De knie
1 Inspectie
1.1 Algemeen
Gelaatsuitdrukkingen
Gebruik van hulpmiddelen
Gipsimmobilisatie
Algemene houding
Algemene inspectie van de lumbale wervelkolom en het onderste lidmaat
1.2 Lokaal
Ganganalyse
Verkorte steunfase, manken
Stijve knie
Tracking van de patella
…
In stand
Genu valgum, genu varum, genu recurvatum, genu flexum,…
Stand van de patella: patella alta, patella baja, patella tilting, patella rotatie, …
Torsie onderbeen
Stand voeten en bekken (Q-hoek)
Atrofie, zwelling, kleurverandering, littekens
Quadricepshoek (Q-hoek)
- Verbinding tussen de SIAS en het midden van de patella
- Verbinding tussen het midden van de patella en tuberositas tibiae
Mannen = 10°, vrouwen = 15°
Een vergrootte Q-hoek kan zorgen voor klachten in de knie.
In lig
Atrofie, zwellingn kleurverandering, littekens, …
2 Palpatie
We voeren een palpatie uit voor en na het functieonderzoek.
1
, Temperatuur
De knie is normaal kouder dan het onder- en bovenbeen
Handrug
Zwelling
Intra-kapsulair = globale zwelling
Extra-kapsulair = lokale zwelling
2.1 Palpatie fluctuatietest
Uitgangshouding: lig met een klein blokje onder de knie zodat het vocht niet naar beneden
kan zakken
Handvattingen: homolaterale hand distaal van de knie en de heterolaterale hand proximaal
van de knie
Uitvoering: van ongeveer 10 cm boven de patella in de richting van de patella schuiven. Van
10 cm onder de patella richting de patella schuiven.
De handen loslaten en met de vingers het vocht van mediaal naar lateraal duwen en
terug (handen in richting van het been)
Met wijsvinders en duimen het vocht van mediaal naar lateraal duwen en terug
Criteria: de test is + als we het vocht kunnen voelen en zien bewegen in de knie.
2.2 Palpatie ballottement van de patella
Uitgangshouding: lig met klein blokje onder de knie zodat het vocht niet naar beneden kan
zakken
Handvattingen: homolaterale hand distaal van de knie en de heterolaterale hand proximaal
van de knie
Uitvoering: van ongeveer 10 cm boven de patella in de richting van de patella schuiven. Van
10 cm onder de patella richting de patella schuiven.
Wijsvinger van de distale hand lostalen en druk geven naar beneden op patella (in schokjes).
Criteria: de test is + als de patella lijkt te stuiteren.
3 Functieonderzoek
3.1 Actief functioneel onderzoek
de patiënt de meest pijnlijke bewegingen laten uitvoeren (dit halen we uit de anamnese).
Ganganalyse wanneer de knie niet volledig gestrekt kan worden manken
2
1 Inspectie
1.1 Algemeen
Gelaatsuitdrukkingen
Gebruik van hulpmiddelen
Gipsimmobilisatie
Algemene houding
Algemene inspectie van de lumbale wervelkolom en het onderste lidmaat
1.2 Lokaal
Ganganalyse
Verkorte steunfase, manken
Stijve knie
Tracking van de patella
…
In stand
Genu valgum, genu varum, genu recurvatum, genu flexum,…
Stand van de patella: patella alta, patella baja, patella tilting, patella rotatie, …
Torsie onderbeen
Stand voeten en bekken (Q-hoek)
Atrofie, zwelling, kleurverandering, littekens
Quadricepshoek (Q-hoek)
- Verbinding tussen de SIAS en het midden van de patella
- Verbinding tussen het midden van de patella en tuberositas tibiae
Mannen = 10°, vrouwen = 15°
Een vergrootte Q-hoek kan zorgen voor klachten in de knie.
In lig
Atrofie, zwellingn kleurverandering, littekens, …
2 Palpatie
We voeren een palpatie uit voor en na het functieonderzoek.
1
, Temperatuur
De knie is normaal kouder dan het onder- en bovenbeen
Handrug
Zwelling
Intra-kapsulair = globale zwelling
Extra-kapsulair = lokale zwelling
2.1 Palpatie fluctuatietest
Uitgangshouding: lig met een klein blokje onder de knie zodat het vocht niet naar beneden
kan zakken
Handvattingen: homolaterale hand distaal van de knie en de heterolaterale hand proximaal
van de knie
Uitvoering: van ongeveer 10 cm boven de patella in de richting van de patella schuiven. Van
10 cm onder de patella richting de patella schuiven.
De handen loslaten en met de vingers het vocht van mediaal naar lateraal duwen en
terug (handen in richting van het been)
Met wijsvinders en duimen het vocht van mediaal naar lateraal duwen en terug
Criteria: de test is + als we het vocht kunnen voelen en zien bewegen in de knie.
2.2 Palpatie ballottement van de patella
Uitgangshouding: lig met klein blokje onder de knie zodat het vocht niet naar beneden kan
zakken
Handvattingen: homolaterale hand distaal van de knie en de heterolaterale hand proximaal
van de knie
Uitvoering: van ongeveer 10 cm boven de patella in de richting van de patella schuiven. Van
10 cm onder de patella richting de patella schuiven.
Wijsvinger van de distale hand lostalen en druk geven naar beneden op patella (in schokjes).
Criteria: de test is + als de patella lijkt te stuiteren.
3 Functieonderzoek
3.1 Actief functioneel onderzoek
de patiënt de meest pijnlijke bewegingen laten uitvoeren (dit halen we uit de anamnese).
Ganganalyse wanneer de knie niet volledig gestrekt kan worden manken
2
