Histologie: ademhalingsstelsel AJ 2021-2022
Histologie van het ademhalingsstelsel
1. Inleiding
Ademhalingssysteem = respiratoir systeem
Functie: O2 en CO2 uitwisselen tussen bloed en uitwendige omgeving
2 indelingen: anatomische en functionele indeling
1.1. Anatomische indeling
Bovenste luchtwegen:
§ Neusholte
§ Sinussen
§ Farynx
Onderste luchtwegen:
§ Larynx
§ Trachea
§ Bronchi
§ longen
1.2. Functionele indeling
Geleidende deel (1e deel):
§ Zuiveren, opwarmen en bevochtigen van ingeademde lucht ( + reuk en geluid)
§ Continue luchtstroom verzekeren dmv kanalen met rigide basisopbouw die over
nodige flexibiliteit beschikken
§ = neusholte, nasofarynx, larynx, trachea, bronchi, bronchiolen, terminale bronchiolen
Respiratoire deel (2e deel):
§ Hier vindt de gasuitwisseling plaats
§ Dunne wand à gasuitwisseling mogelijk maken
§ Respiratoire bronchiolen, ducti alveolares, alveolen
1
, Histologie: ademhalingsstelsel AJ 2021-2022
2. Neusholte
Functie:
§ Opwarmen ingeademde lucht via dens capillair netwerk onder epitheliale oppervlak
§ Bevochtigen van ingeademde lucht door kleine seromuceuze kliertjes
§ Zuiveren van ingeademde lucht door in het begin kleine haartjes die grote partikels
tegenhouden en verder een mucuslaag geproduceerd door seromuceuze kliertjes en
slijmbekercellen
§ Immunologisch door oppikken van allergenen en antigenen in de ingeademde lucht
(dendritische cellen in epitheel en lymfoide elementen in lamina propria) en IgA
productie (plasmacellen in lamina propria)
2 componenten in linker- en rechterneusholte:
§ Vestibulum nasi
§ Eigenlijke neusholte (nasale fossa)
2.1. Vestibulum nasi
= ingang van de neus (eerste deel)
Overgang tussen huid en eigenlijke neusholte
Begrensd door septum (zonder kraakbeen/bot) en neusvleugels
Geeft overgang naar neusholte:
§ Eerst meerlagig verhoornd plaveiselepitheel met zweetklieren, sebumklieren en
vibrissae (stugge haartjes)
§ Dan meerlagig niet-verhoornd plaveiselepitheel
§ Vervolgens cuboidaal tot columnair epitheel
§ Ten slotte pseudomeerlagig trilhaarepitheel = respiratoir epitheel
Mucosa is altijd epitheel
2.2. Nasale fossa + lamina propria
Bekleed met respiratoire mucosa = respiratoir epitheel op een sterk gevasculariseerde
lamina propria die sereuze en muceuze klieren bevat
Neusseptum à bestaat distaal uit hyalien kraakbeen en proximaal uit bot
2
Histologie van het ademhalingsstelsel
1. Inleiding
Ademhalingssysteem = respiratoir systeem
Functie: O2 en CO2 uitwisselen tussen bloed en uitwendige omgeving
2 indelingen: anatomische en functionele indeling
1.1. Anatomische indeling
Bovenste luchtwegen:
§ Neusholte
§ Sinussen
§ Farynx
Onderste luchtwegen:
§ Larynx
§ Trachea
§ Bronchi
§ longen
1.2. Functionele indeling
Geleidende deel (1e deel):
§ Zuiveren, opwarmen en bevochtigen van ingeademde lucht ( + reuk en geluid)
§ Continue luchtstroom verzekeren dmv kanalen met rigide basisopbouw die over
nodige flexibiliteit beschikken
§ = neusholte, nasofarynx, larynx, trachea, bronchi, bronchiolen, terminale bronchiolen
Respiratoire deel (2e deel):
§ Hier vindt de gasuitwisseling plaats
§ Dunne wand à gasuitwisseling mogelijk maken
§ Respiratoire bronchiolen, ducti alveolares, alveolen
1
, Histologie: ademhalingsstelsel AJ 2021-2022
2. Neusholte
Functie:
§ Opwarmen ingeademde lucht via dens capillair netwerk onder epitheliale oppervlak
§ Bevochtigen van ingeademde lucht door kleine seromuceuze kliertjes
§ Zuiveren van ingeademde lucht door in het begin kleine haartjes die grote partikels
tegenhouden en verder een mucuslaag geproduceerd door seromuceuze kliertjes en
slijmbekercellen
§ Immunologisch door oppikken van allergenen en antigenen in de ingeademde lucht
(dendritische cellen in epitheel en lymfoide elementen in lamina propria) en IgA
productie (plasmacellen in lamina propria)
2 componenten in linker- en rechterneusholte:
§ Vestibulum nasi
§ Eigenlijke neusholte (nasale fossa)
2.1. Vestibulum nasi
= ingang van de neus (eerste deel)
Overgang tussen huid en eigenlijke neusholte
Begrensd door septum (zonder kraakbeen/bot) en neusvleugels
Geeft overgang naar neusholte:
§ Eerst meerlagig verhoornd plaveiselepitheel met zweetklieren, sebumklieren en
vibrissae (stugge haartjes)
§ Dan meerlagig niet-verhoornd plaveiselepitheel
§ Vervolgens cuboidaal tot columnair epitheel
§ Ten slotte pseudomeerlagig trilhaarepitheel = respiratoir epitheel
Mucosa is altijd epitheel
2.2. Nasale fossa + lamina propria
Bekleed met respiratoire mucosa = respiratoir epitheel op een sterk gevasculariseerde
lamina propria die sereuze en muceuze klieren bevat
Neusseptum à bestaat distaal uit hyalien kraakbeen en proximaal uit bot
2