Blokopdracht 4.2 - Psychiatrie in de huisartsenpraktijk
Eetstoornis anorexia nervosa
Naam: Kim Klopper
Studentnummer: 336376
Opleiding: Doktersassistent
Datum: 8 juni 2021
Opdracht: Blokopdracht 4.2 - Psychiatrie in de huisartsenpraktijk
, Samenvatting
Eten wordt een probleem als je je te veel met (niet) eten bezighoudt. Dat kan verschillende oorzaken
hebben. Bijvoorbeeld dat je je onzeker voelt over hoe je eruit ziet, je denkt dat je te dik of lelijk bent.
Of je wilt dat anderen je zien staan of je verlangt ernaar ergens bij te horen. Je gaat dan minder eten
om af te vallen. Het kan ook zijn dat je eet af en toe heel veel om jezelf te troosten. Je kunt je
hierdoor gespannen en ongelukkig gaan voelen. Maar het kan ook zijn dat je bent bang voor de
gevolgen van het eten van bepaald voedsel. Je bent bijvoorbeeld bang om te stikken of om over te
geven. Als dit langere tijd doorgaat, dan heb je een eetprobleem.
Afvallen en zo slank mogelijk worden. Vooral geen grammetje erbij. Deze obsessieve gedachten
beheersen het leven van mensen met anorexia. Om hun doel te bereiken gaan mensen die hieraan
lijden heel ver. Ze braken hun eten weer uit, sporten overmatig of slikken laxeermiddelen. Vaak
gebeurt dit stiekem. Veel mensen met anorexia staan meerdere keren per dag op de weegschaal,
schamen zich als ze eten en raken in paniek als ze ook maar iets aankomen.
Er is niet één duidelijke oorzaak. Vaak is het een combinatie van factoren. Perfectionisme en weinig
zelfvertrouwen, faalangst en het vermijden van conflicten: het zijn de kenmerken van veel
anorexiapatiënten. Ook hebben ze vaak moeite met het uiten van hun gevoelens. We weten wel dat
bepaalde omstandigheden zoals erfelijkheid en omgevingsfactoren het risico op een eetprobleem
kunnen vergroten.
De behandeling bestaat meestal uit verschillende onderdelen: voorlichting over eetproblemen en
eetstoornissen, aanleren van een gezonde leefstijl en therapie. Tijdens de behandeling werk je aan je
herstel. Het is vooral belangrijk dat je zelf weer controle krijgt over je leven en je eetgedrag, dat je je
eigen kracht terugwint. Dit doe je in de eerste plaats zelf, maar ook mensen in je omgeving zoals
familie en vrienden kunnen je hierbij helpen.
Eetstoornis anorexia nervosa
Naam: Kim Klopper
Studentnummer: 336376
Opleiding: Doktersassistent
Datum: 8 juni 2021
Opdracht: Blokopdracht 4.2 - Psychiatrie in de huisartsenpraktijk
, Samenvatting
Eten wordt een probleem als je je te veel met (niet) eten bezighoudt. Dat kan verschillende oorzaken
hebben. Bijvoorbeeld dat je je onzeker voelt over hoe je eruit ziet, je denkt dat je te dik of lelijk bent.
Of je wilt dat anderen je zien staan of je verlangt ernaar ergens bij te horen. Je gaat dan minder eten
om af te vallen. Het kan ook zijn dat je eet af en toe heel veel om jezelf te troosten. Je kunt je
hierdoor gespannen en ongelukkig gaan voelen. Maar het kan ook zijn dat je bent bang voor de
gevolgen van het eten van bepaald voedsel. Je bent bijvoorbeeld bang om te stikken of om over te
geven. Als dit langere tijd doorgaat, dan heb je een eetprobleem.
Afvallen en zo slank mogelijk worden. Vooral geen grammetje erbij. Deze obsessieve gedachten
beheersen het leven van mensen met anorexia. Om hun doel te bereiken gaan mensen die hieraan
lijden heel ver. Ze braken hun eten weer uit, sporten overmatig of slikken laxeermiddelen. Vaak
gebeurt dit stiekem. Veel mensen met anorexia staan meerdere keren per dag op de weegschaal,
schamen zich als ze eten en raken in paniek als ze ook maar iets aankomen.
Er is niet één duidelijke oorzaak. Vaak is het een combinatie van factoren. Perfectionisme en weinig
zelfvertrouwen, faalangst en het vermijden van conflicten: het zijn de kenmerken van veel
anorexiapatiënten. Ook hebben ze vaak moeite met het uiten van hun gevoelens. We weten wel dat
bepaalde omstandigheden zoals erfelijkheid en omgevingsfactoren het risico op een eetprobleem
kunnen vergroten.
De behandeling bestaat meestal uit verschillende onderdelen: voorlichting over eetproblemen en
eetstoornissen, aanleren van een gezonde leefstijl en therapie. Tijdens de behandeling werk je aan je
herstel. Het is vooral belangrijk dat je zelf weer controle krijgt over je leven en je eetgedrag, dat je je
eigen kracht terugwint. Dit doe je in de eerste plaats zelf, maar ook mensen in je omgeving zoals
familie en vrienden kunnen je hierbij helpen.
