Hoofdstuk 2: Globalisering, migrati e en (super)diversiteit
Globalisering
= mondialisering
Een proces van economische, politieke en culturele schaalvergroting
o Medemogelijk gemaakt door toegenomen transportmogelijkheden en technologie
The global village
o McLuhan
o Dankzij massamedia – gebeurtenissen meevolgen van andere kant van planeet
o Compressie van plaats en tijd
Zorgt voor gevoel van verbondenheid
Het wereld is een ‘dorp’
Politiek: internationale organisaties en staten staan minder op zichzelf supranationale
besluitvormingen
Economisch: kapitalisme op wereldschaarl + machtige multinationals
Communicatie: sociale media + communicatiemogelijkheden
Cultureel: veramerikanisering (niet uitsluitend, bv. Kpop)
Mobiliteit: toerisme & migratie, heel makkelijk om te reizen
Allerhande dreigingen: terrorisme, global warming, pandemie
Kritiek:
o Wanneer is het ‘tijdperk’ begonnen? niet echt af te bakenen
o Zijn ze wel nieuw? Of mondiaal? voornamelijk Europa, N-Amerika, niet Afrika bv.
o Ongelijkheid komt sterk naar voren verderzetting van het westers imperialisme?
Migratie en ‘superdiversiteit’
Steven Vertovec;
o Meer migratie EN meer verscheidenheid in migratie
Migranten hebben verschillende achtergronden & zijn van verschillende
plaatsen gemigreerd
Diversiteit in motieven: arbeid, armoede, klimaatproblemen, oorlog
Verblijf is soms permanent of tijdelijk
o Voorspelbaarheid van woord ‘migrant’ is verdwenen
o MAAR nieuwe vormen van maatschappelijke ongelijkheid: expat vs migrant
Kritiek:
o Eurocentrisch? Geldt misschien voor West-Europa maar niet direct voor andere
delen van de wereld
België was tot WO I vooral een emigratieland, maar vanaf 20 ste eeuw; immigratieland
vooral na WO II met dwangarbeiders uit Italië voor de steenkoolmijnen + j. 60 economische groei
in BE dus werkkrachten nodig – buitenlanders
NA migratietstop in 1974 maar enkele manieren om nog naar België te komen
1. Politiek asiel
2. Gezinshereniging
3. Europese integratie
Brussel, Antwerpen, Genk, Vilvoorde: majority-minority-cities
,Hoofdstuk 3: Inter-en crossculturele communicati e: basisbegrippen en benaderingen
3.1 Cultuur
‘Cultuur’ heeft veel verschillende (en vaak verwante) betekenissen – bespreking hieronder
gebaseerd op boek van Raymond Williams
Het woord is afkomstig van het Latijnse woord ‘cultura’
o Cultura = het ingrijpen van de mens in de natuur, door landbouw en veeteelt
o Werd overgenomen in andere talen om te verwijzen naar het verzorgen en
beheren van oogst en dieren
o Vanaf 16e eeuw – ook verwijzen naar een proces van menselijke ontwikkeling
o Tot in de 19 e belangrijkste betekenis; beschaving, gecultiveerdheid
Na 19 e eeuw uitbreiding – ‘werken en praktijken die het resultaat zijn van intellectuele
en artistieke activiteit’
Belangrijke ontwikkling in Duits:
o ‘Kultur’ = verwijzing naar de historische ontwikkeling van de mensheid (dat dus
een unilinear proces was)
o Bekritiseerd door Johann Gottfried Herder; volgens hem moet men spreken van
‘Culturen’ (Pl.), hij introduceerde een nieuwe betekenis – gekenmerkt door de
overtuiging dat elk volk een eigen cultuur had – de ‘Volksgeist’
Volgens Williams (geciteerd door Herder) drie betekenissen van ‘Cultuur’
o Algemeen proces van menselijke ontwikkeling
o Specifieke levenswijze die een volk kenmerkt (een cultuur – verschillende
culturen-
o Werken en praktijken die het product zijn van intellectuele en artistieke
activiteit
3.2 Van eurocentrisme en evolutionisme naar cultuurrelativisme
18e-19 e eeuw; ‘cultuur’ sterk samenhangend met ‘ras’
o Mensheid kon opgedeeld worden in ‘rassen’
Bv. Rassentheorie van Blumenbach
o Idee gekenmerkt door biologisch determinisme
= overtuiging dat cultuur bepaald wordt door ‘ras’ als een biologisch
gegeven
o Idee ook sterk evuolutionistisch; elke cultuur bevond zich ergens op het pad van
de menselijke ontwikkeling van primitiviteit naar beschaving
CULTUURREVOLUTIONISME
o E.B. Tylor;
Drie trappen van beschaving:
Savagery
Barbarism
Civilisation
o Deze manier van denken: racistisch en eurocentrisch; Europse 19 e eeuwse
burgerlijke cultuurmodel gold als culminatiepunt
Grote gevolgen van deze visie:
o Legimiteerde imperialisme en kolonialisme
o Kolonisatie werd gezien als het brengen van beschaving aan primitieve volkeren
, oOok populair in mediadiscours
Bv. Etnologische tentoonstellingen – hadden als doel aan te tonen dat
Europa de plicht had om beschaving naar de ‘wilde’ te brengen
KRITIEK!
Franz Boas – vader van moderne antropologie
o Verzet tegen het discours over het bestaan van ‘primitieve’ rassen en cuturen
o Plaatste vooral principe van cultuurrelativisme; elke cultuur moet begrepen
worden vanuit die cultuur zelf & niet beoordeel worden van buitenaf
= geen enkele cultuur superieur of inferieur
3.3 Het onderzoek naar interculturele communicatie
3.3.1 COMPARATIEVE BENADERINGEN
Koude oorlog: interesse in interculturele communicatie sterk toegenomen vol vanuit
Amerikaans leger en Foreign Service Institute
Edward T. Hall – beschrijving van crossculturele verschillen in verbale en non-verbale
communicatie
Verschil in ruimtebeleving – hoe dicht mensen bij elkaar gaan staan, intieme ruimte,
persoonlijke ruimte..
Verschil in tijdbeleving – monochrone culturen (strikte planning) vs. polychrone
culturen (minder strikt)
Verschil in ‘context’
o Hogecontextculturen (sterk impliciet gecommuniceerd)
o Lagecontextculturen (meer expliciet gecommuniceerd)
Vanaf jaren 70 ook in domein van de bedrijfscommunicatie interesse toegenomen.
Geert Hofstede – onderzocht vanaf jaren 1980 cultuurverschillen in organisaties
3.3.1.1 Hofstedes dimensies
‘Cultuur’ = de collectieve mentale programmering die de leden van één groep
onderscheidt van die van andere groepen – cultuur is dus aangeleerd, niet aangeboren
Boek: Culture’s consequences
o Iedereen behoort tot verschillende niveaus;
Nationaal
Regionaal
Sociale klasse
Generatie
Sekse (geslacht)
o Onderscheidde 6 basisdimensies die cultuur karakteriseerden:
Machsafstand – macht ongelijk verdeeld
Individualisme – (vs. collectivisme)
Masculiniteit – rollen tussen geslacht zijn duidelijk
Onzekerheidsvermijding – mate waarin men bedreigd voelt in onbekende
situaties
Langetermijnoriëntatie – mate van extra werk te leveren voor beloning
Terughoudenheid – mate waarin men hun wensen proberen te
beheersen
Globalisering
= mondialisering
Een proces van economische, politieke en culturele schaalvergroting
o Medemogelijk gemaakt door toegenomen transportmogelijkheden en technologie
The global village
o McLuhan
o Dankzij massamedia – gebeurtenissen meevolgen van andere kant van planeet
o Compressie van plaats en tijd
Zorgt voor gevoel van verbondenheid
Het wereld is een ‘dorp’
Politiek: internationale organisaties en staten staan minder op zichzelf supranationale
besluitvormingen
Economisch: kapitalisme op wereldschaarl + machtige multinationals
Communicatie: sociale media + communicatiemogelijkheden
Cultureel: veramerikanisering (niet uitsluitend, bv. Kpop)
Mobiliteit: toerisme & migratie, heel makkelijk om te reizen
Allerhande dreigingen: terrorisme, global warming, pandemie
Kritiek:
o Wanneer is het ‘tijdperk’ begonnen? niet echt af te bakenen
o Zijn ze wel nieuw? Of mondiaal? voornamelijk Europa, N-Amerika, niet Afrika bv.
o Ongelijkheid komt sterk naar voren verderzetting van het westers imperialisme?
Migratie en ‘superdiversiteit’
Steven Vertovec;
o Meer migratie EN meer verscheidenheid in migratie
Migranten hebben verschillende achtergronden & zijn van verschillende
plaatsen gemigreerd
Diversiteit in motieven: arbeid, armoede, klimaatproblemen, oorlog
Verblijf is soms permanent of tijdelijk
o Voorspelbaarheid van woord ‘migrant’ is verdwenen
o MAAR nieuwe vormen van maatschappelijke ongelijkheid: expat vs migrant
Kritiek:
o Eurocentrisch? Geldt misschien voor West-Europa maar niet direct voor andere
delen van de wereld
België was tot WO I vooral een emigratieland, maar vanaf 20 ste eeuw; immigratieland
vooral na WO II met dwangarbeiders uit Italië voor de steenkoolmijnen + j. 60 economische groei
in BE dus werkkrachten nodig – buitenlanders
NA migratietstop in 1974 maar enkele manieren om nog naar België te komen
1. Politiek asiel
2. Gezinshereniging
3. Europese integratie
Brussel, Antwerpen, Genk, Vilvoorde: majority-minority-cities
,Hoofdstuk 3: Inter-en crossculturele communicati e: basisbegrippen en benaderingen
3.1 Cultuur
‘Cultuur’ heeft veel verschillende (en vaak verwante) betekenissen – bespreking hieronder
gebaseerd op boek van Raymond Williams
Het woord is afkomstig van het Latijnse woord ‘cultura’
o Cultura = het ingrijpen van de mens in de natuur, door landbouw en veeteelt
o Werd overgenomen in andere talen om te verwijzen naar het verzorgen en
beheren van oogst en dieren
o Vanaf 16e eeuw – ook verwijzen naar een proces van menselijke ontwikkeling
o Tot in de 19 e belangrijkste betekenis; beschaving, gecultiveerdheid
Na 19 e eeuw uitbreiding – ‘werken en praktijken die het resultaat zijn van intellectuele
en artistieke activiteit’
Belangrijke ontwikkling in Duits:
o ‘Kultur’ = verwijzing naar de historische ontwikkeling van de mensheid (dat dus
een unilinear proces was)
o Bekritiseerd door Johann Gottfried Herder; volgens hem moet men spreken van
‘Culturen’ (Pl.), hij introduceerde een nieuwe betekenis – gekenmerkt door de
overtuiging dat elk volk een eigen cultuur had – de ‘Volksgeist’
Volgens Williams (geciteerd door Herder) drie betekenissen van ‘Cultuur’
o Algemeen proces van menselijke ontwikkeling
o Specifieke levenswijze die een volk kenmerkt (een cultuur – verschillende
culturen-
o Werken en praktijken die het product zijn van intellectuele en artistieke
activiteit
3.2 Van eurocentrisme en evolutionisme naar cultuurrelativisme
18e-19 e eeuw; ‘cultuur’ sterk samenhangend met ‘ras’
o Mensheid kon opgedeeld worden in ‘rassen’
Bv. Rassentheorie van Blumenbach
o Idee gekenmerkt door biologisch determinisme
= overtuiging dat cultuur bepaald wordt door ‘ras’ als een biologisch
gegeven
o Idee ook sterk evuolutionistisch; elke cultuur bevond zich ergens op het pad van
de menselijke ontwikkeling van primitiviteit naar beschaving
CULTUURREVOLUTIONISME
o E.B. Tylor;
Drie trappen van beschaving:
Savagery
Barbarism
Civilisation
o Deze manier van denken: racistisch en eurocentrisch; Europse 19 e eeuwse
burgerlijke cultuurmodel gold als culminatiepunt
Grote gevolgen van deze visie:
o Legimiteerde imperialisme en kolonialisme
o Kolonisatie werd gezien als het brengen van beschaving aan primitieve volkeren
, oOok populair in mediadiscours
Bv. Etnologische tentoonstellingen – hadden als doel aan te tonen dat
Europa de plicht had om beschaving naar de ‘wilde’ te brengen
KRITIEK!
Franz Boas – vader van moderne antropologie
o Verzet tegen het discours over het bestaan van ‘primitieve’ rassen en cuturen
o Plaatste vooral principe van cultuurrelativisme; elke cultuur moet begrepen
worden vanuit die cultuur zelf & niet beoordeel worden van buitenaf
= geen enkele cultuur superieur of inferieur
3.3 Het onderzoek naar interculturele communicatie
3.3.1 COMPARATIEVE BENADERINGEN
Koude oorlog: interesse in interculturele communicatie sterk toegenomen vol vanuit
Amerikaans leger en Foreign Service Institute
Edward T. Hall – beschrijving van crossculturele verschillen in verbale en non-verbale
communicatie
Verschil in ruimtebeleving – hoe dicht mensen bij elkaar gaan staan, intieme ruimte,
persoonlijke ruimte..
Verschil in tijdbeleving – monochrone culturen (strikte planning) vs. polychrone
culturen (minder strikt)
Verschil in ‘context’
o Hogecontextculturen (sterk impliciet gecommuniceerd)
o Lagecontextculturen (meer expliciet gecommuniceerd)
Vanaf jaren 70 ook in domein van de bedrijfscommunicatie interesse toegenomen.
Geert Hofstede – onderzocht vanaf jaren 1980 cultuurverschillen in organisaties
3.3.1.1 Hofstedes dimensies
‘Cultuur’ = de collectieve mentale programmering die de leden van één groep
onderscheidt van die van andere groepen – cultuur is dus aangeleerd, niet aangeboren
Boek: Culture’s consequences
o Iedereen behoort tot verschillende niveaus;
Nationaal
Regionaal
Sociale klasse
Generatie
Sekse (geslacht)
o Onderscheidde 6 basisdimensies die cultuur karakteriseerden:
Machsafstand – macht ongelijk verdeeld
Individualisme – (vs. collectivisme)
Masculiniteit – rollen tussen geslacht zijn duidelijk
Onzekerheidsvermijding – mate waarin men bedreigd voelt in onbekende
situaties
Langetermijnoriëntatie – mate van extra werk te leveren voor beloning
Terughoudenheid – mate waarin men hun wensen proberen te
beheersen