelijk en neuropyschologisch gegeven
2. Absolute gewaarwordingsdrempel: Een drempel waarin een prikkel sterk genoeg moet
zijn.
3. Subliminale perceptie: Stimulus onder de absolute drempel.
4. Experiment van Vicary: In een bioscoop tussen de beelden van de film een foto voor een
fractie van een seconde zien die je niet kunt waarnemen maar je onbewust zou
beïnvloeden.
5. Differentiële gewaarwordingsdrempel: Een net waarmeembaar verschil tussen stimuli.
Twee gelijkaardige prikkels maar als er er een verschil is bij het waarnemen van de prikkels,
dan is het boven de differentiële drempel. Is er gen verschil, dan ligt het onder de drempel.
(bv. 2 soepen, 1 heeft een lepel meer zout. Als je het waarneemt ligt het erboven, anders
ligt het er onder).
-> Logo veranderingen of naamsveranderingen zullen niet te bruusk boven de differentiële
drempel liggen omdat er anders angst is voor consumentenverlies.
Informatieverwerking
Informatieverwerking = perceptie en geheugen.
1. Perceptie:
1.2 Vijf sensoriële systemen
1.3 Van gewaarwording naar perceptie
1.4 Perceptie
2. Geheugen:
2.1 Werking van het geheugen
2.2 Structuur van het geheugen
2.3 Vergeten
Zintuigen
Vijf sensoriële systemen
1. Visuele gewaarwording: Felle kleuren, opvallende figuren (bv. Smaken van chips: blauwe
verpakking = paprika)
-> Volgorde aantrekking:
1. Kleuren
2. Figuren
3. Nummers
4. Woorden
2. Auditieve waarneming: Reclamejingles, achtergrondmuziek winkel (bv. Kruidvat, steeds
verassend altijd voordelig)
3. Gewaarwording van reuk: Geur is rechtstreeks verbonden met het neurocenter van je
brein het kan emoties en herinneringen opwekken (bv. geur in winkels, geur van
producten)
4. Tactiele gewaarwording: Het gevoel van een product (bv. Hoe een afstandsbediening in
de hand aanvoelt)
5. Smaakgewaarwording: Via smaak kan men weten of de consument wordt aangesproken.
, (bv. proevertjes, smaaktesten)
Samenspel tussen alle vijf sensoriële systemen
1. Multisensorieel: Meerdere zintuigen worden geprikkeld. (bv. Tommorowland: het
visuele, geluid. Rituals: de geur, muziek.)
2. McGurk effect: Het oog bepaald wat we horen, het gehoor bepaald wat we zien, …
3. Onderzoek van Köhler: Twee vlekken en twee namen, de namen linken aan de vlekken.
4. Cross-modaliteit: Een prikkel van het ene zintuig roept een ander zintuig op.
5. Whisky tasting experiment: De invloed van de omgeving beïnvloedde het proeven van
het product. (bv. In een houten kamer whisky zorgt ervoor dat het naar hout smaakt)
6. Belang van context: Beleving is anders omdat er een bepaalde context rond hangt. (bv.
Koffie bij Starbucks is zo duur door de beleving er rond. De naam op de beker)
Gewaarworden en gewaarnemen
1. Gewaarworden: Zintuigen laten ons dingen om ons heen gewaarworden.
-> Waarnemen: betekenis geven aan de gewaarwording door de hersenen
-> fysisch, zintuigelijk en neuropyschologisch gegeven
2. Absolute gewaarwordingsdrempel: Een drempel waarin een prikkel sterk genoeg moet
zijn.
3. Subliminale perceptie: Stimulus onder de absolute drempel.
4. Experiment van Vicary: In een bioscoop tussen de beelden van de film een foto voor een
fractie van een seconde zien die je niet kunt waarnemen maar je onbewust zou
beïnvloeden.
5. Differentiële gewaarwordingsdrempel: Een net waarmeembaar verschil tussen stimuli.
Twee gelijkaardige prikkels maar als er er een verschil is bij het waarnemen van de prikkels,
dan is het boven de differentiële drempel. Is er gen verschil, dan ligt het onder de drempel.
(bv. 2 soepen, 1 heeft een lepel meer zout. Als je het waarneemt ligt het erboven, anders
ligt het er onder).
-> Logo veranderingen of naamsveranderingen zullen niet te bruusk boven de differentiële
drempel liggen omdat er anders angst is voor consumentenverlies.