Afwijkende liggingen van het caput:
Kijk schema baringsmechanisme (al afgedrukt)
Normaal:
= achterhoofdsligging, achterhoofd, voor, links of rechts (Aav) = flexieliggingen
Obstretische interventies p 40-50
Afwijkende flexieliggingen:
- Achterhoofdsligging achterhoofd achter (sterrenkijker) aanwijspunt = achterhoofd
- Kruinligging
Deflexieliggingen:
- Voorhoofdsligging aanwijspunt = kin
- Aangezichtsligging
Uitzonderlijke liggingen:
- Hoge rechtstand
- Diepe dwarsstand
Foto: p 18 obstretische interventies indien niet goed zichtbaar
1)Aala/Aara
= sterrenkijker (obstretische interventies p 56-60)
Kleine fontanel links of rechts achter.
Excentrische pool = kleine fontanel
Draaipunt = voorste haargrens
Oorzaken:
- Meestal geen te vinden
- Vorm van bekkeningang (bij spitse bekken gaat kindje met voorhoofd naar voor liggen omdat voorhoofd smaller is
dan achterhoofd)
- Grotere diameters (discongruentie hoofd en bekken)
- Placenta anterior (vanvoor)
- Klein kind, dood kind
Diagnose:
- Anamnese:
o Occiputo posterior in anamnese? (gynaecoloog eerder in zwschap al ontdekt dat sterrenkijker is)
o Vernauwd/afwijkend bekken
o Zware gewrichten
o Abdominaal onderzoek
Inspectie abdomen
Palpatie?
HVL1: stuit, evt nog hoog
HVL2: foetale rug moeilijk te voelen, kleinere delen anterior
HVL3-4: hoofd meestal hoog en balloteerbaar
Ausculatie (FHT nakijken, vaak niet goed horen doordat rug van baby naar achteren ligt)
VT
Hoofd mogelijks nog hoog, tragere indaling
Voorliggend deel sluit minder goed aan
Kleine fontanel moeilijk te voelen (posterior)
Grote fontanel beter voelen dan normaal (anterior)
1
, Baringsmechanisme:
- 2 mogelijkheden:
o Caput draait 135° naar voor NL ligging
o Caput draait 45° naar achter sterrenkijker
Aara met rotatie over 135° Aala met rotatie over 135°
Aara met rotatie over 45° Aala met rotatie over 45°
Effect op het verloop van de arbeid:
- Efficiëntie van cties
- Bekkenafmetingen
- Baringskanaal
- Foetale hoofd
- Mate van flexie/deflexie
- Rotatie van het hoofd
Nadelen en complicaties:
- Verlengde arbeid
o Indaling trager (minder goede flexie hoofd)
o Hoofd stimuleert cervicale zenuwuiteinden onvoldoende
o Spildraai moeizamer (meer kunstverlossingen)
o Mogelijks stimulatie nodig
- Meer kans op voortijdig breken vliezen
o Uitzakking
o Infectie
2
Kijk schema baringsmechanisme (al afgedrukt)
Normaal:
= achterhoofdsligging, achterhoofd, voor, links of rechts (Aav) = flexieliggingen
Obstretische interventies p 40-50
Afwijkende flexieliggingen:
- Achterhoofdsligging achterhoofd achter (sterrenkijker) aanwijspunt = achterhoofd
- Kruinligging
Deflexieliggingen:
- Voorhoofdsligging aanwijspunt = kin
- Aangezichtsligging
Uitzonderlijke liggingen:
- Hoge rechtstand
- Diepe dwarsstand
Foto: p 18 obstretische interventies indien niet goed zichtbaar
1)Aala/Aara
= sterrenkijker (obstretische interventies p 56-60)
Kleine fontanel links of rechts achter.
Excentrische pool = kleine fontanel
Draaipunt = voorste haargrens
Oorzaken:
- Meestal geen te vinden
- Vorm van bekkeningang (bij spitse bekken gaat kindje met voorhoofd naar voor liggen omdat voorhoofd smaller is
dan achterhoofd)
- Grotere diameters (discongruentie hoofd en bekken)
- Placenta anterior (vanvoor)
- Klein kind, dood kind
Diagnose:
- Anamnese:
o Occiputo posterior in anamnese? (gynaecoloog eerder in zwschap al ontdekt dat sterrenkijker is)
o Vernauwd/afwijkend bekken
o Zware gewrichten
o Abdominaal onderzoek
Inspectie abdomen
Palpatie?
HVL1: stuit, evt nog hoog
HVL2: foetale rug moeilijk te voelen, kleinere delen anterior
HVL3-4: hoofd meestal hoog en balloteerbaar
Ausculatie (FHT nakijken, vaak niet goed horen doordat rug van baby naar achteren ligt)
VT
Hoofd mogelijks nog hoog, tragere indaling
Voorliggend deel sluit minder goed aan
Kleine fontanel moeilijk te voelen (posterior)
Grote fontanel beter voelen dan normaal (anterior)
1
, Baringsmechanisme:
- 2 mogelijkheden:
o Caput draait 135° naar voor NL ligging
o Caput draait 45° naar achter sterrenkijker
Aara met rotatie over 135° Aala met rotatie over 135°
Aara met rotatie over 45° Aala met rotatie over 45°
Effect op het verloop van de arbeid:
- Efficiëntie van cties
- Bekkenafmetingen
- Baringskanaal
- Foetale hoofd
- Mate van flexie/deflexie
- Rotatie van het hoofd
Nadelen en complicaties:
- Verlengde arbeid
o Indaling trager (minder goede flexie hoofd)
o Hoofd stimuleert cervicale zenuwuiteinden onvoldoende
o Spildraai moeizamer (meer kunstverlossingen)
o Mogelijks stimulatie nodig
- Meer kans op voortijdig breken vliezen
o Uitzakking
o Infectie
2