1
Samenvatting: Anatomie van het Hoofd:
Topografische regio’s van het hoofd:
• Exacte anatomische grenzen zijn minder duidelijk dan in de hals
• Regio frontalis
• Regio orbitalis
• Regio nasalis
• Regio infraorbitalis
• Regio oralis
• Regio mentalis
• Regio buccalis
• Regio zygomatica
• Regio
parotideomasseterica
• Regio temporalis
• Regio parietalis
• Regio occipitalis
Aangezicht (facies):
• Anatomische regio vooraan gelegen tussen de arcus superciliaris (wenkbrauwboog) en de
onderrand van de mandibula en achteraan reikt tot aan de oren
Mimische spieren:
• Oppervlakkige spieren belangrijk voor het uiten van faciale expressies
o Voor het uiten van emoties en non-verbale communicatie
• Insertie:
o In de huid
• Innervatie:
o Door de n. facialis (n. VII)
Musculus orbicularis oculi:
• Grote sluitspier cirkelvormig rondom de orbitae
• Bestaat uit een pars orbitalis (rondom het oog) en pars palpebralis (op het ooglid
• Functie:
o Verantwoordelijk voor het sluiten van de ogen
Musculus orbicularis oris:
• Grote sluitspier cirkelvormig rondom de mond
• Functie:
o Verantwoordelijk voor het sluiten van de mond
Anatomie van het Hoofd
, 2
Spieren die verder bijdragen aan de mondbewegingen:
• Musculus levator anguli oris
o Opheffen van de mondhoeken
• Musculus levator labii superioris
o Opheffen van de bovenlip
• Musculus depressor anguli oris
o Dalen van de mondhoeken
• Musculus depressor labii inferioris
o Dalen van de onderlip
• Musculus risorius:
o Loopt lateraal en horizontaal naar de mondhoek
o Functie:
▪ Bij contractie ontstaat een grijns
• Musculus zygomaticus major en minor:
o Insertie:
▪ Ter hoogte van de mondhoeken
o Functie:
▪ Bij contractie glimlachend effect
Musculus buccinator:
• Spier dieper gelegen in de wang
o Ruimte tussen mandibula en maxilla wordt opgevuld
• Origo:
o Raphe pterygomandibularis
▪ Spier loopt verder horizontaal in richting van mondhoek
• Spiervezels verenigen zich met de vezels van de m. orbicularis oculi
• Functie:
o Drukt kaken tegen de tanden
▪ Zo voorkomen van voedselaccumulatie tussen tand en kaak tijdens
kauwproces
o Rol bij krachtig uitblazen van lucht
Musculus occipitofrontalis:
• Functie:
o Fronsen van het voorhoofd
o Optrekken van de wenkbrauwen
• Venter frontalis:
o Aanhechting van de huid van het voorhoofd
o Innervatie:
▪ Rami temporales van de n. facialis
• Venter occipitalis:
o Aanhecthing aan de linea nuchalis suprema
o Innervatie:
▪ Nervus auricularis posterior van de n. facialis
• Beide buiken zijn met elkaar verbonden door een vlakke pees
o De gallea aponeurotica
Anatomie van het Hoofd
, 3
Platysma:
• Oppervlakkig in de hals (zie anatomie van de hals)
• Innervatie:
o Enigte door de rami colli van de n. facialis
Glandula parotidea:
• Grootste van de 3 speekselklieren
• Locatie:
o Inferoventraal van het oor
o Voor de processus mastoideus
o Voor het grootste deel achter de ramus mandibulae
o Loopt van de arcus zygomaticus tot aan de onderrand van de mandibula
• Bedekt enkele spieren:
o Achterkant zal het voorste deel van de m. sternocleidomastoideus bedekken
o Voorkant loopt tot halfweg de m. masseter
• Speekselafvoer:
o Vindt plaats via de ductus parotideus die klier ventraal verlaat
Anatomie van het Hoofd
, 4
Ductus parotideus:
• Loopt over de m. masseter in
transversale richting en penetreert de
m. buccinator
• Mondt uit in de mondholte ter hoogte
van de 2de molaar
• Oppervlakkig van de m. masseter:
o Aanwezigheid van nog
bijkomend klierweefsel
▪ Glandula parotidea accesoria
Innervatie van parotisklier:
• Wordt sensibel en parasympatisch geïnnerveerd door de n. auriculotemporalis
• Parasympatische innervatie:
o Pre- en postganglionaire vezels worden aangevoerd via de n. IX (nervus petrosus
minor) en het ganglion oticum
• In de diepte van de klier:
o N. facialis zal zich vertakken in zijn 5 faciale eindtakken
▪ Op basis van het verloop wordt de klier onderverdeeld in 2 delen
• Pars superficialis (deel over de m. masseter) en pars profunda (deel
tussen ramus en processus mastoideus
o A. carotis externa en v. retromandibularis lopen door het pars profunda
Innervatie van het gelaat:
• Sensibele innervatie door takken van de n. trigeminus
• Motorische innervatie door de n. facialis
Nervus facialis:
• Na verlaten van de schedel via foramen stylomastoideum
o Dorsaal wordt de n. auricularis posterior afgeven
▪ Voor venter occipitalis van m. occipofrontalis
▪ Voor musculus auricularis posterior (rudimentaire spier achter het oor)
o Afgifte van de r. digastricus en r. stylohyoideus
▪ Voor gelijknamige spieren (voor de digastricus is het de venter posterior)
• Loopt de glandula parotidea binnen en splitst in 5 eindtakken
o Rami temporales
▪ Krijgt bilaterale input uit de motorische cortex
▪ Verklaart waarom bovenhelft gespaard blijft bij faciale parese
o Rami zygomatici
o Rami buccales
o Ramus marginalis mandibulae
o Rami colli
Anatomie van het Hoofd
Samenvatting: Anatomie van het Hoofd:
Topografische regio’s van het hoofd:
• Exacte anatomische grenzen zijn minder duidelijk dan in de hals
• Regio frontalis
• Regio orbitalis
• Regio nasalis
• Regio infraorbitalis
• Regio oralis
• Regio mentalis
• Regio buccalis
• Regio zygomatica
• Regio
parotideomasseterica
• Regio temporalis
• Regio parietalis
• Regio occipitalis
Aangezicht (facies):
• Anatomische regio vooraan gelegen tussen de arcus superciliaris (wenkbrauwboog) en de
onderrand van de mandibula en achteraan reikt tot aan de oren
Mimische spieren:
• Oppervlakkige spieren belangrijk voor het uiten van faciale expressies
o Voor het uiten van emoties en non-verbale communicatie
• Insertie:
o In de huid
• Innervatie:
o Door de n. facialis (n. VII)
Musculus orbicularis oculi:
• Grote sluitspier cirkelvormig rondom de orbitae
• Bestaat uit een pars orbitalis (rondom het oog) en pars palpebralis (op het ooglid
• Functie:
o Verantwoordelijk voor het sluiten van de ogen
Musculus orbicularis oris:
• Grote sluitspier cirkelvormig rondom de mond
• Functie:
o Verantwoordelijk voor het sluiten van de mond
Anatomie van het Hoofd
, 2
Spieren die verder bijdragen aan de mondbewegingen:
• Musculus levator anguli oris
o Opheffen van de mondhoeken
• Musculus levator labii superioris
o Opheffen van de bovenlip
• Musculus depressor anguli oris
o Dalen van de mondhoeken
• Musculus depressor labii inferioris
o Dalen van de onderlip
• Musculus risorius:
o Loopt lateraal en horizontaal naar de mondhoek
o Functie:
▪ Bij contractie ontstaat een grijns
• Musculus zygomaticus major en minor:
o Insertie:
▪ Ter hoogte van de mondhoeken
o Functie:
▪ Bij contractie glimlachend effect
Musculus buccinator:
• Spier dieper gelegen in de wang
o Ruimte tussen mandibula en maxilla wordt opgevuld
• Origo:
o Raphe pterygomandibularis
▪ Spier loopt verder horizontaal in richting van mondhoek
• Spiervezels verenigen zich met de vezels van de m. orbicularis oculi
• Functie:
o Drukt kaken tegen de tanden
▪ Zo voorkomen van voedselaccumulatie tussen tand en kaak tijdens
kauwproces
o Rol bij krachtig uitblazen van lucht
Musculus occipitofrontalis:
• Functie:
o Fronsen van het voorhoofd
o Optrekken van de wenkbrauwen
• Venter frontalis:
o Aanhechting van de huid van het voorhoofd
o Innervatie:
▪ Rami temporales van de n. facialis
• Venter occipitalis:
o Aanhecthing aan de linea nuchalis suprema
o Innervatie:
▪ Nervus auricularis posterior van de n. facialis
• Beide buiken zijn met elkaar verbonden door een vlakke pees
o De gallea aponeurotica
Anatomie van het Hoofd
, 3
Platysma:
• Oppervlakkig in de hals (zie anatomie van de hals)
• Innervatie:
o Enigte door de rami colli van de n. facialis
Glandula parotidea:
• Grootste van de 3 speekselklieren
• Locatie:
o Inferoventraal van het oor
o Voor de processus mastoideus
o Voor het grootste deel achter de ramus mandibulae
o Loopt van de arcus zygomaticus tot aan de onderrand van de mandibula
• Bedekt enkele spieren:
o Achterkant zal het voorste deel van de m. sternocleidomastoideus bedekken
o Voorkant loopt tot halfweg de m. masseter
• Speekselafvoer:
o Vindt plaats via de ductus parotideus die klier ventraal verlaat
Anatomie van het Hoofd
, 4
Ductus parotideus:
• Loopt over de m. masseter in
transversale richting en penetreert de
m. buccinator
• Mondt uit in de mondholte ter hoogte
van de 2de molaar
• Oppervlakkig van de m. masseter:
o Aanwezigheid van nog
bijkomend klierweefsel
▪ Glandula parotidea accesoria
Innervatie van parotisklier:
• Wordt sensibel en parasympatisch geïnnerveerd door de n. auriculotemporalis
• Parasympatische innervatie:
o Pre- en postganglionaire vezels worden aangevoerd via de n. IX (nervus petrosus
minor) en het ganglion oticum
• In de diepte van de klier:
o N. facialis zal zich vertakken in zijn 5 faciale eindtakken
▪ Op basis van het verloop wordt de klier onderverdeeld in 2 delen
• Pars superficialis (deel over de m. masseter) en pars profunda (deel
tussen ramus en processus mastoideus
o A. carotis externa en v. retromandibularis lopen door het pars profunda
Innervatie van het gelaat:
• Sensibele innervatie door takken van de n. trigeminus
• Motorische innervatie door de n. facialis
Nervus facialis:
• Na verlaten van de schedel via foramen stylomastoideum
o Dorsaal wordt de n. auricularis posterior afgeven
▪ Voor venter occipitalis van m. occipofrontalis
▪ Voor musculus auricularis posterior (rudimentaire spier achter het oor)
o Afgifte van de r. digastricus en r. stylohyoideus
▪ Voor gelijknamige spieren (voor de digastricus is het de venter posterior)
• Loopt de glandula parotidea binnen en splitst in 5 eindtakken
o Rami temporales
▪ Krijgt bilaterale input uit de motorische cortex
▪ Verklaart waarom bovenhelft gespaard blijft bij faciale parese
o Rami zygomatici
o Rami buccales
o Ramus marginalis mandibulae
o Rami colli
Anatomie van het Hoofd