Samenvatting bedrijfsmanagement

BEDRIJFSMANAGEMENT
Deel 1: De organisatie als open systeem

1.1 Inleiding:
Bedrijfsmanagement  2 duidelijke onderdelen:
1. Bedrijf = organisatie die een product of dienst voortbrengt – organisatie van mensen en
middelen die als doel hebben het leveren van producten en diensten aan andere organisaties
of consumenten
2. Management = het sturingsproces van mensen en middelen om doelstellingen te bereiken –
leiding geven aan een organisatie


General Management Theorie Fayol  5 vaardigheden nodig om een organisatie te leiden

1. bepalen van strategisch beleid
2. het ontwerpen van een organisatiestructuur
3. het delegeren van verantwoordelijkheden
4. het beheersen van processen in de organisatie
5. het bijsturen en evalueren


ð Relevantie bedrijf:
 de samenleving voorzien in haar behoefte aan goederen en diensten
 zorgen voor werkgelegenheid
 een bron zijn voor welvaart en welzijn


Managementbeslissingen - bepalen welke koers de organisatie/personeelsbeleid zal varen
(strategische keuzes zullen een impact hebben op het dagelijkse reilen en zeilen van
organisatie).
! kijken naar hogere of overkoepelende niveau  beleidsbeslissingen begrijpen + omzetten naar
operationele niveau
1.2 fit tussen organisatie en haar omgeving
[optimale fit zoeken tussen organisatie en omgeving = uitdaging]

Open Systeem : organisatie = open systeem die in relatie staat met haar interne & externe
omgeving

Fit : dynamische zoektocht om de organisatie af te stemmen op de omgeving
 Organisatie :
o zorgen dat producten/diensten voldoen aan behoeften van stakeholders
(belanghebbenden)
o werking conform is met regelgeving
 Omgeving : (= het geheel van participanten en situaties die relevant zijn voor act. van org.)
o rekening houden met producten/diensten die geleverd w. door organisatie

1

,BEDRIJFSMANAGEMENT
Consumenten  kiezen voor org. voor degelijk of goedkope product
 kwaliteit van dienstverlening

Buurtbewoners  positieve of negatieve effecten vd aanwezigheid v. organisatie
(bv. overlast van auto’s, maar goed voor levendigheid van stad)
Aandeelhouders  groei van inkomsten – afhaken bij verlies

Maatschappij  profiteert van bloeiende organisatie
 beroep op organisatie als sponsor van evenementen
Werknemers  verdienen brood door aan slag te zijn binnen een organisatie

Stakeholders = alle publieksgroepen die (on)rechtstreeks invloed hebben op onderneming

Tegenstrijdige behoeften van stakeholders (bv. als een bedrijf winst maakt, zien de WN graag
een extra % op hun loonfiche, aandeelhouders zien de winst liever vertaald in uitkering
van dividenden)

ontwikkelingen binnen en buiten organisatie




2

, BEDRIJFSMANAGEMENT

1.3 factoren met invloed op organisatie

MICRO Omgeving: Binnen organisatie – directe invloed
 structuur, cultuur, doelstellingen, marketing, financiële situatie, personeel,..

MESO  Omgeving: Directe omgeving – indirecte beïnvloeding
 vlotte toetreding tot bedrijfstak, bondgenoten zoeken, politiek beïnvloeden

MACRO  Omgeving: brede maatschappelijke factoren – geen invloed
 DESTEP-factoren:
o Demografische factoren
o Economische factoren
o Sociaal-culturele factoren
o Technologische factoren
o Ecologische factoren
o Politieke en juridische factoren



1. Demografische ontwikkelingen
Alle elementen met betrekking tot:
o omvang en samenstelling
o geografische spreiding
o etniciteit
o opleidingsniveau

producten en diensten worden gemaakt voor de bevolking  belangrijk te weten wat groei, omvang
en samenstelling van bevolking is

Demografische trends kunnen gevolgen hebben voor klantenkant + personeelskant

BEVOLKINGSSAMENSTELLING:
 Wijziging: van piramide naar kubus
 Bevolkingsveroudering: aandeel van oudere leeftijdscategorieën stijgt
 Evolutie – 2 processen:
o Toename vergrijzing – toename gemiddelde levensduur  LT-proces (Na WO1)
o Effect van ontgroening – ten gevolge van dalende geboortecijfers
Artikel: zie pagina 26




3

, BEDRIJFSMANAGEMENT

2. Sociaal-culturele ontwikkelingen
- Cultuur, normen & waarden
o Men moet als organisatie nadenken of product bv. in conflict kan komen met
heersende cultuur
- Levensstijl
o Bv. als in bepaald land een grote culinaire cultuur heerst, is het niet slim om kant en
klaar maaltijden te betreden
- Geloofsovertuiging
o Bepaalde subgroepen in thaise cultuur nemen aanstoot bij het commercieel
exploiteren van beeltenis van Boedha
- Invloed media
- Vrijetijdsbesteding trends
o Zijn bepaalde trends zichtbaar in een land?



3. economische ontwikkelingen
- fundament in economie

“dit is de wetenschap die bestudeert hoe de mens met schaarse middelen (economische
goederen, zoals geld) handelt om zijn behoeften te bevredigen. Dit welvaartsstreven gaat
gepaard met het voortbrengen, verdelen en aanwenden van economische goederen en
dit omvat zowel materiële producten, als immateriële prestaties en diensten”



- economische kringloop

 productiefactoren (arbeid,..) uitgewisseld voor loon
 goederen en diensten worden geleverd (consument betaalt
daarvoor)
 externe factoren (buitenland en overheid) hebben invloed
Organisatie als open systeem zien!

ECONOMISCHE STELSTELS

[onderneming = een op winst gericht bedrijf dat op eigen risico werkt – een zelfstandig, op winst
gericht bedrijf waar economische goederen geproduceerd of verhandeld worden]

1. Vrije markteconomie (Westerse samenleving)
- vrij ondernemerschap: mogelijk tot oprichten van eigen bedrijf + kapitaal riskeren om winst
te maken
- privé
- marktmechanisme : V consumenten & A producenten
o bepaalt welke goederen tegen welke prijs verkocht worden.
2. Centraal geleide economie
4