Samenvatting pedagogisch
handelen
Inhoud
Inleiding..................................................................................................................................................1
Hoofdstuk 1: het pedagogisch model.....................................................................................................2
2. Het kind in zijn psychologische basisbehoeften..............................................................................2
De basishoudingen van de leerkracht.................................................................................................3
4. Contexten waarbinnen pedagogisch handelen plaatsvindt............................................................4
Algemene context waarbinnen pedagogisch handelen plaatsvindt...................................................4
Emancipatorisch opvoeden................................................................................................................5
Hoofdstuk 2: psychologische basisbehoeften.........................................................................................7
De behoefte aan verbondenheid – ik hoor erbij.................................................................................7
De behoefte aan competentie – ik kan het.........................................................................................8
de behoefte aan autonomie – ik wil het zelf......................................................................................8
gevolgen van de basisbehoeften op de ontwikkeling van het kind.....................................................9
Hoofdstuk 3: basishoudingen van de leerkracht....................................................................................9
Waarderen..........................................................................................................................................9
Ondersteunen...................................................................................................................................11
Uitdagen...........................................................................................................................................12
Hoofstuk 4: Vertrouwen.......................................................................................................................12
Hoofdstuk 5: De relaties tussen de basishoudingen van de leerkracht................................................13
Basishoudingen van de leerkracht versus opvoeden........................................................................13
Mens- en maatschappijbeeld...............................................................................................................15
Inleiding
Pedagogisch handelen = opvoedkundig handelen
Pedagogen = kenner van de pedagogie -> symbool pi
Pedagoog = beoefenaar
Pedagogie = opvoeding
Pedagogiek = opvoedkunde en wetenschap / studie van het opvoeden/opvoeding
Opvoeden = grootbrengen, beschaven, socialiseren
o = lichamelijk en geestelijk vormen
Cognitief -> leren
Psycho-motorisch -> grove motoriek
Sociaal-emotioneel -> emoties, conflict, omgaan met leeftijdsgenoten
1
,Principes bij pedagogisch handelen
Onmiddellijk ageren, Je kan niet niet ageren, Aangepast aan kind op dat moment
Basisonderwijs = een kind zich harmonisch laten ontplooien
Hoofdstuk 1: het pedagogisch model
Pedagogisch model = dynamisch gegeven -> aspecten werken voortdurend op elkaar in
2. Het kind in zijn psychologische basisbehoeften
het kind staat centraal -> elk kind is uniek
o je moet ieder kind leren kennen
o je gaat als leerkracht op weg met een groep -> diversiteit
3 psychologische basisbehoeften:
VAC
Basis om over te gaan tot leren
intern kompas
o uitvalsbasis
o richtinggevend voor een positief
zelfbeeld
intrinsieke motivatie
welbevinden en betrokkenheid
1. Verbondenheid: ik hoor erbij
Veiligheid en geborgenheid
Warme en hechte band
Professionele afstand bewaren
Hechtingstheorie: eerste 5 levensjaren
belangrijk in opbouwen van sociale
relaties
Sociaal emotionele ontwikkeling:
verbondenheid met leeftijdsgenoten belangrijk
2. Competentie: ik kan het
Zelfvertrouwen stimuleren
Ik ken het -> kennis
Ik kan het -> vaardigheden
Ik ben het -> attitudes
Noodzakelijk voor vertrouwen en energie
Zelfbeeld en zelfvertrouwen
a. Realistisch of onrealistisch
b. Positief -> risico durven nemen, veel zelfvertrouwen
c. Negatief -> niet durven, weinig zelfvertrouwen
d. = dynamisch
e. Op 4 vlakken
i. Lichamelijk -> mooi, sterk, atletisch
ii. Sociaal -> aardig en lief
2
, iii. Emotioneel -> veilig, zeker en heb vertrouwen
iv. Cognitief -> bekwaam
3. Autonomie: ik wil het zelf
Zelf keuzes en beslissingen maken
Ik kan het zelf, daarom niet alleen
Leerfunctie in eigen handen nemen
De basishoudingen van de leerkracht
VOUW
Waarderen
Onvoorwaardelijk accepteren van elk kind
Het kind accepteren, niet al het gedrag
Waarderen in wat het kan en doet ook al is dit beperkt
Talenten en kwaliteiten stimuleren en er beroep op doen
Ondersteunen
Helpende hand om met zelfvertrouwen te kunnen verkennen
Ontstaan en bevestiging van vertrouwen in zichzelf
Affectieve ondersteuning
o Aanmoedigen
o Behoeften herkennen -> sensitief en responsief handelen
o Leerproces wordt herkend
Groeien concreet benoemen
Bij elk kind goed gedrag benoemen
o Gezag relatie, geen macht relatie
Gedragsregulerende ondersteuning
o Regels en routine
o Leerkracht is rolmodel -> aantonen wat wel en niet kan
o Uitgaan van het gedrag dat je wel wilt zien
Informatieve ondersteuning
o Behoefte aan structuur en duidelijkheid
Uitdagen
Activeren, op verkenning gaan, ontdekken
Ontdekken wie het is en talenten ontdekken
Zone van de naaste ontwikkeling
Zelfstandigheid, samenwerken en vragen stellen
Vertrouwen
“ik geloof in jou”
Blijvend beschikbaar opstellen, maar loslaten
3
handelen
Inhoud
Inleiding..................................................................................................................................................1
Hoofdstuk 1: het pedagogisch model.....................................................................................................2
2. Het kind in zijn psychologische basisbehoeften..............................................................................2
De basishoudingen van de leerkracht.................................................................................................3
4. Contexten waarbinnen pedagogisch handelen plaatsvindt............................................................4
Algemene context waarbinnen pedagogisch handelen plaatsvindt...................................................4
Emancipatorisch opvoeden................................................................................................................5
Hoofdstuk 2: psychologische basisbehoeften.........................................................................................7
De behoefte aan verbondenheid – ik hoor erbij.................................................................................7
De behoefte aan competentie – ik kan het.........................................................................................8
de behoefte aan autonomie – ik wil het zelf......................................................................................8
gevolgen van de basisbehoeften op de ontwikkeling van het kind.....................................................9
Hoofdstuk 3: basishoudingen van de leerkracht....................................................................................9
Waarderen..........................................................................................................................................9
Ondersteunen...................................................................................................................................11
Uitdagen...........................................................................................................................................12
Hoofstuk 4: Vertrouwen.......................................................................................................................12
Hoofdstuk 5: De relaties tussen de basishoudingen van de leerkracht................................................13
Basishoudingen van de leerkracht versus opvoeden........................................................................13
Mens- en maatschappijbeeld...............................................................................................................15
Inleiding
Pedagogisch handelen = opvoedkundig handelen
Pedagogen = kenner van de pedagogie -> symbool pi
Pedagoog = beoefenaar
Pedagogie = opvoeding
Pedagogiek = opvoedkunde en wetenschap / studie van het opvoeden/opvoeding
Opvoeden = grootbrengen, beschaven, socialiseren
o = lichamelijk en geestelijk vormen
Cognitief -> leren
Psycho-motorisch -> grove motoriek
Sociaal-emotioneel -> emoties, conflict, omgaan met leeftijdsgenoten
1
,Principes bij pedagogisch handelen
Onmiddellijk ageren, Je kan niet niet ageren, Aangepast aan kind op dat moment
Basisonderwijs = een kind zich harmonisch laten ontplooien
Hoofdstuk 1: het pedagogisch model
Pedagogisch model = dynamisch gegeven -> aspecten werken voortdurend op elkaar in
2. Het kind in zijn psychologische basisbehoeften
het kind staat centraal -> elk kind is uniek
o je moet ieder kind leren kennen
o je gaat als leerkracht op weg met een groep -> diversiteit
3 psychologische basisbehoeften:
VAC
Basis om over te gaan tot leren
intern kompas
o uitvalsbasis
o richtinggevend voor een positief
zelfbeeld
intrinsieke motivatie
welbevinden en betrokkenheid
1. Verbondenheid: ik hoor erbij
Veiligheid en geborgenheid
Warme en hechte band
Professionele afstand bewaren
Hechtingstheorie: eerste 5 levensjaren
belangrijk in opbouwen van sociale
relaties
Sociaal emotionele ontwikkeling:
verbondenheid met leeftijdsgenoten belangrijk
2. Competentie: ik kan het
Zelfvertrouwen stimuleren
Ik ken het -> kennis
Ik kan het -> vaardigheden
Ik ben het -> attitudes
Noodzakelijk voor vertrouwen en energie
Zelfbeeld en zelfvertrouwen
a. Realistisch of onrealistisch
b. Positief -> risico durven nemen, veel zelfvertrouwen
c. Negatief -> niet durven, weinig zelfvertrouwen
d. = dynamisch
e. Op 4 vlakken
i. Lichamelijk -> mooi, sterk, atletisch
ii. Sociaal -> aardig en lief
2
, iii. Emotioneel -> veilig, zeker en heb vertrouwen
iv. Cognitief -> bekwaam
3. Autonomie: ik wil het zelf
Zelf keuzes en beslissingen maken
Ik kan het zelf, daarom niet alleen
Leerfunctie in eigen handen nemen
De basishoudingen van de leerkracht
VOUW
Waarderen
Onvoorwaardelijk accepteren van elk kind
Het kind accepteren, niet al het gedrag
Waarderen in wat het kan en doet ook al is dit beperkt
Talenten en kwaliteiten stimuleren en er beroep op doen
Ondersteunen
Helpende hand om met zelfvertrouwen te kunnen verkennen
Ontstaan en bevestiging van vertrouwen in zichzelf
Affectieve ondersteuning
o Aanmoedigen
o Behoeften herkennen -> sensitief en responsief handelen
o Leerproces wordt herkend
Groeien concreet benoemen
Bij elk kind goed gedrag benoemen
o Gezag relatie, geen macht relatie
Gedragsregulerende ondersteuning
o Regels en routine
o Leerkracht is rolmodel -> aantonen wat wel en niet kan
o Uitgaan van het gedrag dat je wel wilt zien
Informatieve ondersteuning
o Behoefte aan structuur en duidelijkheid
Uitdagen
Activeren, op verkenning gaan, ontdekken
Ontdekken wie het is en talenten ontdekken
Zone van de naaste ontwikkeling
Zelfstandigheid, samenwerken en vragen stellen
Vertrouwen
“ik geloof in jou”
Blijvend beschikbaar opstellen, maar loslaten
3