Natuurkunde 1,1 tm 1,3 begrippen lijst
1,1 modellen
Model = een vereenvoudigde voorstelling van de werkelijkheid
Modellen in de natuurwetenschappen :
- in de natuurwetenschappen gebruik je modellen om = waarnemeingen te verklaren en
resultaten van nieuwe proeven te voorspellen.
1,2 model van de fasen
Model van een gas :
- bewegen de moleculen alle kanten op.
-is er veel ruimte tussen de moleculen
Model van een vloeistof :
-bewegen de moleculen alle kanten op
-trekken de moleculen elkaar aan. De kracht tussen de moleculen is niet zo groot
-is er weinig ruimte tussen de moleculen
Model van een vaste stof :
-trekken de moleculen elkaar aan. De kracht tussen de moleculen is groot.
-is er weinig ruimte tussen de moleculen.
-de moleculen trillen op een vaste plaats.
1,3 model van de faseovergangen
Model van smelten :
-de aantrekkingskracht tussen de moleculen wordt kleiner.
-er komt meer ruimte tussen de moleculen.
-de moleculen gaan langs elkaar bewegen.
Smeltwarmte = de hoeveelheid warmte die nodig is om 1kg van die stof te laten smelten.
Stollingswarmte = de hoeveelheid warmte die vrijkomt als 1kg van die stof stolt.
Model van verdampen :
-moleculen met een grote snelheid ontsnappen aan de aantrekkingskracht van de moleculen
van de vloeistof. (bij hogere temperaturen kunnen meer moleculen ontsnappen)
Verdampingswarmte = de hoeveelheid warmte die nodig is om 1kg van die stof te laten
verdampen.
Drie soorten kleinste deeltjes : moleculen, atomen, ionen
hoe langer het pijltje van een molecuul hoe sneller ze die richting op bewegen
figuur 1,16 faseovergangen leren
1,1 modellen
Model = een vereenvoudigde voorstelling van de werkelijkheid
Modellen in de natuurwetenschappen :
- in de natuurwetenschappen gebruik je modellen om = waarnemeingen te verklaren en
resultaten van nieuwe proeven te voorspellen.
1,2 model van de fasen
Model van een gas :
- bewegen de moleculen alle kanten op.
-is er veel ruimte tussen de moleculen
Model van een vloeistof :
-bewegen de moleculen alle kanten op
-trekken de moleculen elkaar aan. De kracht tussen de moleculen is niet zo groot
-is er weinig ruimte tussen de moleculen
Model van een vaste stof :
-trekken de moleculen elkaar aan. De kracht tussen de moleculen is groot.
-is er weinig ruimte tussen de moleculen.
-de moleculen trillen op een vaste plaats.
1,3 model van de faseovergangen
Model van smelten :
-de aantrekkingskracht tussen de moleculen wordt kleiner.
-er komt meer ruimte tussen de moleculen.
-de moleculen gaan langs elkaar bewegen.
Smeltwarmte = de hoeveelheid warmte die nodig is om 1kg van die stof te laten smelten.
Stollingswarmte = de hoeveelheid warmte die vrijkomt als 1kg van die stof stolt.
Model van verdampen :
-moleculen met een grote snelheid ontsnappen aan de aantrekkingskracht van de moleculen
van de vloeistof. (bij hogere temperaturen kunnen meer moleculen ontsnappen)
Verdampingswarmte = de hoeveelheid warmte die nodig is om 1kg van die stof te laten
verdampen.
Drie soorten kleinste deeltjes : moleculen, atomen, ionen
hoe langer het pijltje van een molecuul hoe sneller ze die richting op bewegen
figuur 1,16 faseovergangen leren