Samenvatting hoofdstuk 9: De copernicaanse wending van Kant, een
rationele ethiek en een nieuw maatschappijmodel
“Durf te denken” – Kant
“Denken zonder ervaring is leeg, ervaring zonder denken is blind” – Kant
“Handel steeds zo, dat de regel van uw handelen tot een universele wet kan verheven worden” – Kant
“Het grootste geluk voor het grootste aantal” – Bentham
Situering
De verlichting (18e eeuw) =de eeuw van de rede
Kant heeft sceptische conclusies van Hume overwonnen
De copernicaanse wending van Kant
KANT
Koningsbergen (=Kaliningrad) (1724-1804)
Erg punctueel
Hume ‘redde’ hem uit dogmatische slaap: brug tussen rationalisme: rede en empirisme: ervaring
zijn allebei even belangrijk
3 kritieken - 3 vragen (les 1)
Wat kan ik kennen?
Wat moet ik doen?
Wat mag ik hopen?
DE ZUIVERE REDE EN DE COPERNICAANSE WENDING
1) Zuivere rede
beweringen over de fysische wereld kunnen empirisch getoetst worden (haar grenzen vallen
samen met onze ervaring, geen enkele waarneming bevindt zich buiten ruimte of tijd)
-> gebied van ervaring en wetenschappen
geen vrijheid (want alles gebeurt noodzakelijk)
Volgens Kant weerspiegelt onze geest de wereld niet zoals hij (op zich) is, maar enkel hoe hij zich aan
ons voordoet -> de ervaring van de wereld is gekleurd door de bril die we dragen
2) Praktische rede
beweringen kunnen niet empirisch getoetst worden (domein buiten de ervaring)
vrijheid
thema’s:
vrijheid, God, onsterfelijkheid (van de ziel)
ethiek en morele plicht
, De ‘copernicaanse wending’ van Kant
“Tot op heden nam men aan dat al onze kennis zich naar de voorwerpen moest richten. Ik stel de
eis dat de voorwerpen zich naar onze kennis richten. De rede heeft betrekking op de manier
waarop we de voorwaarden kennen.”
“Denken zonder ervaring is leeg, ervaring zonder denken is blind”
(je kan geen boom bedenken als je nog nooit een boom hebt gezien, anderzijds kan je die boom
niet ‘zien’ als je geen begrip van ‘eenheid’ hebt waarmee je een geheel aan verschijnselen als
boom kunt identificeren)
Kant’s idealisme
Volgens Kant weerspiegelt onze geest de wereld niet zoals hij (op zich) is, maar enkel hoe hij zich
aan ons voordoet, verschijnt -> de ervaring van de wereld is gekleurd door de bril die we dragen
Specifiek beeld van wereld doordat onze geest die wereld op een specifieke manier structureert
Kant’s dualisme
Fenomenale wereld (=de wereld zoals wij haar ervaren)
Noumenale wereld (=het ding ‘op zich’)
Ceci n’est pas une pipe :we nemen afbeelding van een pijp weer
Hume’s grenzen van de kennis
1. Synthetische a posteriori oordelen (over de wereld) =waargenomen ervaringen
2. Analytische a priori oordelen (zoals wiskunde) = zuivere deductieve ideeën
Kant’s a priori synthetische oordelen
Categorieën: ze vormen het kader waardoor waarneming en denken mogelijk zijn, ze structureren
onze wereld en onze gedachten
1. Vormen van de waarneming => Zintuiglijkheid : het vermogen om dingen in wereld waar te
nemen veronderstelt de noties ruimte en tijd
2. Categorieën van het verstand => Verstand : het vermogen om over dingen na te denken
veronderstelt categorieën zoals eenheid (substantie); realiteit; oorzaak; mogelijkheid,…
“Ken jezelf”: durf te denken!
“Verlichting is het uittreden van de mens uit de onmondigheid, die hij aan zichzelf te wijten heeft.
Onmondigheid is het onvermogen zich van zijn verstand te bedienen zonder de leiding van een
ander. Men heeft deze onmondigheid aan zichzelf te wijten, wanneer de oorzaak ervan niet in een
gebrek aan verstand, maar in een gebrek aan vastberadenheid en aan moed ligt, zich van zijn
verstand zonder leiding door een ander te bedienen. Sapere aude: Durf te denken! Is derhalve de
spreuk van de Verlichting.”
Kant versus Bentham: twee funderingen van ethiek
Kant: intentie en geweten <> Bentham: gevolg en nut
Zoeken beide naar fundering van geluk
rationele ethiek en een nieuw maatschappijmodel
“Durf te denken” – Kant
“Denken zonder ervaring is leeg, ervaring zonder denken is blind” – Kant
“Handel steeds zo, dat de regel van uw handelen tot een universele wet kan verheven worden” – Kant
“Het grootste geluk voor het grootste aantal” – Bentham
Situering
De verlichting (18e eeuw) =de eeuw van de rede
Kant heeft sceptische conclusies van Hume overwonnen
De copernicaanse wending van Kant
KANT
Koningsbergen (=Kaliningrad) (1724-1804)
Erg punctueel
Hume ‘redde’ hem uit dogmatische slaap: brug tussen rationalisme: rede en empirisme: ervaring
zijn allebei even belangrijk
3 kritieken - 3 vragen (les 1)
Wat kan ik kennen?
Wat moet ik doen?
Wat mag ik hopen?
DE ZUIVERE REDE EN DE COPERNICAANSE WENDING
1) Zuivere rede
beweringen over de fysische wereld kunnen empirisch getoetst worden (haar grenzen vallen
samen met onze ervaring, geen enkele waarneming bevindt zich buiten ruimte of tijd)
-> gebied van ervaring en wetenschappen
geen vrijheid (want alles gebeurt noodzakelijk)
Volgens Kant weerspiegelt onze geest de wereld niet zoals hij (op zich) is, maar enkel hoe hij zich aan
ons voordoet -> de ervaring van de wereld is gekleurd door de bril die we dragen
2) Praktische rede
beweringen kunnen niet empirisch getoetst worden (domein buiten de ervaring)
vrijheid
thema’s:
vrijheid, God, onsterfelijkheid (van de ziel)
ethiek en morele plicht
, De ‘copernicaanse wending’ van Kant
“Tot op heden nam men aan dat al onze kennis zich naar de voorwerpen moest richten. Ik stel de
eis dat de voorwerpen zich naar onze kennis richten. De rede heeft betrekking op de manier
waarop we de voorwaarden kennen.”
“Denken zonder ervaring is leeg, ervaring zonder denken is blind”
(je kan geen boom bedenken als je nog nooit een boom hebt gezien, anderzijds kan je die boom
niet ‘zien’ als je geen begrip van ‘eenheid’ hebt waarmee je een geheel aan verschijnselen als
boom kunt identificeren)
Kant’s idealisme
Volgens Kant weerspiegelt onze geest de wereld niet zoals hij (op zich) is, maar enkel hoe hij zich
aan ons voordoet, verschijnt -> de ervaring van de wereld is gekleurd door de bril die we dragen
Specifiek beeld van wereld doordat onze geest die wereld op een specifieke manier structureert
Kant’s dualisme
Fenomenale wereld (=de wereld zoals wij haar ervaren)
Noumenale wereld (=het ding ‘op zich’)
Ceci n’est pas une pipe :we nemen afbeelding van een pijp weer
Hume’s grenzen van de kennis
1. Synthetische a posteriori oordelen (over de wereld) =waargenomen ervaringen
2. Analytische a priori oordelen (zoals wiskunde) = zuivere deductieve ideeën
Kant’s a priori synthetische oordelen
Categorieën: ze vormen het kader waardoor waarneming en denken mogelijk zijn, ze structureren
onze wereld en onze gedachten
1. Vormen van de waarneming => Zintuiglijkheid : het vermogen om dingen in wereld waar te
nemen veronderstelt de noties ruimte en tijd
2. Categorieën van het verstand => Verstand : het vermogen om over dingen na te denken
veronderstelt categorieën zoals eenheid (substantie); realiteit; oorzaak; mogelijkheid,…
“Ken jezelf”: durf te denken!
“Verlichting is het uittreden van de mens uit de onmondigheid, die hij aan zichzelf te wijten heeft.
Onmondigheid is het onvermogen zich van zijn verstand te bedienen zonder de leiding van een
ander. Men heeft deze onmondigheid aan zichzelf te wijten, wanneer de oorzaak ervan niet in een
gebrek aan verstand, maar in een gebrek aan vastberadenheid en aan moed ligt, zich van zijn
verstand zonder leiding door een ander te bedienen. Sapere aude: Durf te denken! Is derhalve de
spreuk van de Verlichting.”
Kant versus Bentham: twee funderingen van ethiek
Kant: intentie en geweten <> Bentham: gevolg en nut
Zoeken beide naar fundering van geluk