Normgroep
Er zijn 5 criteria waaraan de normgroep van een test moet voldoen:
» representatieve steekproef
» aselecte steekproeftrekking
» normgroep voldoende groot
» Vlaamse normen
» Recente normen
Ruwe scores krijgen betekenis door ze te vergelijken met de normgroep. De
normgroep is dus een soort van meetlat. Daarom is het dus belangrijk hoe een
normgroep is samengesteld.
1 Representatieve steekproef
Een representatieve steekproef stelt men op in 2 stappen:
» stratificatie voor bepaald(e) kenmerk(en)
» representativiteit voor bepaald(e) kenmerk(en)
1.1 Stratificatie
Stratificatie: populatie op basis van beschikbare info wordt opgesplitst in
homogene deelpopulaties of strata.
Een gestratificeerde steekproef wordt dan bekomen door per stratum op ZTW een
steekproef te trekken en de resulterende steekproeven vervolgens samen te voegen.
Vb.: intelligentietest voor 14-18 jarigen met belangrijke variabelen geslacht en
opleidingsvorm
Variabelen geslacht en opleidingsvorm staan in de tabel en we bepalen dat we van
elke samenstelling van kenmerken mensen in onze steekproef willen.
De COTAN geeft aan dat volgende kenmerken voor stratificatie relevant zijn en dus
vertegenwoordigd moeten zijn in de steekproef:
» sekse
» leeftijd
» regio
» etniciteit
1.1.1 Sekse
» geen significant verschil tussen mannelijk en vrouwelijk op test 1 normtabel
gebruiken die representatief is voor sekse
» wel significant verschil tussen mannelijk en vrouwelijk op test afzonderlijke
normtabellen hanteren (1 voor mannen; 1 voor vrouwen)
, Bij de laatste optie moet zowel de groep van de mannen als de groep van de
vrouwen voldoen aan de kwaliteitseisen (zie verder). Maar elke groep afzonderlijk
vormt een nromtabel en hoeft dus niet representatief te zijn voor sekse 1.
1.1.2 Leeftijd
Wat is het leeftijdsbereik van:
» de test/ vragenlijst voor welke leeftijd is die geschikt
» normtabellen in welke leeftijd worden die opgesteld
Vb.: WISC-V-NL: vragenlijst voor 6 jaar 0 maanden tot 16 jaar 11 maanden
normgroep moet dan ook die leeftijdscategorie hebben
Elke leeftijdsgroep die vertegenwoordigd zit in de normtabellen, moet in de
steekproef zitten.
1.1.3 Regio
Regio is meegenomen in sommige testen omdat die kan samenhangen met andere
variabelen gelinkt aan de regio, zoals socio-economische status …
1.1.4 Etniciteit
In de WISC-V-NL zijn er 3 soorten etniciteiten onderscheiden:
2
Men wordt tot TMA-allochtonen gerekend waarvan ouders in 1 van die landen
geboren zijn. Andere nationaliteiten zijn kinderen zonder Belgische nationaliteit.
1.1.5 Andere kenmerken
We kunnen zelf ook nog stratificeren op kenmerken die belangrijk zijn zoals
opleidingsniveau van de moeder (WISC-V-NL) of studierichting …
1
niet evenveel vrouwen als mannen in steekproef
2
TMA: Turks-Arabisch-Magreb ( West-Noord-Afrikaanse landen)
Er zijn 5 criteria waaraan de normgroep van een test moet voldoen:
» representatieve steekproef
» aselecte steekproeftrekking
» normgroep voldoende groot
» Vlaamse normen
» Recente normen
Ruwe scores krijgen betekenis door ze te vergelijken met de normgroep. De
normgroep is dus een soort van meetlat. Daarom is het dus belangrijk hoe een
normgroep is samengesteld.
1 Representatieve steekproef
Een representatieve steekproef stelt men op in 2 stappen:
» stratificatie voor bepaald(e) kenmerk(en)
» representativiteit voor bepaald(e) kenmerk(en)
1.1 Stratificatie
Stratificatie: populatie op basis van beschikbare info wordt opgesplitst in
homogene deelpopulaties of strata.
Een gestratificeerde steekproef wordt dan bekomen door per stratum op ZTW een
steekproef te trekken en de resulterende steekproeven vervolgens samen te voegen.
Vb.: intelligentietest voor 14-18 jarigen met belangrijke variabelen geslacht en
opleidingsvorm
Variabelen geslacht en opleidingsvorm staan in de tabel en we bepalen dat we van
elke samenstelling van kenmerken mensen in onze steekproef willen.
De COTAN geeft aan dat volgende kenmerken voor stratificatie relevant zijn en dus
vertegenwoordigd moeten zijn in de steekproef:
» sekse
» leeftijd
» regio
» etniciteit
1.1.1 Sekse
» geen significant verschil tussen mannelijk en vrouwelijk op test 1 normtabel
gebruiken die representatief is voor sekse
» wel significant verschil tussen mannelijk en vrouwelijk op test afzonderlijke
normtabellen hanteren (1 voor mannen; 1 voor vrouwen)
, Bij de laatste optie moet zowel de groep van de mannen als de groep van de
vrouwen voldoen aan de kwaliteitseisen (zie verder). Maar elke groep afzonderlijk
vormt een nromtabel en hoeft dus niet representatief te zijn voor sekse 1.
1.1.2 Leeftijd
Wat is het leeftijdsbereik van:
» de test/ vragenlijst voor welke leeftijd is die geschikt
» normtabellen in welke leeftijd worden die opgesteld
Vb.: WISC-V-NL: vragenlijst voor 6 jaar 0 maanden tot 16 jaar 11 maanden
normgroep moet dan ook die leeftijdscategorie hebben
Elke leeftijdsgroep die vertegenwoordigd zit in de normtabellen, moet in de
steekproef zitten.
1.1.3 Regio
Regio is meegenomen in sommige testen omdat die kan samenhangen met andere
variabelen gelinkt aan de regio, zoals socio-economische status …
1.1.4 Etniciteit
In de WISC-V-NL zijn er 3 soorten etniciteiten onderscheiden:
2
Men wordt tot TMA-allochtonen gerekend waarvan ouders in 1 van die landen
geboren zijn. Andere nationaliteiten zijn kinderen zonder Belgische nationaliteit.
1.1.5 Andere kenmerken
We kunnen zelf ook nog stratificeren op kenmerken die belangrijk zijn zoals
opleidingsniveau van de moeder (WISC-V-NL) of studierichting …
1
niet evenveel vrouwen als mannen in steekproef
2
TMA: Turks-Arabisch-Magreb ( West-Noord-Afrikaanse landen)