Normscores
1 Inleiding
Antwoorden op een psychodiagnostische test
worden omgezet in ruwe scores.
Vb.: ja = 1 en nee = 0
Ruwe scores krijgen betekenis door ze af te zetten
tegen een absolute standaard of normtabel.
1.1 Antwoorden
Antwoorden op testen kunnen verschillen, zoals bv.:
» antwoorden op WISC-test met genummerde scores
» antwoorden op BFI2-NL met helemaal oneens tot helemaal eens
» antwoorden op meerkeuzevragen rijexamen
1.2 Ruwe somscores
De antwoorden van een proefpersoon moeten eerst gescoord worden en erna
opgeteld tot de ruwe somscore.
Items die men moet omkeren/ spiegelen zijn items waarop, als je er hoog op scoort,
je laag scoort op het eigenschap en omgekeerd.
omkeren/ spiegelen van scores
gespiegelde score = (hoogste punt van schaalscore +1) – aangeduide score
R11 en R16 betekent dat je 11 en 16 moet omkeren:
» R11= (5+1)-2= 4
» R16= (5+1)-1= 5
1.3 Vergelijking met absolute standaard of normscores
» absolute standaard:
Absoluut/ criteriumgericht meten: men gaat ruwe scores vergelijken met een
vooraf vastgelegd absolute standaard of criterium.
Vb.: rijexamen: criterium = 41/50
, Vb.: in onderwijscontext beoordelen van toetsen& examens; bepaling van
leesniveau
» vergelijking met normgroep en bijhorende normscores:
Relatief/ normgericht meten: ruwe scores worden vergeleken met scores van de
normgroep (=relevante anderen).
De behaalde ruwe score wordt omgezet a.d.h.v. een normtabel in een normscore,
die betekenis krijgt in vergelijking met anderen.
2 Normscores
Normscores worden gebruikt in vergelijking met anderen. Men heeft 2 soorten
normscores:
» standaardscores: stanines
» rangscores: percentielen
2.1 Standaardscores
Standaardscore: normtabel die opgesteld wordt op basis van het rekenkundig
gemiddelde en spreiding van scores binnen normgroep.
Een standaardscore wordt uitgedrukt in het aantal standaarddeviatie-eenheden zij
van het rekenkundig gemiddelde verwijderd ligt.
2.1.1Z-scores
Z-score:
met
» X: de ruwe score van de persoon
» X : rekenkundig gemiddelde van de ruwe scores uit normgroep
» S x: standaarddeviatie van ruwe scores uit normgroep
Een omzetting van ruwe scores naar z-scores is een lineaire transformatie, de vorm
blijft dus hetzelfde. Als de ruwe scores normaal verdeeld zijn, zijn de z-scores dat
ook.
De standaarddeviatie bij z-scores is 1 en het rekenkundig gemiddelde is 0.
Meestal gebruikt men hierbij de volgende tabel:
1
De verdeling van ruwe scores kan volgende vormen aannemen (en de grafiek van de
z-scores blijft er dan hetzelfde uitzien):
1
tabel kan afhangen van handleiding tot handleiding (dus altijd nagaan)
1 Inleiding
Antwoorden op een psychodiagnostische test
worden omgezet in ruwe scores.
Vb.: ja = 1 en nee = 0
Ruwe scores krijgen betekenis door ze af te zetten
tegen een absolute standaard of normtabel.
1.1 Antwoorden
Antwoorden op testen kunnen verschillen, zoals bv.:
» antwoorden op WISC-test met genummerde scores
» antwoorden op BFI2-NL met helemaal oneens tot helemaal eens
» antwoorden op meerkeuzevragen rijexamen
1.2 Ruwe somscores
De antwoorden van een proefpersoon moeten eerst gescoord worden en erna
opgeteld tot de ruwe somscore.
Items die men moet omkeren/ spiegelen zijn items waarop, als je er hoog op scoort,
je laag scoort op het eigenschap en omgekeerd.
omkeren/ spiegelen van scores
gespiegelde score = (hoogste punt van schaalscore +1) – aangeduide score
R11 en R16 betekent dat je 11 en 16 moet omkeren:
» R11= (5+1)-2= 4
» R16= (5+1)-1= 5
1.3 Vergelijking met absolute standaard of normscores
» absolute standaard:
Absoluut/ criteriumgericht meten: men gaat ruwe scores vergelijken met een
vooraf vastgelegd absolute standaard of criterium.
Vb.: rijexamen: criterium = 41/50
, Vb.: in onderwijscontext beoordelen van toetsen& examens; bepaling van
leesniveau
» vergelijking met normgroep en bijhorende normscores:
Relatief/ normgericht meten: ruwe scores worden vergeleken met scores van de
normgroep (=relevante anderen).
De behaalde ruwe score wordt omgezet a.d.h.v. een normtabel in een normscore,
die betekenis krijgt in vergelijking met anderen.
2 Normscores
Normscores worden gebruikt in vergelijking met anderen. Men heeft 2 soorten
normscores:
» standaardscores: stanines
» rangscores: percentielen
2.1 Standaardscores
Standaardscore: normtabel die opgesteld wordt op basis van het rekenkundig
gemiddelde en spreiding van scores binnen normgroep.
Een standaardscore wordt uitgedrukt in het aantal standaarddeviatie-eenheden zij
van het rekenkundig gemiddelde verwijderd ligt.
2.1.1Z-scores
Z-score:
met
» X: de ruwe score van de persoon
» X : rekenkundig gemiddelde van de ruwe scores uit normgroep
» S x: standaarddeviatie van ruwe scores uit normgroep
Een omzetting van ruwe scores naar z-scores is een lineaire transformatie, de vorm
blijft dus hetzelfde. Als de ruwe scores normaal verdeeld zijn, zijn de z-scores dat
ook.
De standaarddeviatie bij z-scores is 1 en het rekenkundig gemiddelde is 0.
Meestal gebruikt men hierbij de volgende tabel:
1
De verdeling van ruwe scores kan volgende vormen aannemen (en de grafiek van de
z-scores blijft er dan hetzelfde uitzien):
1
tabel kan afhangen van handleiding tot handleiding (dus altijd nagaan)